Beschikking bijdragen werkgelegenheid in de bosbouw 1984–1985

[Regeling vervallen per 23-12-2004.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m 22-12-2004

Beschikking bijdragen werkgelegenheid in de bosbouw 1984–1985

De Minister van Landbouw en Visserij,

Overwegende dat het gewenst is voor werkzaamheden ten behoeve van het beheer van bossen en andere houtopstanden werklozen in te schakelen ter uitvoering van werkgelegenheidsprojecten voor de jaren 1984–1985;

Mede gelet op artikel 11 van de Boswet (Stb. 1961, 256);

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 Deze beschikking verstaat onder:

    ‘Minister’: de Minister van Landbouw en Visserij;

    ‘directeur’: de algemeen directeur van het Staatsbosbeheer;

    ‘eigenaar’: hij die krachtens eigendom of enig ander zakelijk recht dan wel krachtens enig duurzaam persoonlijk recht het genot heeft van de grond;

    ‘bos’: bossen en andere houtopstanden;

    ‘project’: een beschrijving van de uit te voeren werkzaamheden in de vorm van een aan te besteden bestek waarvan de begroting minimaal € 45.378,02 (exclusief b.t.w.) is;

    ‘projectindiener’: de eigenaar dan wel de gemachtigde van een of meerdere eigenaren die een project ter goedkeuring indient bij de directeur en voor de uitvoering daarvan een bijdrage in de kosten aanvraagt;

    ‘werkloze’: degene die ten minste gedurende 1 jaar als werkzoekende staat ingeschreven bij een gewestelijk arbeidsbureau.

  • 2 Voor de toepassing van deze beschikking wordt onder bos mede verstaan aan te leggen bossen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 Op de voet van de volgende bepalingen kunnen ter zake van het beheer van bos door de directeur op aanvrage bijdragen uit 's Rijks kas worden verleend met betrekking tot het uitvoeren van werkzaamheden welke vallen onder de categorieën van werkzaamheden als bedoeld in het tweede lid.

  • 2 De werkzaamheden waarvoor een bijdrage als bedoeld in het eerste lid kan worden verleend vallen onder één van de volgende categorieën:

    • I. Bosverzorging,

    • II. Bebossing.

  • 3 Voor de toepassing van deze beschikking worden onder de categorie Bosverzorging verstaan de werkzaamheden omvorming en snoei.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 Een bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, voor de onder de categorie Bosverzorging behorende werkzaamheden, kan worden verleend ten aanzien van een eenheid bos waarvoor op grond van de Beschikking bosbijdragen 1983 (Stcrt. 1983, 244) een bijdrage ter zake van het beheer is verleend, alsmede ten aanzien van een eenheid bos van meer dan 5 hectare, die wordt beheerd volgens een beheersplan dat voorziet in een naar het oordeel van de directeur verantwoord beheer.

  • 2 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid en van het bepaalde in artikel 2, derde lid, kan ten aanzien van een eenheid bos van minder dan 5 hectare waarvoor geen bijdrage op grond van de Beschikking bosbijdragen 1983 is verleend een bijdrage, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, worden verleend voor de volgende werkzaamheden:

    • a. omvorming en snoei;

    • b. vrijstellen;

    • c. opstandverzorging zonder rendabele oogst;

    • d. prunusbestrijding;

    • e. onderhoud van wegen en waterlopen;

    • f. andere naar het oordeel van de directeur onder de categorie Bosverzorging behorende werkzaamheden.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 Een bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt niet verleend indien uit anderen hoofde een bijdrage uit 's Rijks kas wordt verleend voor de uitvoering van de werkzaamheden als bedoeld in de artikelen 2, tweede en derde lid en 3, tweede lid.

  • 2 Een bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt niet verleend indien het bos is gelegen binnen de bebouwde kom, als bedoeld in artikel 1, vijfde lid, van de Boswet (Stb. 1961, 256), dan wel, bij gebreke daarvan, aan alle zijden wordt begrensd door bebouwing.

  • 3 Een bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt niet verleend indien het bos bestaat uit:

    • a. houtopstanden op erven en in tuinen;

    • b. vruchtbomen en windschermen om boomgaarden;

    • c. kweekgoed;

    • d. fijnsparren niet ouder dan 12 jaar bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in 't bijzonder bestemde terreinen.

  • 4 Een bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt niet verleend voor het beplanten met soorten behorend tot de volgende geslachten:

    • -

      Chaenomeles

    • -

      Cotoneaster

    • -

      Crataegus

    • -

      Cydoma

    • -

      Malus

    • -

      Pyrus

    • -

      Pyracantha

    • -

      Sorbus, met uitzondering van S intermedia (Ehrh.) Pers.

    • -

      Stranvaesia.

  • 5 In afwijking van het bepaalde in het vierde lid, kan een bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, worden verleend voor de aanplant van soorten van het in het vierde lid genoemde geslacht Crataegus in een gebied dat naar het oordeel van de directeur als natuurgebied wordt beheerd of waarin naar het oordeel van de directeur de genoemde soorten bepalend en onvervangbaar zijn voor het landschap.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 2 De Minister kan, rekening houdend met het bedrag van de daarvoor beschikbaar gestelde middelen, besluiten dat geen aanvragen voor een bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, kunnen worden ingediend. Het besluit kan een van de categorieën van werkzaamheden als bedoeld in artikel 2, tweede lid, alsmede een of meerdere werkzaamheden als bedoeld in de artikelen 2, derde lid en 3, tweede lid betreffen. Een besluit als hier bedoeld, wordt bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant.

  • 3 Indien de Minister een besluit neemt als bedoeld in het tweede lid, kan hij, rekening houdend met het bedrag van de daarvoor beschikbaar gestelde middelen, overgaan tot een herverdeling van de bedragen, als bedoeld in het eerste lid. De vastgestelde bedragen worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 De aanvrage voor een bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, dient door de projectindiener schriftelijk te worden ingediend bij de directeur.

  • 2 Bij de aanvrage als bedoeld in het eerste lid dient een project te worden overgelegd dat door de directeur beschikbaar te stellen werkomschrijvingsformulieren dient te bevatten. Tevens dient bij de aanvrage een begroting van het project, met vermelding van het loonkostenbestanddeel en de uitvoeringsduur in werkbare werkdagen, te worden overgelegd.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 De projectindiener dient de uitvoering van het project aan te besteden conform het Uniform Aanbestedingsreglement (U.A.R.), met dien verstande dat bij aanbesteding met voorafgaande selectie en bij onderhandse aanbesteding na selectie ten minste twee aannemers worden uitgenodigd in te schrijven.

  • 2 De projectindiener dient er zorg voor te dragen dat degene die op de openbare aanbesteding inschrijft hierbij een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel alsmede een bewijs van inschrijving bij zijn bedrijfsvereniging overlegt.

  • 3 De projectindiener dient er zorg voor te dragen dat de aannemer aan wie de projectindiener het uitvoeren van het project heeft gegund ter zake van de personeelsbezetting voor het uitvoeren van het project voor het moment van de feitelijke aanvang van het project in overleg treedt met de directeur van het gewestelijk arbeidsbureau binnen welk gebied het project zal worden uitgevoerd.

  • 4 De projectindiener dient er zorg voor te dragen dat het project zal worden uitgevoerd door ten minste 70% werklozen die door bemiddeling van het gewestelijk arbeidsbureau zijn aangetrokken.

  • 5 De projectindiener dient er zorg voor te dragen dat de werklozen op arbeidsovereenkomst op basis van voor de bedrijfstak gebruikelijke collectieve arbeidsovereenkomst in dienst worden genomen.

  • 6 De projectindiener dient er zorg voor te dragen dat de aannemer aan wie de projectindiener het uitvoeren van het project heeft gegund het gewestelijk arbeidsbureau in kennis stelt van de beeindiging van het dienstverband met de werklozen

  • 7 De projectindiener dient er zorg voor te dragen dat bij de uitnodiging aan aannemers tot inschrijving, vermeld wordt dat de uitvoering van het project mogelijk wordt gemaakt door de Minister op grond van de Beschikking bijdragen werkgelegenheid in de bosbouw 1984–1985.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 Het project behoeft de goedkeuring van de directeur.

  • 2 Aan het project wordt goedkeuring onthouden indien naar het oordeel van de directeur uit het project blijkt

    • a. dat niet voldaan zal worden aan het bepaalde in artikel 7;

    • b. de werkzaamheden zoals omschreven in het project niet op bosbouwkundig verantwoorde wijze zullen worden uitgevoerd;

    • c. met de uitvoering van de werkzaamheden zoals omschreven in het project in onaanvaardbare mate schade wordt aangericht aan natuur en landschap;

    • d. dat de begroting gelet op de aard en omvang van de werkzaamheden niet redelijk is.

  • 3 Eveneens wordt goedkeuring aan het project onthouden indien de uitvoering van de werkzaamheden zoals omschreven in het project

    • a. bebossing betreft en niet tenminste een eenheid van 50 are grond met een minimale breedte van 30 meter wordt bebost dan wel 0,6 kilometer weg- of rijbeplanting wordt aangebracht.

    • b. omvorming betreft en niet tenminste een eenheid van 50 are grond of 0,6 kilometer weg- of rijbeplanting wordt omgevormd.

  • 4 De directeur kan bij de goedkeuring van het project, in het belang van een doelmatig bosbeheer, nadere voor schriften stellen welke onder meer verband houden met de tijdsduur, de wijze van de uitvoering van de werkzaamheden en de kwaliteit van het plantmateriaal.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

Nadat de projectindiener de uitvoering van het goedgekeurde project heeft aanbesteed dient hij aan de directeur het volgende te overleggen

  • a. een nota van inlichtingen als bedoeld in het Uniform Aanbestedingsreglement (U.A.R.);

  • b. het proces-verbaal van aanbesteding als bedoeld in het Uniform Aanbestedingsreglement (U.A.R.);

  • c. een opgave van de te verwachten aanneemsom;

  • d. de vermoedelijke startdatum van de uitvoering van het project

Artikel 10

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

De directeur kent een bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, aan de projectindiener toe indien voldaan is aan het bepaalde in artikel 9 en naar het oordeel van de directeur de aanneemsom de begroting van het project niet in onevenredige mate overschrijdt.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

De projectindiener aan wie een bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is toegekend, is verplicht.

  • a. onmiddellijk na de gunning aan de directeur een afschrift van de gunningsbrief te zenden.

  • b. de voorschriften, die aan de goedkeuring van het project zijn verbonden, na te leven.

  • c. tijdens de uitvoering van het project geen handelingen, die naar het oordeel van de directeur afbreuk doen aan de instandhouding van het bos, waarvoor de bijdrage is toegekend, te verrichten en niet toe te laten, dat die handelingen worden verricht;

  • d. aan het eind van elk kwartaal en bij de oplevering van het werk bij de directeur een rapportage in te dienen waaruit blijkt dat de werkzaamheden worden uitgevoerd als additioneel werkgelegenheidsproject met een inzet van werklozen als bepaald in artikel 7, vierde lid. Deze rapportage dient op door de directeur beschikbaar te stellen formulieren te worden ingevuld.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 De bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt aan de projectindiener uitbetaald indien:

    • a. voldaan is aan het bepaalde in artikel 11;

    • b. de werkzaamheden ten genoegen van de directeur overeenkomstig het goedgekeurde project zijn uitgevoerd voor 31 december 1985 dan wel, voor zover de werkzaamheden bestaan uit het aanbrengen van beplanting, voor 1 mei 1986.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 De bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt 90% van het bedrag van de kosten waarvoor de projectindiener de werkzaamheden heeft gegund verminderd met de opbrengst welke uit de uitvoering van het project voortvloeit alsmede 90% van het bedrag van de kosten van de projectvoorbereiding en de kosten van het toezicht op de uitvoering van de werkzaamheden.

  • 2 Voor de toepassing van deze beschikking worden de kosten van de projectvoorbereiding en de kosten van het toezicht op de uitvoering van de werkzaamheden tezamen vastgesteld op de navolgende percentages van het bedrag van de kosten waarvoor de projectindiener de werkzaamheden heeft gegund:

    • -

      voor werkzaamheden vallende onder de categorie Bebossing als bedoeld in artikel 2, tweede lid: 15%;

    • -

      voor werkzaamheden vallende onder de categorie Bosverzorging in een eenheid bos, bedoeld in artikel 3, eerste lid: 20%;

    • -

      voor werkzaamheden in een eenheid bos, een en ander als bedoeld in artikel 3, tweede lid: 28%.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

De bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, dan wel een daarop verstrekt voorschot, kan geheel of gedeeltelijk als onverschuldigd betaald worden teruggevorderd, indien

  • 1. blijkt dat het goedgekeurde project op onjuiste gegevens berust en het project niet zou zijn goedgekeurd als de juiste gegevens bekend zouden zijn goedgekeurd als de juiste gegevens bekend zouden zijn geweest.

  • 2. nadat het voorschot is verstrekt of de uitbetaling van de bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, heeft plaatsgevonden, blijkt dat niet voldaan is aan het bepaalde in artikel 11, onder b en c.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 Tegen een beslissing op grond van deze beschikking kan degene, tot wie de beslissing is gericht, binnen dertig dagen na de dag, waarop de beslissing is medegedeeld, uitgereikt of verzonden, bij de Minister bezwaar maken door het indienen van een niet redenen omkleed en ondertekend bezwaarschrift.

  • 2 De geschillen ter zake van de personeelsbezetting van het project tussen degene aan wie de uitvoering van het project is gegund en de directeur van het gewestelijk arbeidsbureau worden, met uitsluiting van iedere andere instantie, beslist door de Hoofdinspecteur-Directeur voor de Arbeidsvoorziening van de provincie waaronder het gewestelijk arbeidsbureau ressorteert, gehoord de aan het betreffende gewestelijk arbeidsbureau verbonden Commissie van Advies.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling bijdragen werkgelegenheid in de bosbouw 1984–1985.

  • 2 Zij treedt in werking met ingang van 1 januari 1984.

's-Gravenhage, 22 december 1983

De

Minister

van Landbouw en Visserij,

G. J. M. Braks

Naar boven