Instelling Nationaal Sport Overleg

[Regeling vervallen per 28-08-2004.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-1983 t/m 27-08-2004

Instelling Nationaal Sport Overleg

De Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk,

Overwegende dat het, om binnen het kader van een welzijnsbeleid tot een samenhangend sportbeleid te komen, nodig is een zo groot mogelijke coördinatie te bewerkstelligen,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Ingesteld wordt een Nationaal Sport Overleg, hierna te noemen N.S.O.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

De doelstelling van het N.S.O. is het bevorderen van een zo groot mogelijke coördinatie van het sportbeleid van de in artikel 3, onder a, genoemde partners in het N.S.O.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Het N.S.O. zal teneinde deze doelstelling te verwezenlijken de volgende taken verrichten:

  • a. Bijeenbrengen in een gezamenlijk overleg van de partners in het sportbeleid, te weten:

    • -

      de Nederlandse Sport Federatie, hierna te noemen: N.S.F., vertegenwoordigende de georganiseerde Nederlandse sportwereld en

    • -

      de overheid, onderscheidenlijk:

      • de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (V.N.G.), namens de gemeenten;

      • het Interprovinciaal Overleg Jeugd en Sport (I.P.O.), namens de provincies;

      • de rijksoverheid.

  • b. Ter discussie stellen van daartoe door de partners in het N.S.O. voorgedragen onderwerpen op het gebied van de sport.

  • c. Uitbrengen van advies aan de partners in het N.S.O. ten einde een belangrijke bijdrage te leveren aan het door hen te voeren beleid.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Het N.S.O. bestaat uit een voorzitter en veertig leden. Zij worden benoemd door de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, hierna te noemen: de minister, met dien verstande dat:

  • a. de voorzitter wordt benoemd op voordracht van de partners in het N.S.O.;

  • b. twintig leden worden benoemd op voordracht van de N.S.F.;

  • c. acht leden worden benoemd op voordracht van de V.N.G.;

  • d. vier leden worden benoemd op voordracht van het I.P.O.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

De minister benoemd voorts tien plaatsvervangende leden, met dien verstande dat:

  • a. vijf plaatsvervangende leden worden benoemd op voordracht van de N.S.F.;

  • b. twee plaatsvervangende leden worden benoemd op voordracht van de V.N.G.;

  • c. één plaatsvervangend lid wordt benoemd op voordracht van het I.P.O. De wijze van vervangen wordt later geregeld bij Huishoudelijk Reglement.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden worden benoemd voor een periode van vier jaar en zijn terstond herbenoembaar met inachtneming van het in de artikelen 4 en 5 bepaalde.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Indien een lid van het N.S.O. niet langer de functie bekleedt op grond waarvan hij voor het lidmaatschap van het N.S.O. werd voorgedragen, eindigt zijn lidmaatschap alleen dan, indien degene die de voordracht voor de benoeming heeft gedaan, de wens daartoe aan de minister kenbaar maakt. In dat geval zal op voordracht van degene die de voordracht tot de benoeming heeft gedaan, voor de resterende zittingsperiode iemand anders tot lid worden benoemd. Dit zal evenzo geschieden bij overlijden van een lid van het N.S.O., dan wel bij een tussentijds terugtreden als lid van het N.S.O. Deze bepaling is op overeenkomstige wijze van toepassing ten aanzien van de leden die niet op voordracht van de N.S.F., de V.N.G. of het I.P.O. zijn benoemd.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Het N.S.O. komt ten minste tweemaal per jaar bijeen. Voorts komt het N.S.O. bijeen op voorstel van één der partners in het N.S.O. of op voorstel van ten minste tien leden.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Het N.S.O. heeft een presidium, bestaande uit:

  • a. de voorzitter van het N.S.O., die tevens voorzitter van het presidium is;

  • b. zes leden van het N.S.O.;

van wie er drie als zodanig worden aangewezen door de N.S.F.;

van wie er één als zodanig wordt aangewezen door de minister;

van wie er één wordt aangewezen door de V.N.G. en

van wie er één wordt aangewezen door het I.P.O.

Het presidium is voor zijn werkzaamheden verantwoording verschuldigd aan het N.S.O. De taken en bevoegdheden van het presidium worden nader geregeld bij het Huishoudelijk Reglement.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Het secretariaat van het N.S.O. zal onder leiding van het presidium worden gevoerd door medewerkers van de N.S.F., door deze organisatie aan te wijzen, en ambtenaren van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, door de minister aan te wijzen.

De taak van het secretariaat zal bestaan uit het zorgdragen voor een adequate ondersteuning van het N.S.O. en de in artikel 11 bedoelde commissies en het verrichten van organisatorische activiteiten ten behoeve van het N.S.O.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Het N.S.O. kan besluiten tot instelling van commissies ter voorbereiding van in het N.S.O. te behandelen onderwerpen.

De leden van die commissies worden benoemd door het presidium. Dit wordt geregeld bij Huishoudelijk Reglement.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

De benoeming door het presidium van de voorzitters van de commissies behoeft bekrachtiging van het N.S.O.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

De voorzitters van de commissies, voorzover niet lid van het N.S.O., kunnen aan de gedachtenwisseling bij de N.S.O.-bijeenkomsten deelnemen. Dit zal nader bij Huishoudelijk Reglement worden geregeld.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

De bijeenkomsten van het N.S.O. zijn openbaar.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

De wijze waarop het N.S.O. tot zijn adviezen en besluiten zal komen, wordt geregeld bij Huishoudelijk Reglement.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

De kosten, voortvloeiende uit de door, namens of in opdracht van het N.S.O. en de commissies verrichte werkzaamheden komen, na verkregen goedkeuring van de minister, ten laste van het departement van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van het N.S.O. en de commissies geschiedt door het secretariaat met inachtneming van de bepalingen van het Besluit Secretarie-aangelegenheden Rijksadministratie op overeenkomstige wijze als ten departemente van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur.

De bescheiden worden bij opheffing van het N.S.O. overgedragen aan het hoofd van de algemene secretarie en opgenomen in het archief van het departement.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Het N.S.O. kan de minister adviseren deze instellingsbeschikking te wijzigen.

Rijswijk (Z.-H.), 2 mei 1978

De

Staatssecretaris

van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk,

G. C. Wallis de Vries

Naar boven