Aanwijzing tot observatie-inrichting voor preventief gedetineerden

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 03-01-1979 t/m heden

Aanwijzing tot observatie-inrichting voor preventief gedetineerden

De Minister van Justitie, a.i.

Gezien de brief van het Bestuur van het Academisch Ziekenhuis Rotterdam te Rotterdam van 14 december 1977, strekkende tot aanwijzing van de afdeling Psychiatrie van dat ziekenhuis tot observatie-inrichting voor preventief gedetineerden in de zin van artikel 198, lid 3, van het Wetboek van Strafvordering;

Overwegende, dat uit het ingestelde onderzoek is gebleken, dat bedoelde afdeling voldoet aan de gestelde vereisten en dat voornoemd bestuur schriftelijk heeft verklaard, zich te onderwerpen aan de in artikel 1 van het Koninklijk besluit van 4 december 1925, Stb. 461, omschreven voorwaarden;

Gelet op artikel 198, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en op artikel 4 van vorenbedoeld Koninklijk besluit,

Besluit:

  • 1. de afdeling Psychiatrie van het Academisch Ziekenhuis Rotterdam te Rotterdam, wordt aangewezen als inrichting waarheen verdachten, tegen wie voorlopige hechtenis is bevolen op rechterlijk bevel kunnen worden overgebracht in verband met de noodzaak van een onderzoek naar hun geestvermogens.

  • 2. Deze beschikking zal worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant.

's-Gravenhage, 8 augustus 1978

De

Minister

voornoemd,
Namens de

Minister

,
De

secretaris-generaal

,

W. J. van Eijkern

, l.-s.g
Naar boven