Besluit tot instelling van de Joke Smit-prijs

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 06-12-2002 t/m 29-09-2017

Besluit van 10 oktober 1985, tot instelling van de Joke Smit-prijs

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mevrouw mr. A. Kappeyne van de Coppello van 10 oktober 1985, Directie Coördinatie Emancipatiebeleid, nr. 85/2554, gedaan in overeenstemming met het gevoelen van de Ministerraad;

Gelezen de brief van 29 april 1982 van de toenmalige vrouwelijke leden van de Staten-Generaal, waarin deze leden hebben voorgesteld een regeringsprijs op het gebied van de emancipatie in te stellen, te noemen naar de feministe Joke Smit (27 augustus 1933-19 september 1981), die een zeer vooraanstaande rol heeft vervuld in de hedendaagse vrouwenemancipatiebeweging;

Overwegende dat een regeringsprijs op het gebied van de emancipatie een gepast middel is om van regeringswege de betekenis te onderstrepen die het emancipatiestreven voor de Nederlandse samenleving heeft;

Overwegende dat een dergelijke prijs ook het belang kan accentueren van het emancipatiebeleid als bestanddeel van het algemene regeringsbeleid;

Overwegende dat het wenselijk is aan het voorstel uitvoering te geven;

Gezien de adviezen van de Interdepartementale Coördinatiecommissie Emancipatiebeleid dd. 3 juli 1984 en van de Emancipatieraad dd. 30 augustus 1985;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Er is een regeringsprijs op het gebied van de emancipatie, genaamd Joke Smit-prijs.

Artikel 2

  • 1 De Joke Smit-prijs kan eenmaal in de twee jaar worden toegekend aan een persoon, een groep of een instantie op grond van het leveren of geleverd hebben van een fundamentele bijdrage tot verbetering van de positie van vrouwen in de Nederlandse samenleving.

  • 2 De prijs bestaat uit een geldbedrag van € 10 000 en een kunstvoorwerp.

Artikel 3

  • 1 De toekenning van de prijs geschiedt door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, nadat hij daarover het advies heeft ingewonnen van een door hem benoemde jury, en in overeenstemming met Onze Minister of Ministers wie zulks mede aangaat.

  • 2 Hij kan daaromtrent nadere regels stellen.

Artikel 4

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Kamers der Staten-Generaal, aan de Algemene Rekenkamer en aan de executeur-testamentair van wijlen mevrouw Joke Smit.

's-Gravenhage, 10 oktober 1985

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Kappeyne van de Coppello

Uitgegeven de achtentwintigste november 1985

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes

Naar boven