Regeling bescherming persoonsgegevens Indische geïnterneerden.

Geraadpleegd op 30-04-2024.
Geldend van 29-05-1982 t/m heden

Regeling bescherming persoonsgegevens Indische geïnterneerden

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Overwegende, dat ten behoeve van de uitvoering van de Uitkeringswet Indische geïnterneerden (Stb. 1981, 477) persoonsgegevens worden opgeslagen in een geautomatiseerde registratie;

Gelet op de Aanwijzingen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met geautomatiseerde systemen waarin persoonsgegevens zijn opgenomen, bij de rijksoverheid (Stcrt. 1975, nr. 50);

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

‘het Ministerie’:

het Ministerie van Binnenlandse Zaken;

‘de registratie’:

de bij de afdeling Overzeese Pensioenen van het Ministerie gevoerde geautomatiseerde administratie van personen die een aanvraag hebben ingediend om een eenmalige uitkering op grond van de Uitkeringswet Indische geïnterneerden;

‘de houder’:

de chef van de afdeling Overzeese Pensioenen van het Ministerie;

‘de aanvrager’:

de aanvrager van een uitkering op grond van de Uitkeringswet Indische geïnterneerden;

‘de uitvoerder’:

het Rijks Computercentrum.

Artikel 2. Doelstelling van de registratie

Doelstelling van de registratie is het kunnen beschikken over gegevens die noodzakelijk zijn voor een beoordeling van de door een aanvrager ingediende aanvraag om een eenmalige uitkering als bedoeld in de Uitkeringswet Indische geïnterneerden en voor de eventuele betaling daarvan.

Artikel 3. In de registratie opgenomen gegevens

De registratie bevat

  • a. naam, voorletters, geboortedatum, adresgegevens en bankrekening- respectievelijk postgironummer van de aanvrager;

  • b. de beslissing over de toekenning van een eenmalige uitkering krachtens de Uitkeringswet Indische geïnterneerden;

  • c. de ten behoeve van een goede verwerking in de registratie noodzakelijke administratief toegevoegde coderingen.

Artikel 4. Verwijdering van gegevens

De op een aanvrager betrekking hebbende gegevens worden uiterlijk 4 jaren na de datum waarop de aanvraag is beslist uit de registratie verwijderd.

Artikel 5. Functionering van de registratie

  • 1 De gereedmaking van gegevens voor verwerking in de registratie geschiedt door de houder en de daartoe door hem aangewezen bij het Ministerie werkzame personen.

  • 2 De verwerking van gegevens in de registratie geschiedt door de uitvoerder.

Artikel 6. Toegang tot de registratie

Rechtstreeks toegang tot de registratie hebben uitsluitend en slechts binnen het kader van de hun opgedragen werkzaamheden de ambtenaren werkzaam bij de houder en de uitvoerder.

Artikel 7. Gebruik van gegevens

De in de registratie opgenomen gegevens worden alleen in het kader van de in artikel 2 aangegeven doelstelling gebruikt. Gegevens kunnen uitsluitend worden verstrekt aan:

  • a. de aanvrager, voor zover het gaat om uitoefening van het in artikel 8 geregelde recht op kennisneming;

  • b. controle-instanties, voor zover het gaat om uitoefening van in wettelijke voorschriften neergelegde controletaken.

Artikel 8. Recht op kennisneming

  • 1 De aanvrager heeft het recht op kosteloze kennisneming van de gegevens die van hem in de registratie zijn opgenomen

  • 2 Uiterlijk 30 dagen na ontvangst van het daartoe strekkend schriftelijk verzoek zendt de houder de aanvrager een schriftelijke opgave van alle gegevens die de registratie over de aanvrager bevat.

Artikel 9. Recht op correctie

  • 1 Degene die van oordeel is dat gegevens over hem onjuist zijn of ten onrechte in de registratie zijn opgenomen dan wel dat gegevens van hem ontbreken die wel opgenomen hadden moeten zijn, heeft het recht om verbetering, aanvulling of verwijdering van de gegevens te vragen.

  • 2 De procedure tot correctie van gegevens is als volgt:

    • -

      een verzoek tot correctie wordt schriftelijk ingediend bij de houder;

    • -

      de houder onderzoekt de juistheid van de gegevens;

    • -

      indien de houder tot de slotsom komt dat een correctie op haar plaats is, zorgt hij ervoor, dat de uitvoerder de noodzakelijke correctie zo spoedig mogelijk aanbrengt, waarna hij aan de verzoeker een afschrift verstrekt van de gecorrigeerde gegevens;

    • -

      indien de houder van mening is, dat er geen aanleiding bestaat de registratie te corrigeren, deelt hij dit de verzoeker zo spoedig mogelijk mede;

    • -

      binnen 30 dagen na ontvangst van de afwijzende beslissing kan de verzoeker zich tot de Minister van Binnenlandse Zaken wenden met bezwaren daartegen. Indien deze de bezwaren van de verzoeker gegrond acht, laat hij alsnog de nodige correcties aanbrengen. De verzoeker ontvangt een afschrift van de gecorrigeerde gegevens.

Artikel 10. Beveiliging

De houder ziet erop toe, dat ten aanzien van de organisatie en de beveiliging alle maatregelen genomen zijn en in acht worden genomen die zijn voorgeschreven in de artikelen 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23 en 24 van de ‘Aanwijzingen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met geautomatiseerde systemen waarin persoonsgegevens zijn opgenomen, bij de rijksoverheid’. (Stcrt. 1975, nr. 50).

Artikel 11. Inzage van de regeling

Deze regeling ligt ter inzage bij de afdeling Overzeese Pensioenen, bij de Stafafdeling Voorlichting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en bij de Centrale Bibliotheek van het Ministerie van Justitie.

Artikel 12. Slotbepalingen

  • 1 Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling bescherming persoonsgegevens Indische geïnterneerden.

  • 2 Zij wordt in de Staatscourant bekendgemaakt en treedt in werking met ingang van de dag na die van haar bekendmaking.

's-Gravenhage, 12 mei 1982

De

Minister

van Binnenlandse Zaken,

E. van Thijn

Naar boven