Kiesbesluit

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-04-2017 t/m 30-11-2017

Besluit van 19 oktober 1989, houdende vaststelling van nieuwe voorschriften ter uitvoering van de Kieswet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 29 augustus 1989, nr. CW89/1/U9, Stafafdeling Constitutionele Zaken en Wetgeving;

Gelet op de Kieswet;

Gezien het advies van de Kiesraad van 5 april 1989, nr. 4129; De Raad van State gehoord (advies van 10 oktober 1989, nr. W04.89.0517);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 16 oktober 1989, nr. CW89/1/U13 Stafafdeling Constitutionele Zaken en Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Afdeling II. De verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van provinciale staten, van de algemene besturen en van de gemeenteraden

Hoofdstuk D. De registratie van de kiesgerechtigdheid

Artikel D 1

Burgemeester en wethouders ontlenen aan de basisregistratie personen de gegevens die nodig zijn voor de vaststelling van de kiesgerechtigdheid van de personen die als ingezetene hierin zijn ingeschreven.

Artikel D 2

  • 1 Ten aanzien van personen die hun werkelijke woonplaats in de gemeente hebben, niet zijnde personen als bedoeld in artikel D 1, en die als kiesgerechtigd in de gemeentelijke administratie worden opgenomen, registreren burgemeester en wethouders de volgende gegevens:

    • a. de geslachtsnaam;

    • b. de voornamen of voorletters;

    • c. de geboortedatum;

    • d. het adres;

    • e. de nationaliteit.

  • 2 Burgemeester en wethouders schrappen de registratie van de kiesgerechtigdheid van de in het eerste lid bedoelde personen indien aan hen omstandigheden bekend worden op grond waarvan de desbetreffende persoon niet als kiezer behoort te zijn geregistreerd.

Artikel D 3

Op verzoek van burgemeester en wethouders verstrekt het dagelijks bestuur informatie over de grenzen van het gebied van het waterschap.

Artikel D 4

Een registratie als bedoeld in artikel D 2 van de Kieswet bevat de volgende gegevens en bescheiden:

  • a. de geslachtsnaam, de voornamen of voorletters, de geboortedatum, het geslacht, het woonadres, de nationaliteit en, indien van toepassing, het burgerservicenummer, het correspondentieadres, het e-mailadres en het telefoonnummer;

  • b. een kopie van een geldig Nederlands paspoort, een kopie van een geldige Nederlandse identiteitskaart, een kopie van een geldige identiteitskaart van Bonaire, Sint Eustatius of Saba of een kopie van een geldige identiteitskaart van Aruba, Curaçao of Sint Maarten waarop de Nederlandse nationaliteit staat vermeld;

  • c. de verklaring dat de persoon of zijn Nederlandse echtgenoot, geregistreerde partner of levensgezel en kinderen, voor zover dezen met hem een gemeenschappelijke huishouding voeren, in Nederlandse openbare dienst werkzaam is in Aruba, Curaçao of Sint Maarten.

Artikel D 5

  • 1 Een aanvraag als bedoeld in artikel D 3 van de Kieswet wordt ingediend bij burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage, het hoofd van de consulaire post waaronder de woonplaats van aanvrager ressorteert of, als het een persoon betreft die in Aruba, Curaçao of Sint Maarten woont, bij de vertegenwoordiger van Nederland in deze landen. Het hoofd van de consulaire post of de vertegenwoordiger zendt de aanvraag zo spoedig mogelijk door naar burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage.

  • 2 In afwijking van het eerste lid dient een persoon als bedoeld in artikel B 1, tweede lid, onder b, van de Kieswet die niet gedurende ten minste tien jaren zijn werkelijke woonplaats in Nederland heeft gehad, de aanvraag in bij Onze Minister onder wiens verantwoordelijkheid de betrokken functionaris zijn werkzaamheden verricht. Onze Minister zendt de aanvraag zo spoedig mogelijk door naar burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage.

  • 3 Formulieren als bedoeld in artikel D 3 van de Kieswet zijn kosteloos verkrijgbaar bij de organen waarbij de aanvragen worden ingediend, en bij elke gemeente.

  • 4 Indiening van aanvragen langs elektronische weg kan uitsluitend bij burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage.

Artikel D 6

  • 1 Het orgaan waarbij een aanvraag tot registratie als bedoeld in artikel D 3 van de Kieswet is ingediend, gaat na of aan dat orgaan met betrekking tot de aanvrager gegevens bekend zijn en, zo dit het geval is, of deze overeenstemmen met de in de aanvraag vermelde gegevens. Bij doorzending van de aanvraag deelt het orgaan zijn bevindingen mee en houdt van deze verzending aantekening.

  • 2 Burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage gaan na of er met betrekking tot de aanvrager gegevens bekend zijn in het persoonskaartenarchief of het schakelregister, bedoeld in artikel 4.5 van de Wet basisregistratie personen, onderscheidenlijk in de basisregistratie personen, en, zo dit het geval is, of deze overeenstemmen met de in de aanvraag tot registratie vermelde gegevens.

Artikel D 7

Indien aan het orgaan waarbij een aanvraag tot registratie als bedoeld in artikel D 3 van de Kieswet kan worden ingediend, omstandigheden bekend worden, op grond waarvan een persoon die ingevolge artikel D 2 van de Kieswet als kiezer is geregistreerd, niet als kiezer behoort te zijn geregistreerd, wordt daarvan terstond mededeling gedaan aan burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage.

Artikel D 8

Indien aan een persoon een mededeling is gedaan dat hij niet als kiezer is geregistreerd als bedoeld in artikel D 5 van de Kieswet, worden hem uiterlijk op de zevende dag na ontvangst van zijn verzoek de redenen daarvan meegedeeld.

Artikel D 9

Op een aanvraag als bedoeld in artikel D 3 van de Kieswet wordt uiterlijk op de zevende dag na ontvangst door burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage beslist.

Hoofdstuk E. Kieskringen en stembureaus

Artikel E 1

Het stembureau bestaat uit ten minste drie en ten hoogste zeven leden.

Artikel E 2

  • 1 Voor het houden van een zitting van het hoofdstembureau is de aanwezigheid van ten minste drie leden vereist.

  • 2 De leden die verhinderd zijn de zitting bij te wonen, geven hiervan onverwijld kennis aan de voorzitter. Deze zorgt voor de oproeping van plaatsvervangende leden.

  • 3 Bij verhindering van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter treedt het oudste lid naar benoeming als voorzitter op dan wel, indien verscheidene leden even oud naar benoeming zijn, het oudste lid.

  • 4 Het hoofdstembureau neemt zijn beslissingen bij meerderheid van stemmen.

Hoofdstuk G. De registratie van de aanduiding van een politieke groepering

Artikel G 1

  • 1 De waarborgsommen, bedoeld in het tweede lid van de artikelen G 1, G 2, G 2a en G 3, alsmede de waarborgsom, bedoeld in het derde lid van artikel Q 6 juncto het tweede lid van artikel G 1 van de Kieswet, dienen te worden overgemaakt op de daartoe bestemde rekening van onderscheidenlijk Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de gemeente waar het centraal stembureau voor de verkiezingen van de leden van provinciale staten is gevestigd, het waterschap of de gemeente, bij een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van bank mag uitoefenen, onder vermelding van de woorden "waarborgsom registratie".

  • 2 De voorzitter van het centraal stembureau deelt het orgaan waaraan de waarborgsommen zijn betaald, zo spoedig mogelijk na de openbaarmaking van de kandidatenlijsten mee welke waarborgsommen ingevolge het tweede lid van artikel G 1, G 2, G 2a of G 3, dan wel ingevolge het derde lid van artikel Q 6 juncto het tweede lid van artikel G 1 van de Kieswet moeten worden terugbetaald. Dit orgaan gaat vervolgens zo spoedig mogelijk over tot terugbetaling van die waarborgsommen. Over de terug te betalen waarborgsommen wordt geen rente vergoed.

Hoofdstuk H. De inlevering van de kandidatenlijsten

Artikel H 1

De formulieren voor de kandidatenlijsten, bedoeld in artikel H 1, derde lid, van de Kieswet, en voor de verklaringen, bedoeld in de artikelen H 3, vijfde lid, H 4, zevende lid, en H 9, vierde lid, van de Kieswet, zijn gedurende drie weken vóór en op de dag van de kandidaatstelling verkrijgbaar bij elke gemeente. De verklaring, bedoeld in artikel H 9, vierde lid, van de Kieswet is tevens gedurende drie weken vóór en op de dag van kandidaatstelling verkrijgbaar bij het centraal stembureau.

Artikel H 2

  • 2 Nadere aanduidingen van de naam, mits op de gebruikelijke wijze afgekort, mogen aan de naam worden toegevoegd.

  • 3 Een persoon die gehuwd is of gehuwd is geweest, dan wel wiens partnerschap geregistreerd is of geregistreerd is geweest, wordt op de lijst vermeld hetzij met de eigen geslachtsnaam, hetzij, voor zover hij daartoe op grond van artikel 9 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek dan wel artikel 9 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES bevoegd is, met de geslachtsnaam van de echtgenoot of geregistreerde partner, dan wel met de eigen geslachtsnaam door middel van een liggend streepje gevolgd door of voorafgegaan door de geslachtsnaam van de echtgenoot of geregistreerde partner.

  • 4 Achter de voorletters of, indien vermeld, de roepnaam, mag ter aanduiding van het geslacht van de kandidaat de toevoeging «(m)» of «(v)» worden geplaatst.

  • 5 Indien het betreft de verkiezing van de leden van provinciale staten van Fryslân, het algemeen bestuur van het Wetterskip Fryslân of van de raden van gemeenten in de provincie Fryslân, mogen aanduidingen op de kandidatenlijst in de Friese taal worden vermeld.

Artikel H 3

  • 1 De waarborgsommen, bedoeld in de artikelen H 12, H 13, H 13a en H 14 van de Kieswet, dienen uiterlijk op de veertiende dag voor de kandidaatstelling te zijn ontvangen op de daartoe bestemde rekening van onderscheidenlijk Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de gemeente waar het centraal stembureau voor de verkiezingen van de leden van provinciale staten is gevestigd, het waterschap of de gemeente, bij een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van bank mag uitoefenen, onder vermelding van de woorden "waarborgsom kandidaatstelling".

  • 2 De voorzitter van het centraal stembureau deelt het orgaan waaraan de waarborgsommen zijn betaald, zo spoedig mogelijk na de openbaarmaking van de uitslag van de verkiezing mee welke waarborgsommen ingevolge het vierde of vijfde lid van artikel H 12, H 13, H 13a of H 14 van de Kieswet moeten worden terugbetaald. Dit orgaan gaat vervolgens zo spoedig mogelijk over tot terugbetaling van die waarborgsommen. Over de terug te geven waarborgsommen wordt geen rente vergoed.

Hoofdstuk I. Het onderzoek, de verbinding, de nummering en de openbaarmaking van de kandidatenlijsten

Artikel I 1

De processen-verbaal van de in de artikelen I 1 en I 4 van de Kieswet bedoelde zittingen worden tot en met de dag waarop de kandidatenlijsten openbaar worden gemaakt, ter inzage gelegd bij het centraal stembureau.

Artikel I 2

Het centraal stembureau brengt het tijdstip en de plaats van de zitting, bedoeld in de artikelen I 1, eerste lid, en I 4 van de Kieswet tijdig ter openbare kennis.

Hoofdstuk J. De stemming

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel J 1

  • 1 De burgemeester bezorgt de kandidatenlijsten, de adressen en de openingstijden van de stemlokalen en de adressen en de zittingstijden van de mobiele stembureaus uiterlijk op de vierde dag voor de stemming aan het adres van de kiezers. Hierbij vermeldt hij tevens welke stemlokalen voldoen aan artikel J 4, tweede lid, van de Kieswet.

  • 2 Op de lijsten, zoals deze ter kennis van de kiezers worden gebracht, worden vermeld de nummers van de lijsten en, in voorkomend geval, de aanduidingen van de politieke groeperingen en de nummers van de lijsten waarmee die lijsten tot een lijstencombinatie zijn verbonden en worden de kandidaten kolomsgewijs vermeld zoals ze op de kandidatenlijst voorkomen, met weglating van de geboortedatum. De lijsten worden gedrukt in de volgorde van de toegekende nummers. De kandidaten worden per lijst doorlopend genummerd.

Artikel J 2

  • 1 Het register, bedoeld in artikel J 7a, eerste lid, eerste volzin, van de Kieswet, bevat de volgende gegevens:

    • a. verkiezingscode, gemeentecode en volgnummer van de stempas;

    • b. naam, voorletters, geslacht en geboortedatum van de kiesgerechtigde;

    • c. naam of kenmerk van de ambtenaar die de gegevens heeft opgenomen in het register;

    • d. aanduiding van een van de volgende redenen van opneming in het register:

      • 1. vervangen door kiezerspas;

      • 2. vervangen door volmachtbewijs;

      • 3. vervangende stempas verstrekt krachtens artikel J 8 van de Kieswet;

      • 4. vervangen door briefstembewijs;

      • 5. ongeldig verklaard wegens ontbreken kiesgerechtigdheid of overlijden van de tenaamgestelde;

      • 6. ongeldig verklaard wegens vastgestelde ontvreemding of andere reden van onrechtmatig in omloop zijn.

Artikel J 3

De stembus moet aan de volgende vereisten voldoen:

  • a. De bus kan worden afgesloten met een deksel dat voorzien is van een slot.

  • b. Het deksel is in het midden voorzien van een sleuf waardoor de stembiljetten in de bus kunnen worden gestoken.

  • c. De sleuf kan op zodanige wijze worden afgesloten dat deze daarna slechts kan worden geopend, nadat het deksel is losgemaakt.

Artikel J 4

In elk stemlokaal bevindt zich een zodanig aantal stemhokjes dat een goede voortgang van de stemming is gewaarborgd.

Artikel J 5

  • 1 Het stemhokje bestaat uit een achterwand en twee zijwanden die elk ten minste een meter breed en twee meter hoog zijn. Wordt het stemhokje met de achterzijde tegen een ondoorzichtig deel van een wand van het stemlokaal geplaatst, dan kan de achterwand vervallen.

  • 2 In elk stemhokje bevindt zich een lessenaar met rood schrijfmateriaal.

Artikel J 6

In elk stemlokaal is een voor het publiek bestemde ruimte. De tafel van het stembureau en de stemhokjes bevinden zich in de niet voor het publiek bestemde ruimte.

Artikel J 7

Het onbruikbaar maken van teruggegeven stembiljetten geschiedt door het aanbrengen van het woord "onbruikbaar" op de beide zijden van het stembiljet.

Artikel J 8

Nadat de laatste tot de stemming toegelaten kiezer heeft gestemd, wordt de sleuf van de stembus afgesloten.

§ 2. Het combineren met een door de gemeenteraad uitgeschreven stemming

Artikel J 9

Indien met toepassing van artikel J 6 van de Kieswet tegelijk met de stemming in het stemlokaal een of meer andere stemmingen plaatsvinden, gelden de artikelen J 10 tot en met J 12.

Artikel J 10

  • 2 Indien de burgemeester een besluit als bedoeld in het eerste lid neemt, gelden de volgende bepalingen:

    • a. De tekst van de bescheiden, bedoeld in het eerste lid, wordt aangepast, voor zover dit met het oog op de combinatie van de stemmingen noodzakelijk is.

    • b. De verzegelde pakken, bedoeld in artikel N 2 van de Kieswet, kunnen zo nodig voor de beoordeling van de geldigheid van de andere stemming, onderscheidenlijk stemmingen, of van de juistheid van de vaststelling van de uitslag van de andere stemming, onderscheidenlijk stemmingen, worden geopend. Na gebruik worden de pakken opnieuw verzegeld.

    • c. De kiezers zijn bevoegd bij de handelingen, bedoeld onder b, aanwezig te zijn.

Artikel J 11

De leden van het stembureau kunnen ook werkzaamheden voor de andere stemming, onderscheidenlijk stemmingen, verrichten, mits deze werkzaamheden de voortgang van de stemming ingevolge de Kieswet niet belemmeren.

Artikel J 12

  • 1 In het stemlokaal worden, voor zover nodig, stembussen bijgeplaatst.

  • 2 De stembiljetten voor de andere stemming, onderscheidenlijk stemmingen, hebben een zodanige kleur dat zij voldoende kunnen worden onderscheiden van de stembiljetten voor de stemming ingevolge de Kieswet.

  • 3 Indien in een stemlokaal stembussen zijn bijgeplaatst, worden de stembussen onmiddellijk na elkaar geopend.

  • 4 Na het openen van de stembus of stembussen worden de stembiljetten voor de stemming ingevolge de Kieswet gescheiden van de stembiljetten voor de andere stemming, onderscheidenlijk stemmingen.

§ 3. Gecombineerde stemmingen voor de verkiezing van de leden van provinciale staten en de leden van het algemeen bestuur

Artikel J 13

De stembescheiden voor de verschillende stemmingen zijn voldoende van elkaar te onderscheiden.

Artikel J 14

  • 1 In het stemlokaal is er zowel voor de stemming voor de verkiezing van de leden van provinciale staten als voor de stemming voor de verkiezing van de leden van de algemene besturen ten minste één afzonderlijke stembus. De verschillende stembussen zijn voldoende van elkaar te onderscheiden.

  • 2 De stembussen in een stemlokaal worden onmiddellijk na elkaar geopend.

  • 3 Na het openen van de stembussen worden de stembiljetten voor de verschillende stemmingen van elkaar gescheiden.

§ 4. De schorsing van de zitting van het stembureau

Artikel J 26

  • 1 Schorsing van de zitting van het stembureau wordt bekendgemaakt door aan de deur van het stemlokaal een kennisgeving te bevestigen dat de zitting is geschorst. Zo spoedig mogelijk wordt op dezelfde wijze bekendgemaakt waar en wanneer de zitting wordt hervat.

  • 2 Van de schorsing van de zitting van het stembureau doet de burgemeester, tenzij het de verkiezing betreft van de leden van de gemeenteraad, onverwijld mededeling aan de voorzitter van het hoofdstembureau.

Artikel J 27

  • 1 Indien de stemming is geschorst, wordt de sleuf van de stembus onmiddellijk in tegenwoordigheid van de in het stemlokaal aanwezige kiezers afgesloten.

  • 2 Vervolgens wordt de stembus verzegeld en wordt de sleutel waarmee de stembus is afgesloten, in een te verzegelen enveloppe gedaan.

  • 3 Daarna worden in afzonderlijke, te verzegelen, pakken gedaan:

    • a. de niet gebruikte stembiljetten;

    • b. de teruggegeven en onbruikbaar gemaakte stembiljetten;

    • c. de ingeleverde stempassen;

    • d. het uittreksel van het register ongeldige stempassen, dan wel de ingewilligde registratieverzoeken van kiezers in het buitenland;

    • e. de ingeleverde kiezerspassen, volmachtbewijzen en briefstembewijzen;

    • f. de ingevolge artikel M 11 van de Kieswet terzijde gelegde retourenveloppen;

    • g. de nog niet geopende retourenveloppen.

Artikel J 29

Indien de stemopneming is geschorst nadat de stembus is geopend, worden alle stembiljetten die zich in de stembus bevonden, daarin teruggedaan, waarna de stembus wordt gesloten en verzegeld. De sleutel waarmee de stembus is afgesloten, wordt in een te verzegelen enveloppe gedaan.

Artikel J 30

Van de geschorste zitting wordt proces-verbaal opgemaakt. Bij ministeriële regeling wordt voor het proces-verbaal een model vastgesteld.

Artikel J 31

Onmiddellijk na de ondertekening van het proces-verbaal wordt dit met de stembus, de verzegelde pakken en de verzegelde enveloppe door de voorzitter bij de burgemeester in bewaring gegeven.

Artikel J 32

De burgemeester stelt tijdig voor de aanvang van de hervatte zitting de hem ingevolge artikel J 31 overgegeven stembus, verzegelde pakken en verzegelde enveloppe ter beschikking van het stembureau.

Artikel J 33

  • 1 In geval van een schorsing als bedoeld in artikel J 27 opent het stembureau tijdig voor de aanvang van de hervatte stemming de verzegelde pakken en de verzegelde enveloppe en stelt het het aantal biljetten opnieuw vast. Voor deze stemming wordt een andere stembus gebezigd.

  • 2 De hervatte stemming duurt tot eenentwintig uur.

Artikel J 34

In geval van een schorsing als bedoeld in artikel J 28 opent het stembureau na de aanvang van de hervatte zitting de verzegelde pakken en verzegelde enveloppe en begint het opnieuw met de stemopneming.

Artikel J 35

In geval van een schorsing als bedoeld in artikel J 29 opent het stembureau na de aanvang van de hervatte zitting de verzegelde enveloppe en de stembus en zet het de stemopneming voort.

§ 5. Waarnemers bij de verkiezingen

Artikel J 36

  • 1 Indien, ter uitvoering van een verdrag of een internationale afspraak, waarnemers bij een verkiezing dienen te worden toegelaten of Onze Minister van Buitenlandse Zaken tot zodanige toelating heeft besloten, brengt Onze Minister van Buitenlandse Zaken deze verkiezing tijdig onder de aandacht van de bij het verdrag of de internationale afspraak betrokken staten dan wel internationale organisaties, onder vermelding van de mogelijkheid om personen bij de verkiezing als waarnemer op te laten treden.

  • 2 Een aankondiging als bedoeld in het eerste lid bevat ten minste de volgende informatie:

    • a. de termijn, bedoeld in artikel J 37, eerste lid, voor het aanmelden van personen, en de verdere procedure die gevolgd moet worden om personen in aanmerking te laten komen als waarnemer;

    • b. de bij de aanmelding te vermelden gegevens, genoemd in artikel J 37, tweede lid;

    • c. de verplichting, bedoeld in artikel J 37, derde lid, tot overlegging van een afschrift van een geldig paspoort.

Artikel J 37

  • 1 Een aanmelding van een andere staat of een internationale organisatie om personen als waarnemer bij de verkiezingen in Nederland op te laten treden, dient ten minste zes weken voor de desbetreffende verkiezingen ontvangen te zijn door Onze Minister van Buitenlandse Zaken.

  • 2 De aanmelding bevat ten aanzien van iedere voorgedragen persoon ten minste de naam, de voorletters, het adres, de leeftijd, alsmede een nadere omschrijving van zijn functie.

  • 3 Bij de aanmelding wordt ten aanzien van iedere voorgedragen persoon een afschrift van een geldig paspoort overgelegd.

Artikel J 38

  • 1 Onze Minister van Buitenlandse Zaken bepaalt na overleg met de desbetreffende staat of internationale organisatie welke voorgedragen persoon als waarnemer wordt toegelaten en deelt dit zo spoedig mogelijk aan de desbetreffende staat of organisatie mee.

  • 2 Onze Minister van Buitenlandse Zaken kan voorwaarden verbinden aan de toelating.

Artikel J 39

Tijdens de uitoefening van zijn functie neemt de waarnemer strikte neutraliteit in acht, geeft geen blijk van zijn politieke gezindheid, mengt zich niet in de verkiezingsprocedure en houdt zich aan de Nederlandse wet- en regelgeving.

Artikel J 40

Onze Minister van Buitenlandse Zaken verstrekt de waarnemer een speciaal legitimatiebewijs van internationale waarnemer. Tijdens de uitoefening van zijn functie draagt de waarnemer dit bewijs voor een ieder zichtbaar op zijn kleding.

Artikel J 41

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de aanmeldingsprocedure voor waarneming, het maximum aantal waarnemers en de duur van de waarneming en omtrent de rechten en verplichtingen van waarnemers.

Hoofdstuk K. Het stemmen met een kiezerspas

Artikel K 2

Een verzoek als bedoeld in artikel K 7 van de Kieswet bevat de volgende gegevens en bescheiden:

  • a. de geslachtsnaam, de voornamen of voorletters, de geboortedatum, het woonadres, de nationaliteit en, indien van toepassing, het burgerservicenummer, het correspondentieadres, het e-mailadres en het telefoonnummer;

  • b. een kopie van een geldig Nederlands paspoort, een kopie van een geldige Nederlandse identiteitskaart, een kopie van een geldige identiteitskaart van Bonaire, Sint Eustatius of Saba of een kopie van een geldige identiteitskaart van Aruba, Curaçao of Sint Maarten waarop de Nederlandse nationaliteit staat vermeld;

  • c. de verklaring dat de persoon of zijn Nederlandse echtgenoot, geregistreerde partner of levensgezel en kinderen, voor zover dezen met hem een gemeenschappelijke huishouding voeren, in Nederlandse openbare dienst werkzaam is in Aruba, Curaçao of Sint Maarten.

Hoofdstuk L. Het stemmen bij volmacht

Artikel L 2

Een verzoek als bedoeld in artikel L 9 van de Kieswet bevat de volgende gegevens en bescheiden:

  • a. de geslachtsnaam, de voornamen of voorletters, de geboortedatum, het woonadres, de nationaliteit en, indien van toepassing, het burgerservicenummer, het correspondentieadres, het e-mailadres, het telefoonnummer. Van de gemachtigde: de geslachtsnaam, de voornamen of voorletters, de geboortedatum, het woonadres, en, indien van toepassing, het burgerservicenummer, het correspondentieadres, het e-mailadres en het telefoonnummer;

  • b. een kopie van een geldig Nederlands paspoort, een kopie van een geldige Nederlandse identiteitskaart, een kopie van een geldige identiteitskaart van Bonaire, Sint Eustatius of Saba of een kopie van een geldige identiteitskaart van Aruba, Curaçao of Sint Maarten waarop de Nederlandse nationaliteit staat vermeld;

  • c. de verklaring dat de persoon of zijn Nederlandse echtgenoot, geregistreerde partner of levensgezel en kinderen, voor zover dezen met hem een gemeenschappelijke huishouding voeren, in Nederlandse openbare dienst werkzaam is in Aruba, Curaçao of Sint Maarten.

Hoofdstuk M. Het stemmen per brief

Artikel M 2

Een verzoek als bedoeld in artikel M 3 van de Kieswet bevat een adres buiten Nederland waar de persoon de stukken, bedoeld in artikel M 6 van de Kieswet, wenst te ontvangen.

Artikel M 3

  • 1 De vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten zendt de personen die in Aruba, Curaçao of Sint Maarten wonen, de stukken, bedoeld in artikel M 6, eerste lid, van de Kieswet.

  • 2 De vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten draagt er zorg voor dat de stembiljetten alsmede de formulieren voor de processen-verbaal voor de briefstembureaus in Aruba, Curaçao, respectievelijk Sint Maarten tijdig in gereedheid worden gebracht.

Artikel M 4

De burgemeester van ’s-Gravenhage zet op de retourenveloppe, bedoeld in artikel M 6 van de Kieswet, het adres van:

Artikel M 5

De stembescheiden, bedoeld in artikel M 7 van de Kieswet, bevatten een kopie van een geldig Nederlands paspoort, een kopie van een geldige Nederlandse identiteitskaart, een kopie van een geldige identiteitskaart van Bonaire, Sint Eustatius of Saba of een kopie van een geldige identiteitskaart van Aruba, Curaçao of Sint Maarten waarop de Nederlandse nationaliteit staat vermeld.

Artikel M 6

De stukken, bedoeld in artikel M 6, eerste lid, van de Kieswet, worden aan de kiezer gezonden per luchtpost, tenzij het adres waarheen zij gezonden moeten worden, in België is gelegen.

Artikel M 7

Indien burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage gebruik hebben gemaakt van hun bevoegdheid, bedoeld in artikel M 9, tweede lid, van de Kieswet, gelden ten aanzien van de extra zittingen van de briefstembureaus voorafgaande aan de dag van de stemming de artikelen M 8 tot en met M 12.

Artikel M 8

Ten minste twee weken vóór de eerste zitting brengen burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage ter openbare kennis op welke dag of dagen en gedurende welke tijden de briefstembureaus extra zitting houden, alsmede op welke plaats.

Artikel M 9

  • 1 Aan het eind van elke zitting wordt de sleuf van de stembus onmiddellijk in tegenwoordigheid van de in het stemlokaal aanwezige kiezers afgesloten, waarna de stembus verzegeld wordt en de sleutel waarmee de stembus is afgesloten, in een te verzegelen enveloppe wordt gedaan.

  • 2 Vervolgens stelt het stembureau vast:

    • a. het aantal door het briefstembureau op de zitting verwerkte retourenveloppen;

    • b. het aantal ingevolge artikel M 11 van de Kieswet terzijde gelegde retourenveloppen.

  • 3 De aantallen, bedoeld in het tweede lid, worden door de voorzitter aan de aanwezige kiezers bekend gemaakt.

  • 4 Daarna worden in afzonderlijke, te verzegelen, pakken gedaan:

    • a. de ingewilligde registratieverzoeken van kiezers in het buitenland, waarvan de handtekening is vergeleken met die op het briefstembewijs, tezamen met een gewaarmerkte verklaring van het stembureau betreffende het aantal gestelde parafen;

    • b. de ingeleverde briefstembewijzen;

    • c. de ingevolge artikel M 11 van de Kieswet terzijde gelegde retourenveloppen;

Artikel M 11

  • 1 Onmiddellijk na de ondertekening van het proces-verbaal, wordt dit tezamen met de stembus, de verzegelde pakken, de verzegelde enveloppe en de verzoekschriften waarvan de handtekening nog niet vergeleken is, door de voorzitter van het stembureau bij de burgemeester van 's-Gravenhage in bewaring gegeven.

  • 2 De burgemeester van 's-Gravenhage stelt tijdig voor de aanvang van elke volgende extra zitting de aan hem ingevolge het eerste lid overgedragen verzoekschriften waarvan de handtekening nog niet vergeleken is, ter beschikking aan de voorzitter van het briefstembureau.

  • 3 Voor elke extra zitting wordt een andere stembus gebruikt.

Artikel M 12

  • 1 De burgemeester van 's-Gravenhage stelt tijdig voor de aanvang van de stemopneming bedoeld in artikel N 16a, eerste lid, van de Kieswet de aan hem overgedragen stembussen, verzegelde enveloppen en verzoekschriften waarvan de handtekening nog niet vergeleken is, ter beschikking aan de voorzitter van het briefstembureau.

  • 2 Tijdig voor de aanvang van de stemopneming opent het stembureau de verzegelde enveloppen, waarna het vervolgens de stembussen opent.

Artikel M 13

De artikelen M 7 tot en met M 12 zijn van overeenkomstige toepassing op briefstembureaus in het buitenland, met dien verstande dat:

  • a. aan de burgemeester opgedragen taken worden verricht door het briefstembureau dan wel door de vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao of Sint Maarten;

  • b. de bevoegdheden van burgemeester en wethouders bevoegdheden zijn van Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, respectievelijk Onze Minister van Defensie.

Artikel M 14

De lijst, bedoeld in artikel M 9, zesde lid, van de Kieswet bevat de nummers van de briefstembewijzen van personen die overeenkomstig artikel M 1 van de Kieswet zijn toegelaten tot de stemming.

Hoofdstuk N. De stemopneming door het stembureau

§ 1. De stemopneming door een stembureau waar met stemmachines wordt gestemd

[Vervallen per 06-02-2008]

§ 2. Regeling van de schorsing en hervatting van de stemopneming.

Artikel N 9

Indien met toepassing van artikel N 16a van de Kieswet de briefstembureaus te 's-Gravenhage op de dag van stemming aanvangen met de stemopneming, gelden ten aanzien van de schorsing en hervatting hiervan de artikelen N 10 tot en met N 13.

Artikel N 10

  • 1 Nadat de stemmen zijn opgenomen en aan artikel N 9, tweede lid, van de Kieswet toepassing is gegeven, schorst de voorzitter van het briefstembureau de stemopneming. Van de geschorste stemopneming wordt proces-verbaal opgemaakt.

Artikel N 11

Onmiddellijk na de ondertekening van het proces-verbaal, wordt dit tezamen met de verzegelde pakken met stembiljetten door de voorzitter van het stembureau bij de burgemeester in bewaring gegeven.

Artikel N 12

Zodra de handelingen, bedoeld in de artikelen M 10 en M 11 van de Kieswet, ten aanzien van alle tijdig binnengekomen retourenveloppen zijn beëindigd, stelt de burgemeester de hem ingevolge artikel M 11 overhandigde verzegelde pakken en processen-verbaal van de extra zittingen en het hem ingevolge artikel N 11 overhandigde proces-verbaal van de stemopneming en de verzegelde pakken met stembiljetten ter beschikking van het stembureau.

Artikel N 13

  • 2 Van de hervatting van de stemopneming wordt proces-verbaal opgemaakt.

  • 3 Bij ministeriële regeling wordt voor het proces-verbaal van de hervatting van de stemopneming een model vastgesteld.

Artikel N 14

De artikelen N 9 tot en met N 13 zijn van overeenkomstige toepassing op briefstembureaus in het buitenland, met dien verstande dat aan de burgemeester opgedragen taken worden verricht door het briefstembureau dan wel door de vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao of Sint Maarten.

Hoofdstuk P. De vaststelling van de verkiezingsuitslag door het centraal stembureau

Artikel P 1

  • 1 Indien het centraal stembureau programmatuur ten behoeve van de berekening van de uitslag van de verkiezingen of de berekening van de zetelverdeling gebruikt, zijn de volgende leden van toepassing.

  • 2 Het centraal stembureau stelt voor de programmatuur een specificatie op van de voor de berekening van de uitslag van de verkiezingen of de berekening van de zetelverdeling geldende wet- en regelgeving. De specificatie maakt duidelijk op welke wijze in de programmatuur de wet- en regelgeving moet worden toegepast bij de berekening van de uitslag van de verkiezingen of de berekening van de zetelverdeling.

  • 3 Het centraal stembureau laat de specificatie, bedoeld in het tweede lid, door een onafhankelijke instantie toetsen en maakt de specificatie en de uitkomst van de toets openbaar.

  • 4 Het centraal stembureau laat de programmatuur, bedoeld in het eerste lid, door een onafhankelijke instantie toetsen en maakt de uitkomst van de toets uiterlijk op de dag van de kandidaatstelling openbaar.

  • 5 Het centraal stembureau maakt uiterlijk op de dag van kandidaatstelling ten minste de documentatie en de broncode met betrekking tot de programmatuur die bij de daaropvolgende verkiezingen wordt gebruikt, openbaar.

  • 6 De onafhankelijke instantie, bedoeld in het vierde lid, toetst of de programmatuur:

    • a. voldoet aan de specificatie, bedoeld in het tweede lid;

    • b. voldoet aan de eisen, die bij ministeriële regeling aan de programmatuur zijn gesteld.

  • 7 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de toetsing door en de deskundigheid van de onafhankelijke instantie, de openbaarmaking van de uitkomst van de toets en de eisen aan de programmatuur, met dien verstande dat deze eisen geen betrekking hebben op de wijze waarop de programmatuur de wet- en regelgeving moet toepassen bij de berekening van de uitslag van de verkiezingen of de berekening van de zetelverdeling.

Artikel P 2

  • 1 Het centraal stembureau maakt de aantallen stemmen, zoals deze aantallen door het centraal stembureau zijn ingevoerd in de programmatuur, gelijktijdig met het vaststellen van de uitslag openbaar.

  • 2 Bij ministeriële regeling kan een internetadres worden aangewezen waarop de openbaarmaking geschiedt.

Artikel P 3

De bekendmaking, bedoeld in artikel P 20, tweede lid, van de Kieswet, geschiedt, indien het betreft de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, in de Nederlandse Staatscourant en, indien het betreft de verkiezing van de leden van provinciale staten, het algemeen bestuur of de gemeenteraad, op de in de provincie, het waterschap onderscheidenlijk de gemeente, gebruikelijke wijze.

Artikel P 4

Indien het centraal stembureau ingevolge het bepaalde in artikel P 21, tweede lid, van de Kieswet verzegelde pakken heeft geopend, worden deze pakken na gebruik wederom verzegeld.

Artikel P 5

  • 1 Voor zover, bij gecombineerde stemmingen, het centraal stembureau dan wel vertegenwoordigend orgaan van de ene verkiezing tot een nieuwe stemopneming besluit, geschiedt deze mede in aanwezigheid van het centraal stembureau respectievelijk vertegenwoordigend orgaan van de andere verkiezing.

  • 2 Het centraal stembureau dat mede aanwezig is bij de nieuwe stemopneming doet daarvan verslag aan het vertegenwoordigend orgaan waarvoor het de verkiezingsuitslag vaststelt of heeft vastgesteld.

Afdeling III. De verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Hoofdstuk R. De inlevering van de kandidatenlijsten

Artikel R 1

De formulieren voor de kandidatenlijsten, bedoeld in artikel R 1, derde lid, van de Kieswet, en voor de verklaringen, bedoeld in de artikelen R 2, eerste lid, R 7, vierde lid, en R 8, vierde lid, van de Kieswet, zijn gedurende drie weken vóór en op de dag van de kandidaatstelling verkrijgbaar bij het centraal stembureau.

Artikel R 2

  • 2 Nadere aanduidingen van de naam, mits op de gebruikelijke wijze afgekort, mogen aan de naam worden toegevoegd.

  • 3 Een persoon die gehuwd is of gehuwd is geweest, dan wel wiens partnerschap geregistreerd is of geregistreerd is geweest, wordt op de lijst vermeld hetzij met de eigen geslachtsnaam, hetzij, voor zover hij daartoe op grond van artikel 9 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek dan wel artikel 9 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES bevoegd is, met de geslachtsnaam van de echtgenoot of geregistreerde partner, dan wel met de eigen geslachtsnaam door middel van een liggend streepje gevolgd door of voorafgegaan door de geslachtsnaam van de echtgenoot of geregistreerde partner.

    Achter de voorletters of, indien vermeld, de roepnaam, mag ter aanduiding van het geslacht van de kandidaat de toevoeging «(m)» of «(v)» worden geplaatst.

Afdeling IV. De verkiezing van de leden van het Europese Parlement

Hoofdstuk Y. De verkiezing van de leden van het Europese Parlement

Artikel Y 1

Ten aanzien van de verkiezing van de leden van het Europese Parlement zijn, voor zover deze afdeling niet anders bepaalt, de bij afdeling II van dit besluit gestelde bepalingen inzake de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer van overeenkomstige toepassing.

Artikel Y 1a

De formulieren voor het verzoek, bedoeld in artikel Y 32, eerste lid, van de Kieswet, zijn ten minste 6 weken voor de dag en op de dag van kandidaatstelling verkrijgbaar bij elke gemeente.

Artikel Y 2

De formulieren voor de kandidatenlijsten en de verklaringen, bedoeld in artikel H 1, zijn gedurende drie weken vóór en op de dag van de kandidaatstelling mede verkrijgbaar bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het Europese Parlement.

Artikel Y 3

  • 1 De formulieren voor de schriftelijke verklaring, bedoeld in artikel Y 13, eerste lid, van de Kieswet, zijn gedurende drie weken vóór en op de dag van de kandidaatstelling verkrijgbaar bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het Europese Parlement.

  • 2 Indien de kandidaat zich buiten het Europese deel van Nederland bevindt, is de verklaring niet aan enig formulier gebonden en kan zij ook elektronisch geschieden.

Artikel Y 4

Het tijdstip en de plaats van de zitting, bedoeld in artikel I 4 van de Kieswet, worden tijdig door de voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het Europese Parlement in de Nederlandse Staatscourant bekendgemaakt.

Artikel Y 7

Bij regeling van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de wijze en het tijdstip waarop de mededeling, bedoeld in artikel Y 32, achtste lid, van de Kieswet, dient te geschieden.

Afdeling IVa. De verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van de eilandsraden, van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en van het Europees Parlement in Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Hoofdstuk Ya. De verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van de eilandsraden, van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en van het Europees Parlement in Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Artikel Ya 1

De waarborgsom, bedoeld in artikel Ya 15 juncto het tweede lid van artikel G 3 van de Kieswet, dient te worden overgemaakt op de daartoe bestemde rekening van het openbaar lichaam, bij een financiële onderneming die ingevolge de Wet financiële markten BES in de openbare lichamen het bedrijf van kredietinstelling mag uitoefenen, onder vermelding van de woorden «waarborgsom registratie».

Artikel Ya 2

Indien het betreft de verkiezing van de leden van de eilandsraden, mogen aanduidingen op de kandidatenlijst in het Engels of in het Papiaments worden vermeld.

Artikel Ya 3

De waarborgsom, bedoeld in artikel Ya 17 juncto artikel H 14 van de Kieswet, dient uiterlijk op de veertiende dag voor de kandidaatstelling te zijn ontvangen op de daartoe bestemde rekening van het openbaar lichaam, bij een financiële onderneming die ingevolge de Wet financiële markten BES in de openbare lichamen het bedrijf van kredietinstelling mag uitoefenen, onder vermelding van de woorden «waarborgsom kandidaatstelling».

Artikel Ya 4

  • 1 Afschriften van de processen-verbaal van de zittingen, bedoeld in artikel I 1 worden, indien het betreft de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, tevens ter inzage gelegd op het bestuurskantoor in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De voorzitter van het centraal stembureau draagt er zorg voor dat de processen-verbaal daartoe langs elektronische weg ter kennis worden gebracht van de gezaghebbers van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • 2 Afschriften van de processen-verbaal van de zittingen, bedoeld in artikel I 1 in samenhang met artikel Y 1, worden, indien het betreft de verkiezing van de leden van het Europees Parlement, tevens ter inzage gelegd op het bestuurskantoor in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De voorzitter van het centraal stembureau draagt er zorg voor dat de processen-verbaal daartoe langs elektronische weg ter kennis worden gebracht van de gezaghebbers van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage , 19 oktober 1989

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

D. IJ. W. de Graaff-Nauta

Uitgegeven de zesentwintigste oktober 1989

De Minister van Justitie

F. Korthals Altes

Naar boven