Besluit ex artikel 153 lid 4 en 263 lid 4 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 02-12-1982 t/m heden

Besluit van 15 november 1982, houdende regelen ter uitvoering van de artikelen 153 lid 4 en 263 lid 4 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 10 september 1982, nr. 447/682;

Gelet op de artikelen 153 lid 4 en 263 lid 4 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

De Sociaal Economische Raad gehoord (advies van 18 december 1981);

De Raad van State gehoord (advies van 25 oktober 1982, nr. 2491/07/8242);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 11 november 1982, nr. 550/682;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 4

Het bedrag wordt niet opnieuw vastgesteld wanneer het bedrag waartoe verhoging of verlaging zonder afronding zou leiden, minder dan twee miljoen gulden afwijkt van het laatst vastgestelde bedrag.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

’s-Gravenhage, 15 november 1982

Beatrix

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes

Uitgegeven de dertigste november 1982

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes

Naar boven