Instelling commissie van overleg

[Regeling vervallen per 01-02-2008.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-10-1987 t/m 31-01-2008

Instelling Commissie van Overleg

De minister van Onderwijs en Wetenschappen, tevens belast met de coördinatie van het Wetenschapsbeleid;

Overwegende dat op grond van de op 14 mei 1987 tot stand gekomen Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling (Stb. 239) na overleg met de sectorraden een commissie van overleg sectorraden moet worden ingesteld en dat daarvan de samenstelling en inrichting dienen te worden geregeld;

Gelet op artikel 12 van de Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling; Gezien het overleg met de sectorraden (zie bijlage 1)1De bijlage wordt hier niet opgenomen; de tekst hiervan wordt afgedrukt in Uitleg.,

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-02-2008]

In dit besluit wordt verstaan onder:

Wet:

de raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling.

Sectorraad:

een sectorraad als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de wet.

Minister:

de minister van Onderwijs en Wetenschappen, tevens belast met de coördinatie van het Wetenschapsbeleid.

Artikel 2. Instelling

[Regeling vervallen per 01-02-2008]

  • 1 Er is een Commissie van Overleg Sectorraden, hierna te noemen de commissie.

  • 2 De commissie wordt ingesteld voor een periode van 6 jaar, die telkens met eenzelfde tijdvak kan worden verlengd.

  • 3 Uiterlijk 1 jaar voor het verstrijken van deze periode brengt de commissie advies uit aan de minister over de voortgang van haar werkzaamheden en de wijze van voortzetting van de activiteiten.

Artikel 3. Taak

[Regeling vervallen per 01-02-2008]

  • 2 De commissie kan deze taak onder meer uitvoeren door:

    • -

      het voeren van overleg over gemeenschappelijke aangelegenheden met voor sectorraden van belang zijnde instanties of organen, waaronder adviesraden die van belang zijn voor het Wetenschapsbeleid,

    • -

      het uitvoeren of doen uitvoeren van studies.

Artikel 4. Samenstelling

[Regeling vervallen per 01-02-2008]

De commissie bestaat uit:

  • a. een voorzitter, aangewezen door de minister, gehoord de commissie;

  • b. de voorzitters van de sectorraden;

  • c. een adviserend lid namens de minister;

  • d. niet-stemgerechtigde leden namens organen met een taak gelijkwaardig aan de taak van sectorraden.

Artikel 5. Benoeming, schorsing, ontslag

[Regeling vervallen per 01-02-2008]

  • 1 De minister benoemt, schorst en ontslaat de voorzitter van de commissie na overleg met de leden. De voorzitter wordt benoemd voor een tijdvak van 3 jaar en kan één keer herbenoemd worden.

  • 2 Een sectorraad kan de secretaris of een lid aanwijzen, die de voorzitter van de raad kan vervangen.

  • 3 De commissie wijst organen als bedoeld in artikel 4, onderdeel d, aan. De aanwijzing behoeft de goedkeuring van de minister.

Artikel 6. Werkprogramma en verslag

[Regeling vervallen per 01-02-2008]

  • 1 De commissie stelt jaarlijks een werkprogramma op en brengt dit ter kennis van de minister.

  • 2 De commissie brengt één keer per twee jaar verslag uit van haar werkzaamheden aan de minister.

Artikel 7. Secretariaat en midelen

[Regeling vervallen per 01-02-2008]

  • 1 De commissie wordt bijgestaan door een secretaris. Dee wordt aangesteld op voordracht van de voorzitter na overleg met de leden.

  • 2 De voorzitter ontvangt een vergoeding uit 's Rijks kas.

  • 3 De commissie legt jaarlijks voor een door de minister te bepalen datum een ontwerp-begroting voor het volgende kalenderjaar aan hem voor. De minister stelt de begroting vast.

  • 4 De minister kan extra middelen aan de commissie ter beschikking stellen voor het uitvoeren of doen uitvoeren van studies ten behoeve van de sectorraden.

  • 5 De minister draagt zorg voor de huisvesting, alsmede voor de nodige voorzieningen ten behoeve van het secretariaat van de commissie.

Artikel 8. Archiefbeheer

[Regeling vervallen per 01-02-2008]

Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt met inachtneming van de ter zake geldende bepalingen van het Besluit algemene secretarie-aangelegenheden rijksadministatie (Stb. 1980, 182, het Kb. ASAR) en overeenkomstig de bij het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen geldende regels. Na opheffing of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, wordt het archief van de commissie overgedragen aan de onderafdeling Centrale Archiefbewaarplaats van dit ministerie.

Artikel 9. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-02-2008]

  • 1 Deze beschikking treedt één dag na publicatie in de Staatscourant.

  • 2 Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze beschikking vervalt de beschikking van 30 mei 1984, kenmerk DGWB 29 720.

    Afschrift van de Instellingsbeschikking wordt gezonden aan: de leden van de commissie; de leden van het Interdepartementaal overleg voor het Wetenschapsbeleid; de Algemene Rekenkamer; de betrokken ministers.

Rijswijk, 29 september 1987

De

minister

van Onderwijs en Wetenschappen a.i.,

L. C. Brinkman

Naar boven