Besluit Coördinatiegroepen alternatieve sancties

Geraadpleegd op 07-05-2024.
Geldend van 01-05-1990 t/m heden

Besluit Coördinatiegroepen alternatieve sancties

De staatssecretaris van Justitie,

Overwegende dat de ontwikkeling en de toepassing van alternatieve sancties in de arrondissementen dienen te worden bevorderd;

Overwegende dat de gezamenlijke beleidsvorming en de samenwerking tussen de verschillende, bij de voorbereiding en de uitvoering van de alternatieve sancties betrokken autoriteiten en instellingen in elk arrondissement dienen te worden geoptimaliseerd;

Besluit:

In ieder arrondissement een Coördinatiegroep alternatieve sancties in te stellen.

Taken

1. De Coördinatiegroep alternatieve sancties heeft tot taak:

  • a. het scheppen van voorwaarden voor het goed doen verlopen van de toepassing en uitvoering van alternatieve sancties, in het bijzonder door het inbrengen van de hen ten dienste staande informatie over deze sancties, door bijdragen te leveren aan het oplossen van knelpunten, en door in voorkomende gevallen de Overleg, en adviescommissie alternatieve sancties te adviseren en daaraan te rapporteren.

  • b. het scheppen van voorwaarden dat de betrokken autoriteiten en instellingen een gezamenlijk beleid voor alternatieve sancties ontwikkelen.

  • c. het onderzoeken van mogelijkheden voor de toepassing van alternatieve sancties binnen het eigen arrondissement.

  • d. het versterken van het draagvlak voor alternatieve sancties binnen het arrondissement, onder meer door het bevorderen van een adequate publieksvoorlichting.

Samenstelling

2. De Coördinatiegroep alternatieve sancties bestaat uit ten minste:

  • a. een lid van het openbaar ministerie in het arrondissement;

  • b. de directeur van de in het arrondissement werkzame stichting, als bedoeld in artikel 4 van de Reclasseringsregeling 1986 (Stb. 1986, 1) of dien plaatsvervanger.

  • c. de secretaris van de raad voor de kinderbescherming in het arrondissement of diens plaatsvervanger;

3. In ieder arrondissement wordt een door de President van de rechtbank aan te wijzen lid van de zittende magistratuur uitgenodigd om aan de werkzaamheden van de Coördinatiegroep alternatieve sancties deel te nemen;

4. De onder 2 en 3 bedoelde leden kunnen anderen uitnodigen om aan de werkzaamheden deel te nemen.

5. De onder 2, 3 en 4 bedoelde leden wijzen gezamenlijk een voorzitter en een secretaris aan en treffen een regeling voor hun werkwijze.

Procedure

6. De Coördinatiegroep alternatieve sancties komt in de plaats van de bestaande stuurgroep alternatieve sancties/dienstverlening.

7. De circulaire dd. 18 april 1985 kenmerk Dir. Kinderbescherming nr. 239/785, betreffende alternatieve sancties voor jeugdigen, wordt hiermee voor het onderdeel ‘organisatorische vormgeving’, zoals uitgewerkt in bijlage 3, buiten werking gesteld.

8. Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst en treedt in werking op 1 mei 1990. Het kan worden aangehaald als ‘Besluit Coördinatiegroepen alternatieve sancties’.

's-Gravenhage, 26 maart 1990

De

staatssecretaris

voornoemd

A. Kosto

Naar boven