FIOD-toelage regeling

[Regeling vervallen per 01-01-2020.]
Geraadpleegd op 17-04-2024.
Geldend van 10-02-1990 t/m 31-12-2019

Toelage wegens bijzondere werktijden van buitendienstpersoneel van de FIOD

De staatssecretaris van Financiën en de minister van Binnenlandse Zaken,

Overwegende, dat de bijzondere werktijden van het buitendienstpersoneel van de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst FIOD, het wenselijk maken een regeling te treffen voor de vergoeding van extra dienst;

Gelet op artikel 23, twaalfde lid, en artikel 25, eerste lid, van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984;

Besluiten:

Artikel I

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

Voor de toepassing van dit besluit worden verstaan onder

ambtenaren van de fiscale-recherche en ambtenaren van de douanerecherche:

de ambtenaren van de Fiscale inlichtingen en opsporingsdienst FIOD, werkzaam in de buitendienst, voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 12 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984;

ambtenaren van de inlichtingendienst:

de ambtenaren van de Fiscale inlichtingen en opsporingsdienst FIOD, werkzaam in de buitendienst, die het gehele land als werkterrein hebben, voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 12 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

Artikel II

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

Aan de ambtenaren van de fiscale-recherche en aan de ambtenaren van de douane-recherche wordt een maandelijkse toelage verleend, gelijk aan de geldelijke vergoeding voor 5,9 uren overwerk tegen een uurbeloning van 150% van het uurloon behorende bij salarisnummer 8 van salarisschaal 9 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

Artikel III

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

Aan de ambtenaren van de inlichtingendienst wordt een maandelijkse toelage verleend, gelijk aan de geldelijke vergoeding voor 4,1 uren overwerk tegen een uurbeloning van 150% van het uurloon behorende bij salarisnummer 8 van salarisschaal 9 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

Artikel IV

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

De in de artikelen II en III genoemde toelage geldt als vergoeding voor overwerk en extra dienst, alsmede voor met dat overwerk c.q. die extra dienst samenhangende inconveniënten.

Artikel V

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 1 De in het vorige artikel bedoelde toelage wordt toegekend met ingang van de dag waarop de ambtenaar de werkzaamheden, waaraan de toelage is verbonden, gaat verrichten.

  • 2 De in het vorige lid bedoelde toelage wordt ingetrokken met ingang van de dag waarop de omstandigheid, die tot toekenning van de toelage aanleiding gaf, vervalt.

  • 3 Voor de ambtenaar die tijdelijk met andere werkzaamheden is belast, waarvoor de ingevolge deze beschikking verleende toelage niet kan worden genoten, eindigt het genot van de toelage met ingang van de eerste dag van de maand, volgende op die waarin deze tijdelijke werkzaamheden een maand achtereen hebben geduurd.

Artikel VI

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

Voorstellen tot toekenning en intrekking van een toelage als in deze beschikking bedoeld, worden in daartoe aanleiding gevende gevallen voor de vijfde van iedere maand aan de Centrale Directie Financieel-Economische Zaken, Afdeling Salarissen te Zwolle, ingezonden.

Artikel VII

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

De toelage wordt gelijk met het salaris betaalbaar gesteld.

Artikel VIII

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

Deze beschikking, die kan worden aangehaald als ‘FIOD-toelage regeling’, treedt in de plaats van de gemeenschappelijke beschikking van de staatssecretaris van Financiën van 9 maart 1988, nr. 588-3711, en de minister van Binnenlandse Zaken van 17 maart 1988, nr. AB88/159/I. Zij treedt in werking met ingang van de tweede dag na publikatie in de Nederlandse Staatscourant en werkt terug tot en met 1 juli 1989.

De minister van Financiën is belast met de uitvoering van deze beschikking, die in de Nederlandse Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan een afschrift zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer.

's-Gravenhage, 14 september 1989

De

staatssecretaris

van Financiën,
Namens deze:
De

plv. directeur-generaal der Belastingen

,

J. N. van Lunteren

De

minister

van Binnenlandse Zaken,
Voor deze:
Het

hoofd van de afdeling

Financiële Arbeidsvoorwaarden Rijkspersoneel,

C. J. Debets

Naar boven