Besluit instelling adviescommissie voor de oorsprong 1980

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-01-1994 t/m heden

Besluit instelling adviescommissie voor de oorsprong 1980

De Staatssecretaris van Economische Zaken, K. H. Beyen, De Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Landbouw en Visserij,

Overwegende, dat de Beschikking instelling adviescommissie voor de oorsprong (Stcrt. 1976, 234) aanpassing behoeft voor wat betreft de aanwijzing van vertegenwoordigers uit het midden der Kamers van Koophandel en Fabrieken, zulks als gevolg van een organisatorische wijziging;

dat het mede gelet op de inmiddels opgetreden veranderingen in de samenstelling van de commissie aanbeveling verdient de instellingsbeschikking nader vast te stellen;

Besluiten:

Artikel 1

Er is een adviescommissie – in dit besluit nader te noemen commissie – die tot taak heeft om de Ministers van Economische Zaken, van Financiën en van Landbouw en Visserij, alsmede de gezamenlijke Kamers van Koophandel en Fabrieken, desgevraagd of uit eigen beweging, van advies te dienen met betrekking tot de uitvoering van het bepaalde in het Besluit afgifte oorsprongsverklaringen 1976 (Stb. 605) en de daarop berustende regelingen en met betrekking tot daarmede verband houdende onderwerpen.

Artikel 2

  • 1 De commissie bestaat uit ten hoogste 13 leden.

  • 2 De Ministers van Economische Zaken, van Financiën en van Landbouw en Visserij wijzen ieder voor zich ten hoogste twee ambtelijke vertegenwoordigers in de commissie aan. De Vereniging van Kamers van Koophandel en Fabrieken in Nederland wijst uit het midden van de secretarissen, adjunct-secretarissen of secretariaatsmedewerkers van de Kamers van Koophandel en Fabrieken ten hoogste 6 vertegenwoordigers in de commissie aan.

  • 3 Maast de vertegenwoordigers, bedoeld in het voorgaande lid, wijst de Minister van Economische Zaken een voorzitter van de commissie aan.

  • 4 De Minister van Economische Zaken voorziet in het secretariaat van de commissie.

  • 5 De Ministers en de Vereniging, bedoeld in het tweede lid, kunnen tevens voorzien in de plaatsvervanging van de door hen aangewezen leden van de commissie.

  • 6 De commissie bestaat op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze beschikking uit:

    • voorzitter: mr. F. Weiss;

    • voor de Minister van Economische Zaken: drs. L. Brakel en G. Sonnevelt;

    • voor de Minister van Financiën: A. Almekinders en mr. G. L. A. Richter;

    • voor de Minister van Landbouw en Visserij: mr. J. Goosens en T. W. Koonings;

    • voor de Vereniging van Kamers van Koophandel en Fabrieken in Nederland: J. van Gemeren, drs. C. Goldschmeding, mr. F. M. Luyten, mr. J. G. W. Simons, Jhr. mr. L. A. P. H. Storm van 's-Gravensande en mr. W. R. Veldhuyzen.

Artikel 3

De commissie regelt haar eigen werkzaamheden. In geval van ontstentenis van de voorzitter kan de commissie uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aanwijzen.

Artikel 4

De Beschikking instelling adviescommissie voor de oorsprong (Stcrt. 1976, 234) wordt ingetrokken.

Artikel 5

Dit besluit kan worden aangehaald als; Besluit instelling adviescommissie voor de oorsprong 1980.

Artikel 6

  • 1 Deze beschikking wordt bekendgemaakt in de Staatscourant.

  • 2 Zij treedt in werking met ingang van de dag na die van haar bekendmaking.

's-Gravenhage, 30 januari 1980

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken,

K. H. Beyen

De

Staatssecretaris

van Financiën.

A. Nooteboom

De

Minister

van Landbouw en Visserij,

A. P. J. M. M. van der Stee

Naar boven