Tijdelijke regeling beperking capaciteit vissersvaartuigen

[Regeling vervallen per 24-01-2004.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-01-1998 t/m 23-01-2004

Tijdelijke regeling beperking capaciteit vissersvaartuigen

De minister van Landbouw en Visserij,

Overwegende, dat naar zijn oordeel de discrepantie tussen de vangstcapaciteit van de vissersvloot in de zee- en kustvisserij en de beschikbare hoeveelheid vis in die wateren een onmiddellijke voorziening eist tot beperking van de vangstcapaciteit van de vissersvloot;

dat hij voornemens is een voordracht te doen tot een maatregel die regelen stelt met betrekking tot beperking van de vangstcapaciteit van de vissersvloot;

dat hij omtrent de in voorbereiding zijnde maatregel overlegd heeft met het Produktschap voor Vis en Visprodukten, het Visserijschap en het Bedrijf voor de Groothandel in Vis en Aanverwante Bedrijven;

Gelet op de artikelen 4 en 9 van de Visserijwet 1963 (Stb. 312)1Laatstelijk gewijzigd bij Wet van 13 mei 1987 (Stb. 362);

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    minister:

    Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

    vissersvaartuig:

    vaartuig dat gebruikt wordt voor de bedrijfsmatige uitoefening van de visserij en dat:

    • a. voor ten minste tweederde gedeelte aan één of meer Nederlandse eigenaren toebehoort en

    • b. overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens het Registratiebesluit vissersvaartuigen (Stb. 1964, 143) staat geregistreerd;

    ondernemer:

    degene te wiens naam het vissersvaartuig in het centraal visserijregister als bedoeld in het Registratiebesluit vissersvaartuigen is geregistreerd;

    motorvermogen:

    maximaal continue vermogen, uitgedrukt in pk/kW, dat de hoofdmotor of hoofdmotoren zonder overbelasting gedurende onbeperkte tijdsduur kan onderscheidenlijk kunnen leveren, hetwelk is vastgelegd in een door de fabrikant ten behoeve van de hoofdmotor of hoofdmotoren afgegeven:

    • a. afnameprotocol, dat door de Scheepvaartinspectie of door een bij besluit van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 12 september 1972 (Stb. 512) aangewezen particulier onderzoekingsbureau is mede-ondertekend, of

    • b. verklaring inzake het maximaal continue-vermogen voor zover het in onderdeel a genoemde afnameprotocol alleen het afgestelde motorvermogen vermeldt;

    boomkor:

    vistuig dat bestaat uit één net dat is bevestigd aan en in horizontale richting wordt opengehouden door een constructie bestaande uit een boom die ten minste aan elk der uiteinden voorzien is van een slede of een slof, dan wel een soortgelijke constructie waarmee een net in horizontale richting wordt opengehouden;

    maaswijdte:

    lengte van de zonder bijzondere krachtsinpanning tussen haar eindknopen gestrekte maas, nat gemeten, met dien verstande, dat bij meerwandige netten deze meting wordt toegepast op de boezemmaas, gemeten overeenkomstig het bepaalde in de Verordening (EEG) nr. 2108/84 (PbEG L 194/22);

    tonnage:

    tonnage gemeten overeenkomstig het bepaalde bij en krachtens de Meetbrievenwet 1981 (Stb. 122);

    investeringsverplichting:

    rechtens afdwingbare verplichting die is aangegaan voor de bouw van een vaartuig bestemd voor de bedrijfsmatige uitoefening van de visserij en die is vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst.

  • 2 Voor de toepassing van het bepaalde in deze regeling heeft het aanlanden plaats op het tijdstip waarop het vissersvaartuig vaste verbinding met de wal heeft gekregen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Het is verboden met een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 2 000 pk uit te varen, de visserij uit te oefenen of vis aan te landen.

  • 2 Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op:

    • a. een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 2 000 pk dat op de dag van inwerkingtreding van deze regeling staat geregistreerd in het centraal visserijregister, voor zolang nog geen 20 jaren zijn verstreken nadat het vissersvaartuig voor de eerste maal in het centraal visserijregister is geregistreerd en het motorvermogen sinds de dag van inwerkingtreding van deze regeling niet is toegenomen;

    • b. een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 2000 pk, waarvoor vóór 25 februari 1987 een investeringsverplaatsing is aangegaan, en waarvan:

      • de kiel vóór 25 september 1987 is gelegd of

      • de aanbouw, herkenbaar als behorend tot een bepaald vissersvaartuig vóór 25 september 1987 is aangevangen en voor deze datum is aangevangen met de samenbouw die ten ministe 50 000 kg moet omvatten of één percent van de geschatte massa van al het bouwmateriaal, welke van deze twee waarden de laagste is.

        en dat vóór 25 februari 1990 in gebruik is genomen, voor zolang nog geen 20 jaren zijn verstreken nadat het vissersvaartuig voor de eerste maal in het centraal visserijregister is geregistreerd;

    • c. een vissersvaartuig met een lengte over alles van meer dan 59 meter, waarvoor een document als bedoeld in artikel 10 van de Beschikking regeling vangstbeperking is uitgereikt (Stcrt. 1984, 254).

Artikel 4

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Aan de ondernemer kan een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding worden toegekend in het geval dat:

    • a. het in de licentie vermelde motorvermogen hoger is dan 2 000 pk en de licentie voor dat gedeelte niet meer geldig is op grond van artikel 7a, aanhef en onderdeel b, van de Beschikking visserijlicentie (Stcrt. 1984, 253), voor zover dat gedeelte voor 25 februari 1987 door aankoop is verkregen, ten hoogste tot het aankoopbedrag daarvan;

    • b. de ondernemers als rechtstreeks gevolg van het verbod van artikel 3 een met een scheepswerf aangegane investeringsverplichting voor de bouw van een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 2000 pk. en waarvan:

      • de kiel op 25 september 1987 nog niet is gelegd of

      • de aanbouw, herkenbaar als behorend tot een bepaald vissersvaartuig op 25 september 1987 nog niet is aangevangen en op deze datum nog niet is aangevangen met de samenbouw die ten minste 50 000 kg omvat of één percent van de geschatte massa van al het bouwmateriaal, welke van deze twee waarden de laagste is, wijzigt en daardoor voor hem jegens die scheepswerf een rechtens afdwingbare verplichting ontstaat.

  • 2 Om voor een schadevergoeding in aanmerking te komen in het geval bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, dient de ondernemer een daartoe strekkend schriftelijk verzoek bij de minister in, binnen twee maanden nadat de licentie op grond van artikel 7a, aanhef en onderdeel b, van de Beschikking visserijlicentie gedeeltelijk niet meer geldig is, onder overlegging van de aankoopbewijzen of eventuele andere bewijsstukken.

  • 3 Om voor een schadevergoeding in aanmerking te komen in het geval bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, dient de ondernemer een daartoe strekkend verzoek bij de minister in, binnen twee maanden na de inwerkingtreding van deze regeling, onder overlegging van bewijsstukken.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Het is verboden met enig ander vaartuig dan een vissersvaartuig de visserij met de boomkor uit te oefenen dan wel zodanig vistuig aan boord van enig ander vaartuig dan een vissersvaartuig aanwezig te hebben.

  • 2 Het is met ingang van 3 maanden na de inwerkingtreding van deze regeling verboden met een vissersvaartuig de visserij met de boomkor uit te oefenen dan wel een boomkor aan boord van een vissersvaartuig te hebben indien de boomkor:

    • a. gemeten tussen de uiteinden van de constructie meer dan 12 meter lang is;

    • b. kan worden uitgeschoven of vergroot tot een lengte van meer dan 12 meter of

    • c. voorzien is van elektroden of ander materiaal waarmee elektrovisserij kan worden uitgeoefend.

  • 3 Het is verboden met een vissersvaartuig de visserij uit te oefenen met:

    • a. meer dan twee boomkorren of

    • b. één of twee boomkorren tezamen met enig ander vistuig.

  • 4 Het is verboden aan boord van een vissersvaartuig meer dan twee boomkorren te hebben.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De minister kan vrijstelling of ontheffing verlenen van het bepaalde bij deze regeling.

  • 2 Aan vrijstellingen en ontheffingen als bedoeld in het eerste lid kunnen voorschriften worden verbonden. Zij kunnen onder beperkingen worden verleend. Zij kunnen te allen tijde worden ingetrokken.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van haar bekendmaking in de Nederlandse Staatscourant.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling kan worden aangehaald als: Tijdelijke regeling beperking capaciteit vissersvaartuigen.

's-Gravenhage, 23 september 1987

De

minister

van Landbouw en Visserij,

G. J. M. Braks

Naar boven