-
a.
rijksbelastingen: belastingen als bedoeld in artikel 1 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, alsmede rechten bij invoer en rechten bij uitvoer als bedoeld in artikel 7:3 van de Algemene douanewet, die in Nederland worden geheven;
-
aa.
-
1°.
Koninkrijk: Koninkrijk der Nederlanden;
-
2°.
Rijk: het land Nederland, zijnde Nederland en de BES eilanden;
-
3°.
Nederland: het in Europa gelegen deel van het Koninkrijk, met dien verstande dat voor de heffing
van de inkomstenbelasting, de loonbelasting, de vennootschapsbelasting en de assurantiebelasting
Nederland tevens omvat de exclusieve economische zone van het Koninkrijk, bedoeld
in artikel 1 van de Rijkswet instelling exclusieve economische zone, voorzover deze grenst aan de territoriale zee in Nederland;
-
4°.
BES eilanden: de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, met daaronder begrepen, met
inachtneming van de Rijkswet tot vaststelling van een zeegrens tussen Curaçao en Bonaire, en tussen Sint
Maarten en Saba, het buiten de territoriale zee van de BES eilanden gelegen deel van de zeebodem
en de ondergrond daarvan, voor zover het Koninkrijk daar op grond van het internationale
recht ten behoeve van de exploratie en de exploitatie van natuurlijke rijkdommen soevereine
rechten mag uitoefenen, alsmede de in, op, of boven dat gebied aanwezige installaties
en andere inrichtingen ten behoeve van de exploratie en exploitatie van natuurlijke
rijkdommen in dat gebied;
-
b. belastingrente en revisierente: de belastingrente en de revisierente, bedoeld in hoofdstuk VA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;
-
c. Douanewetboek van de Unie: Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement
en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie
(PbEU 2013, L 269);
-
d. Gedelegeerde Verordening Douanewetboek van de Unie: Gedelegeerde Verordening (EU)
2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013
van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen
van het douanewetboek van de Unie (PbEU 2015, L 343);
-
e. Uitvoeringsverordening Douanewetboek van de Unie: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447
van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor
enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en
de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PbEU 2015, L 343);
-
f. kosten van ambtelijke werkzaamheden: de kosten, bedoeld in paragraaf 1.2.3 van de Algemene douanewet;
-
g. bestuurlijke boeten: de verzuimboeten en de vergrijpboeten, bedoeld in hoofdstuk VIIA van deze wet, hoofdstuk VIIIA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen of hoofdstuk 9 van de Algemene douanewet, dan wel in enig ander wettelijk voorschrift betreffende de heffing van rijksbelastingen;
-
h. Onze Minister: Onze Minister van Financiën;
-
i. directeur, inspecteur of ontvanger: de functionaris die als zodanig bij ministeriële
regeling is aangewezen;
-
j. belastingdeurwaarder: de door Onze Minister als zodanig aangewezen ambtenaar van de
rijksbelastingdienst;
-
k. belastingschuldige: degene te wiens naam de belastingaanslag is gesteld;
-
l. werknemer, artiest, beroepssporter, buitenlands gezelschap, dienstbetrekking en inhoudingsplichtige:
de werknemer, de artiest, de beroepssporter, het buitenlandse gezelschap, de dienstbetrekking
en de inhoudingsplichtige in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964;
-
m. belastingaanslag: de voorlopige aanslag, de aanslag, de uitnodiging tot betaling,
de navorderingsaanslag en de naheffingsaanslag, alsmede de voorlopige conserverende
aanslag, de conserverende aanslag en de conserverende navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting
en in de schenk- en erfbelasting;
-
n. kind: eerstegraads bloedverwant en aanverwant in de neergaande lijn.
-
o. sociale verzekeringspremies: de premies voor de sociale verzekeringen, bedoeld in
artikel 2, onderdelen a en c, van de Wet financiering sociale verzekeringen, en de ingevolge de Zorgverzekeringswet geheven inkomensafhankelijke bijdrage;
-
p. strafbeschikking: de strafbeschikking, bedoeld in artikel 76, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 10:15, eerste lid, van de Algemene douanewet;
-
q. burgerservicenummer: het nummer, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer;
-
r. vertragingsrente: de vertragingsrente, bedoeld in artikel 114, eerste lid, van het
Douanewetboek van de Unie;
-
s. rente op achterstallen: de rente op achterstallen, bedoeld in artikel 114, tweede
lid, van het Douanewetboek van de Unie;
-
t. kredietrente: de kredietrente, bedoeld in artikel 112, tweede lid, van het Douanewetboek
van de Unie.