Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Bij ruilverkavelingen waartoe het besluit tot ruilverkaveling is genomen voor de inwerkingtreding
van de Landinrichtingswet (Stb. 1985, 299) en die worden voltooid volgens de bepalingen van deze wet, worden
de navolgende procedure-onderdelen en procedure-momenten van de Ruilverkavelingswet
1954 (Stb. 510) gelijkgesteld aan de daarna genoemde procedure-onderdelen en procedure-momenten
van de Landinrichtingswet:
-
a. het vastgestelde rapport ingevolge artikel 34 van de Ruilverkavelingswet 1954 en het
vastgestelde Landinrichtingsplan ingevolge artikel 88, aanhef en onder b, van de Landinrichtingswet;
-
b. toezending van het plan aan de Centrale Cultuurtechnische Commissie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Ruilverkavelingswet 1954, ingevolge artikel 79, tweede lid, van de laatstgenoemde
wet en toezending van het plan aan de Centrale Landinrichtingscommissie, bedoeld in
artikel 7, eerste lid, van de Landinrichtingswet, ingevolge artikel 131, tweede en vierde lid, van de laatstgenoemde wet;
-
c. toezending aan Gedeputeerde Staten van het plan, het advies en het voorstel ingevolge
artikel 79, tweede lid, van de Ruilverkavelingswet 1954 en toezending aan Gedeputeerde
Staten van het plan en de voorstellen, als bedoeld in artikel 131, tweede en vierde lid, van de Landinrichtingswet;
-
d. toegezonden planwijziging aan de Centrale Cultuurtechnische Commissie, als bedoeld
onder b, ingevolge artikel 79, tweede lid, van de Ruilverkavelingswet 1954 en de aan
de Centrale Landinrichtingscommissie, als bedoeld onder b, voorgelegde planuitwerking
of planuitbreiding ingevolge artikel 85, eerste lid, van de Landinrichtingswet;
-
e. toegezonden planwijziging aan Gedeputeerde Staten ingevolge artikel 79, tweede lid,
van de Ruilverkavelingswet 1954 en het ontwerp planuitwerking of planuitbreiding ingevolge
artikel 85, derde lid, van de Landinrichtingswet;
-
f. de ter visie gelegde planwijziging ingevolge artikel 79, derde lid, van de Ruilverkavelingswet
1954 en het ter visie gelegde ontwerp planuitwerking of planuitbreiding ingevolge
artikel 85, derde lid, van de Landinrichtingswet;
-
g. kennisgeving ingevolge artikel 79, vierde lid, van de Ruilverkavelingswet 1954 en
de kennisgeving ingevolge artikel 85, vierde lid, van de Landinrichtingswet;
-
h. het vastgestelde plan ingevolge artikel 79, zesde lid, van de Ruilverkavelingswet
1954 en het vastgestelde plan ingevolge artikel 131, derde lid, van de Landinrichtingswet;
-
i. het besluit ingevolge artikel 80, eerste lid, van de Ruilverkavelingswet 1954 en het
besluit ingevolge artikel 133, eerste lid, van de Landinrichtingswet;
-
j. toezending van het afschrift ingevolge artikel 80, vierde lid, van de Ruilverkavelingswet
1954 en toezending van het afschrift ingevolge artikel 138, eerste lid, van de Landinrichtingswet;
-
k. de mogelijkheid tot kroonberoep ingevolge artikel 80, vijfde lid, van de Ruilverkavelingswet
1954 en de mogelijkheid tot kroonberoep ingevolge artikel 138, vierde lid, van de
Ruilverkavelingswet;
-
l. de goedkeuring van de richtlijnen ingevolge artikel 26, tweede lid, van de instructie
voor de plaatselijke commissie, bedoeld in artikel 51, vierde lid, van de Ruilverkavelingswet
1954 en de vaststelling van de richtlijnen ingevolge artikel 195, eerste lid, van de Landinrichtingswet;
-
m. de wenszitting ingevolge artikel 27, eerste lid, van de instructie, als bedoeld in
artikel 51, vierde lid van de Ruilverkavelingswet 1954 en de wenszitting ingevolge
artikel 198 van de Landinrichtingswet.