Actualisering taken Commissie Ontwikkeling Defensie Materieel (CODEMA)

Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 03-04-1989 t/m heden

Actualisering taken Commissie Ontwikkeling Defensie Materieel (CODEMA)

De minister van Defensie,

Handelende in overeenstemming met de ministers van Buitenlandse Zaken, van Economische Zaken en van Financiën;

Overwegende dat de intstellingsbeschikking van de Commissie Ontwikkeling Defensie Materieel (CODEMA) van 20 november 1978 dient te worden geactualiseerd;

Besluit:

Artikel 1. Doelstelling en taken CODEMA

  • 1 De CODEMA heeft tot doel het stimuleren van ontwikkelingsprojecten op het gebied van defensie-materieel, mede in het licht van het versterken van de concurrentiepositie van het Nederlands bedrijfsleven. Dit doel wordt verwezenlijkt door middel van een financieringsregeling voor het uitvoeren van c.q. deelnemen aan ontwikkelingsprojecten op basis van verwachtbare defensiebehoeften of in het kader van relevante economische factoren.

  • 2 De CODEMA is belast met de volgende taken met betrekking tot (potentiële) projecten:

    • a. projectselectie en -goedkeuring;

    • b. vaststelling van de financiering;

    • c. het geven van richtlijnen en aanwijzingen aan het krijgsmachtdeel of aan een andere daartoe aangewezen instantie, belast met de contractafsluiting;

    • d. het formuleren van het beleid inzake ontwikkelingsprojecten en het geven van richtlijnen ten aanzien van de uitvoering van dat beleid. Deze richtlijnen worden bekend gesteld in de vorm van de CODEMA-werkwijze.

Artikel 2. Samenstelling CODEMA

  • 1 De CODEMA bestaat uit de volgende leden:

    • a. de directeur-generaal Materieel, tevens voorzitter;

    • b. de directeur Wetenschappelijk Onderzoek en Ontwikkeling van het directoraat-generaal Materieel, tevens plaatsvervangend voorzitter;

    • c. de directeur Financieel Beheer van het directoraat-generaal Economie en Financiën;

    • d. de chef van de directie Atlantische Samenwerking en Veiligheidsaangelegenheden van het ministerie van Buitenlandse Zaken;

    • e. het hoofd van de sectie Defensie van de Inspectie der Rijksfinanciën van het ministerie van Financiën;

    • f. de commissaris voor Militaire Produktie en Overheidsaanschaffingen van het directoraat-generaal voor de Industrie en Regionaalbeleid van het ministerie van Economische Zaken.

  • 2 De leden kunnen zich doen vervangen dan wel laten bijstaan door functionarissen behorend tot hun ressort.

  • 3 Tot - niet stemgerechtigde - ad hoc leden van de CODEMA worden benoemd:

    • a. de plaatsvervangend directeur Materieel Koninklijke Marine;

    • b. de sous-chef Beleid van de directie Materieel Koninklijke Landmacht;

    • c. de sous-chef Plannen en Management van de directie Materieel Koninklijke Luchtmacht.

  • 4 De ad-hoc leden kunnen zich doen vervangen dan wel laten bijstaan door het hoofd Wetenschappelijk Onderzoek van hun krijgsmachtdeel.

  • 5 Andere niet-leden kunnen ter vergadering worden uitgenodigd voor het geven van toelichting/advies.

Artikel 3. Secretariaat en werkwijze

  • 1 De CODEMA komt naar behoefte bijeen voor overleg en besluitvorming.

  • 2 Een functionaris van het directoraat-generaal Materieel is belast met het secretariaat van de CODEMA.

  • 3 De vastgestelde CODEMA-werkwijze ligt ter inzage bij het directoraat-generaal Materieel van het ministerie van Defensie (Plein 4, 's-Gravenhage, kamer D 257).

  • 4 De krijgsmachtdelen zijn verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van de CODEMA-projecten.

Artikel 4

De beschikking van de minister van Defensie, dd. 20 november 1978, nr. 391694/Q, laatstelijk gewijzigd bij beschikking van 7 oktober 1980, nr. 391694/T, wordt ingetrokken.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 3 april 1989.

Afschrift van deze beschikking wordt gezonden aan: de minister van Buitenlandse zaken, de minister van Financiën, de minister van Economische Zaken, de staatssecretaris van Defensie, de voorzitter van de Adviesraad militaire produktie, de voorzitter, de leden en ad-hoc leden van de CODEMA.

's-Gravenhage, 3 april 1989

De

minister

van Defensie,
voor deze,
De

directeur-generaal Materieel

,

H. Boekenoogen

Naar boven