Fiscale positie van de ambtenaren en overige personeelsleden van de Europese Gemeenschappen

[Regeling vervallen per 21-10-2006 met terugwerkende kracht tot en met 12-10-2006.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 22-02-1983 t/m 11-10-2006

Fiscale positie van de ambtenaren en overige personeelsleden van de Europese Gemeenschappen

Er bestaat, zo is mij gebleken, behoefte aan nadere informatie omtrent de fiscale positie van ambtenaren en overige personeelsleden van de Europese Gemeenschappen (EG). Onder intrekking van de aanschrijving van 5 februari 1959, nr. 3 (IFZ-37), deel ik u het volgende mede.

1. De instellingen van de EG

[Regeling vervallen per 21-10-2006 met terugwerkende kracht tot en met 12-10-2006]

De Europese Gemeenschappen betreffen een samenbundeling van:

  • de Europese Economische Gemeenschap (EEG); bw. IFZ-300.20.00 e.v.;

  • de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom); bw. IFZ-300.40.00 e.v.;

  • de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS); bw IFZ-300.63.00.

De EG hebben een aantal instellingen gemeen:

  • de Raad,

  • de Commissie,

  • het Europese Parlement,

  • het Hof van Justitie,

  • de Rekenkamer,

alsmede comités, diensten en andere instellingen.

Tevens is door de Lid-Staten opgericht de Europese Investeringsbank die in Luxemburg is gevestigd. Zie het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben (bw. IFZ-300.70.00).

2. Toepassing van de woonplaatsbepaling

[Regeling vervallen per 21-10-2006 met terugwerkende kracht tot en met 12-10-2006]

Artikel 14 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen van de Europese Gemeenschappen (bw. IFZ-300.71.00) voorziet in een fictieve-woonplaatsbepaling ten aanzien van de ambtenaren en overige personeelsleden van de EG (hierna te noemen ‘de personeelsleden van de EG’). Hieronder zijn, voor de toepassing van deze aanschrijving, mede te verstaan:

  • de leden van de Commissie (artikel 20 van het Protocol),

  • de rechters, de griffier en de toegevoegde rapporteurs van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie (artikel 21 van het Protocol),

  • de functionarissen van de Europese Investeringsbank (artikel 22 van het Protocol),

  • de leden van de Rekenkamer.

De fictieve-woonplaatsbepaling is eveneens van toepassing op de in artikel 14 van het Protocol genoemde overige personen. De buiten het Rijk verblijf houdende personeelsleden van de EG die op grond van de bovengenoemde artikelen hun fiscale woonplaats in Nederland hebben behouden, worden over het gehele jaar waarin het vertrek naar de andere EG-Lid-Staat heeft plaats gevonden voor de inkomsten- en vermogensbelasting alsmede voor het schoolgeld aangeslagen in de gemeente waarin zij op het moment van vertrek woonachtig waren. Zij worden over de daarop volgende jaren aangeslagen in de gemeente Brunssum. Ik merk hierbij op dat de leden van het Europese Parlement niet als personeelsleden van de EG kunnen worden aangemerkt.

3. Belastingheffing over de salarissen en de pensioenen

[Regeling vervallen per 21-10-2006 met terugwerkende kracht tot en met 12-10-2006]

De salarissen, lonen en emolumenten die de personeelsleden van de EG ontvangen, zijn op grond van artikel 13 van het in punt 2 genoemde Protocol onderworpen aan een interne belasting ten bate van de EG en vrijgesteld van nationale belasting in de Lid-Staten. De interne belasting is door de Raad bij Verordening van 29 februari 1968, nr. 260/68, van toepassing verklaard op de door de EG uitbetaalde pensioenen.

De aan de interne belasting onderworpen uitkeringen die de personeelsleden en de vroegere personeelsleden van de EG ontvangen zijn derhalve vrijgesteld van inkomstenbelasting.

4. Ontbreken van het progressievoorbehoud

[Regeling vervallen per 21-10-2006 met terugwerkende kracht tot en met 12-10-2006]

In het genoemde Protocol is het zgn. progressievoorbehoud niet opgenomen. Het Hof van Justitie te Luxemburg heeft in zijn arrest van 16 december 1960, zaak 6/60 (‘Zaak Humblet’), gepubliceerd in Jurisprudentie van het Hof van Justitie, deel VI, 2e band, 1960, beslist dat voor de heffing van nationale (inkomsten)belasting op geen enkele manier rekening mag worden gehouden met de vrijgestelde bezoldiging. Dit geldt mede voor het vrijgestelde pensioen.

5. Sociale verzekering

[Regeling vervallen per 21-10-2006 met terugwerkende kracht tot en met 12-10-2006]

De ambtenaren en overige personeelsleden op wie het stelsel van sociale zekerheid van de EG van toepassing is, zijn niet verzekerd voor de volksverzekeringen. Zie de Beschikking vrijstelling AOW, AWW, AKW, AWBZ en AAW voor functionarissen van internationale organisaties (bw. PH 1.22.20).

6. Contactadres

[Regeling vervallen per 21-10-2006 met terugwerkende kracht tot en met 12-10-2006]

In geval er problemen rijzen of vraagpunten opkomen bij de toepassing van het bovenstaande kan contact worden opgenomen met het Bureau Multilaterale Zaken van de Directie Internationale Fiscale Zaken van het ministerie.

Naar boven