Bijlage 1
[Regeling vervallen per 24-01-2004]
1. Ten oosten van Texel:
het gedeelte aan de westzijde begrensd door de kust en de lijn over de punten op 500
meter ten zuiden van de meest zuidelijke punt van Texel, 500 meter ten zuidwesten
van de zuidpunt van de mokbaai, 500 meter ten zuidoosten van het rode licht van de
NIOZ-haven, 500 meter ten zuidoosten van het rode licht van de haven van Oudeschild,
500 meter ten zuidoosten van de kust bij het Gemaal, 500 meter ten oosten van Het
Noorden en vandaar een lijn van 500 meter naar de kust van Texel.
2. Ten oosten van Vlieland:
het gedeelte aan de westzijde begrensd door de kust ter breedte van 500 meter vanaf
B 1 op het Posthuiswad tot de groene ton VS 7.
3. Ten oosten van Terschelling:
- -
het gedeelte begrensd door de meest westelijke komdam en de lijn tussen de meest westelijke
punt van die komdam, de rode ton SG 20 en het rode licht van de haven van West Terschelling
en
- -
het gedeelte aan de noordwestzijde begrensd door de kust en de lijn over de volgende
punten:
het groene havenlicht van de haven van West Terschelling, de rode ton O 2, vervolgens
over de rode tonnen van het vaarwater Oosterom tot de scheidingston WG 11/O 68 van
het Westgat en vandaar naar de Noordkaap op de Boschplaat.
4. Ten zuiden van Ameland:
- -
het gedeelte aan de noordzijde begrensd door de kust en de lijn over de volgende punten:
de meest westelijke punt van het eiland, de rode ton WG 14, de rode tonnen en de rode
bakens van de vaarwaters Westgat en Molengat tot de scheidingston MA 22/BB 1, vervolgens
over de 0 meter dieptelijn aan de noordzijde van het Brandgat tot het baken MG 26
en vandaar naar de lichtopstand van de Nieuwe Veersteiger en
- -
het gedeelte aan de noorzijde begrensd door de kust ter breedte van 500 meter vanaf
de lichtopstand van de Nieuwe Veersteiger tot aan het Hek op de scheiding van het
Nieuwlandsrijd en de Rijksgronden.
5. Ten zuiden van Schiermonnikoog:
het gedeelte aan de noordzijde begrensd door de kust en de lijn over de volgende punten:
de meest westelijke punt van het eiland, het rode baken GvS 6, de rode bakens van
de vaarwaters Gat van Schiermonnikoog en Groote Siege en de lichtopstand op de veerdam.
Bijlage 2
[Regeling vervallen per 24-01-2004]
1. In de Westerschelde:
de Hooge Platen, Paulinaschor, het verdronken land van Saeftinge, Schor van Waarde
en Sloehaven.
2. In de Oosterschelde:
de zandkreek, uitgebakende schelpdierpercelen, het gedeelte dat ligt ten oosten van
de Oesterdam en de Philipsdam, het gedeelte dat ligt ten westen van de lijn tussen
het havenlicht van de haven van Burghsluis en het groene havenlicht van de werkhaven
Sophiapolder en het gedeelte dat ligt ten oosten van de lijn tussen dijkpaal 80 van
de Anna Jacobapolder en de zuidoostpunt van het lage bekken van de Philipsdam.
3. In het Nederlandse gedeelte van de Dollard:
het gedeelte begrensd door de lijn tussen de meest westelijke punt van de Geisedam
en de meest oostelijke punt van de Hoek van Reide, de kustlijn van Groningen vanaf
de meest oostelijke punt van de Hoek van Reide, naar de aansnijding van de in het
Eems-Dollardverdrag 1960 genoemde grenslijn tussen Nederland en Duitsland en de kust
en vandaar langs die grenslijn tot de positie 53° 19'13" NB en 7° 11'35" OL en vervolgens
in een rechte lijn naar de meest westelijke punt van de Geisedam.
4. In het Nederlandse gedeelte van de Eems:
de Eemshaven, het gedeelte ter breedte van 200 meter langs de buitenzijde van de strekdammen
van de Eemscentrale, tussen de strekdammen van de Eemscentrale, de Eemsdijk vanaf
de oostelijke strekdam van de Eemscentrale in zuidelijke richting tot dijkpaal 38,
het gedeelte van het Eemswad begrensd door de noordelijke pier van het Zeehavenkanaal
en de lijn tussen het groene havenlicht op de oostelijke punt van de pier en de ton
BW 11 van het vaarwater Bocht van Watum en vandaar in zuidelijke richting naar de
noordelijke pier, een gedeelte ter breedte van 100 meter van het Borgsweerder wad
langs de westelijke strekdam van de haven van Termunterzijl, de buitenhavens van Termunterzijl,
een gedeelte ter breedte van 100 meter van het Termunterwad langs de oostelijke strekdam
van de haven van Termunterzijl, een gedeelte ter breedte van 150 meter van het Termunterwad
gelegen langs de zeedijk vanaf de oostelijke strekdam van de haven van Termunterzijl
tot de eerste bocht in de zeedijk, het droogvallend gedeelte aan de noordzijde van
de Hoek van Reide vanaf de meest westelijke strekdam die de scheiding vormt met het
Termunterwad tot de meest oostelijke punt van de Hoek van Reide.
5. In de Waddenzee:
uitgebakende schelpdierpercelen, het gehele kombergingsgebied van het Engelschmangat,
het Normerven nabij Hippolytushoef en een zone van 1 000 meter er om heen, de afgesloten
delen van het Staatsnatuurmonument Waddenzee, bij beschikking van 18 mei 1981 (Stcrt.
93) van de staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk als Staatsnatuurmonument
aangewezen, zoals deze delen zijn aangegeven op de hydrografische kaarten, editie
1988, nummer 1811 en 1812, samengesteld door de Dienst der Hydrografie van de Koninklijke
Marine, uitgegeven door de chef der Hydrografie, (de groene lijn gebieden art. 17
van de Natuurbeschermingswet), de bij laagwater droogvallende platen ten noorden,
oosten en zuiden van Noorderhaaks voor zover gelegen ten oosten van de lijn van de
lichttoren Kijkduin bij Den Helder naar de positie 52°58'24" NB en 4°39'30" OL op
Noorderhaaks gelegen en vervolgens naar de oriënteertafel op het Loodsmansduin te
Texel, de aan de Waddenzee gelegen open havens en spuihavens te Den Helder, Den Oever,
Breezanddijk, Kornwerderzand, Harlingen, Roptazijl, Lauwersoog, Noordpolderzijl, 't
Horntje, NIOZ-haven, Oudeschild, Vlieland en Terschelling, het gedeelte ter breedte
van 100 meter langs de Noorddijk te Den Helder vanaf het rode havenlicht op het Oosterhavenhoofd
tot de hoek Noorddijk/Oostdijk, het gedeelte van de spuikom van Balgzandkanaal vanaf
de spuisluis tot het einde van de dam, de mokbaai bij Texel, het gedeelte ter breedte
van 100 meter langs de Afsluitdijk van Den Oever tot de Kop Afsluitdijk, het gedeelte
ter breedte van 100 meter langs de Friese dijk vanaf de Kop Afsluitdijk tot dijkpaal
94 bij Koehool, een gedeelte ter breedte van 100 meter langs de havendammen en leidammen
van de aan de Afsluitdijk gelegen havens, het gedeelte ter breedte van 100 meter langs
de Noorder- en Zuiderpier te Harlingen, het gedeelte ter breedte van 100 meter langs
de noordoostzijde van de Pollendam, het gedeelte ter breedte van 100 meter langs de
pieren te Roptazijl, het bij laagwater droogvallend gedeelte langs de Noordvaarder,
met uitzondering van het gedeelte begrensd door de meest westelijke komdam en de lijn
tussen de meest westelijke punt van die komdam, de rode ton SG 20 en het rode licht
van de haven van West-Terschelling, het gedeelte langs de westzijde van de Oosthavendam
en het gedeelte ter breedte van 200 meter langs de meest noordelijk gelegen 200 meter
van de oostzijde van de Oosthavendam van de haven van West-Terschelling, het gedeelte
ter breedte van 200 meter langs de westelijke havendam van Lauwersoog en de Friese
lauwerszeedijk vanaf het groene havenlicht tot dijkpaal 2.1 en het gedeelte ter breedte
van 200 meter langs de noordelijke havendam van Lauwersoog en de Groningse Lauwerszeedijk
vanaf het rode havenlicht tot dijkpaal 86.5 en van dijkpaal 85,5 tot dijkpaal 84,5.