Uitvoeringsregeling beleggingen IOF en OFB

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-01-1989 t/m heden

Uitvoeringsregeling beleggingen IOF en OFB

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in overeenstemming met de minister van Financiën,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van de Wet van 8 december 1988, Stb. 1988, 582; [tekstcorrectie :"582" moet zijn "562"]

De Sociale Verzekeringsraad gehoord (advies van 5 mei 1988);

Besluit:

Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder

fonds:

het Invaliditeits- en Ouderdomsfonds, bedoeld en de Invaliditeitswet (Stb. 1913, 205), en het

Ouderdomsfonds B,

bedoeld in de Ouderdomswet 1919 (Stb. 1919, 628).

Artikel 2

De Sociale Verzekeringsraad wordt in zijn toezichthoudende taak op de beleggingen van de fondsen geadviseerd en bijgestaan door de beleggingscommissie als bedoeld in artikel 1, vierde lid, van het Besluit beleggingsvoorschriften sociale verzekeringsfondsen (Stcrt. 1982, 150).

Paragraaf 2. Beleggingen

Artikel 3

  • 1 Belegging in schuldbrieven is toegestaan, mits die schuldbrieven luiden in Nederlands courant en hetzij zijn uitgegeven ten laste van hetzij rechtstreeks, volledig en onvoorwaardelijk voor rente en aflossing zijn gewaarborgs door:

    • a. de Nederlandse Staat;

    • b. een Nederlands openbaar lichaam met verordenende bevoegdheid anders dan de Staat;

    • c. een internationaal lichaam, waarin de Nederlandse Staat, te zamen met andere Staten deelneemt.

  • 2 Belegging in schuldbrieven is voorts toegestaan in schuldbrieven die luiden in Nederlands courant en zijn uitgegeven ten laste van een in Nederland gevestigde maatschappij naar Nederlands recht.

Artikel 4

  • 1 Voor belegging in onderhandse geldleningen is artikel 3 van overeenkomstige toepassing.

  • 2 Belegging is bovendien toegestaan in onderhandse geldleningen die zijn uitgegeven ten laste van een natuurlijke persoon, mits deze leningen op het moment van verstrekking volledig gewaarborgd zijn door het recht van hypotheek op onroerende goederen in Nederland gelegen, en luiden in Nederlands courant.

Artikel 5

Belegging is toegestaan in aandelen en certificaten van aandelen, genoteerd aan een officiële beurs, luidend in Nederlands courant en uitgegeven door een in Nederland gevestigde maatschappij naar Nederlands recht.

Artikel 7

Belegging op termijn van twee jaren of korter is voorts toegestaan in bankdeposito's, die worden aangehouden bij een in Nederland gevestigde geregistreerde kredietinstelling, mits deze bankdeposito's luiden in Nederlands courant.

Paragraaf 3. Slotbepalingen

Artikel 8

Beleggingen die zijn verricht voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling en die niet overeenstemmen met de in deze regeling vervatte regels moeten binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze regeling hetzij te gelde worden gemaakt hetzij in overeenstemming met deze regels worden gebracht.

Artikel 9

Deze regeling, die in de Nederlandse Staatscourant wordt geplaatst, treedt in werking met ingang van de dag waarop de Wet van 8 december 1988 (Stb. 1988, 562) tot intrekking van de Beleggingswet, in werking treedt.

's-Gravenhage, 29 december 1988

De

staatssecretaris

voornoemd,

L. de Graaf

Naar boven