Besluit houdende regels met betrekking tot aanstelling, schorsing en ontslag van de tot het bureau van de Nationale ombudsman behorende personen

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Besluit van 15 mei 1990, houdende regels met betrekking tot aanstelling, schorsing en ontslag van de tot het bureau van de Nationale ombudsman behorende personen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 3 mei 1990, nr. AB90/165/U2, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidsvoorwaarden, afdeling Algemene Arbeidsvoorwaarden en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 11, derde lid, van de Wet Nationale ombudsman (Stb. 1981, 35);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Artikel 11, tweede lid, van de Wet Nationale ombudsman is niet van toepassing op:

  • a. het aangaan of beëindigen van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, indien het loon dan wel het aan de functie verbonden maximumsalaris van de schaal die voor de functie geldt, lager is dan het maximum van salarisschaal 15, zoals is opgenomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn; en

  • b. het aangaan en beëindigen van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd.

Artikel 2

Het koninklijk besluit van 25 september 1981, nr. 19, wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State, de Nationale ombudsman en aan de Algemene Rekenkamer.

's-Gravenhage, 15 mei 1990

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

C. I. Dales

Uitgegeven de zesentwintigste juli 1990

De Minister van Justitie a.i.,

J. E. Andriessen

Naar boven