Besluit van 22 juli 1988, houdende vaststelling van het Besluit legbatterijen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 15 februari 1988,
No. J. 1225, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Gelet op artikel 4, vierde lid, van de Wet houdende vaststelling van minimumeisen voor het
houden van legkippen (Stb. 1984, 272) en op artikel 18, eerste lid, van de Landbouwwet (Stb. 1957, 342);
Gehoord het Landbouwschap, het Produktschap voor Pluimvee en Eieren, de Nederlandse
Vereniging tot bescherming van Dieren, het Bedrijfschap voor de Pluimveehandel en
-industrie en het Bedrijfschap voor de groothandel in eieren en eiprodukten en de
eiproduktenindustrie;
De Raad van State gehoord (advies van 19 april 1988, No. W.11.88.0081);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 8 juli 1988,
No. J. 4890, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: