Toepassing van de wet op de omzetbelasting 1968 ten aanzien van de termijnhandel (1969)

Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 21-03-1969 t/m heden

Toepassing van de wet op de omzetbelasting 1968 ten aanzien van de termijnhandel

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.
  • 1. Naar mij is gebleken geeft de toepassing van de Wet op de omzetbelasting 1968 ten aanzien van de termijnhandel aanleiding tot ernstige moeilijkheden. Deze vloeien voort uit de omstandigheid, dat het bij termijntransacties niet in de bedoeling ligt goederen te leveren of te ontvangen, doch tot afwikkeling van de gesloten contracten te komen door verrekening van prijsverschillen via een z.g. liquidatiekas of dergelijk instituut. Slechts in een gering aantal gevallen leiden termijntransacties tot feitelijke levering van de op de termijnmarkt verhandelde goederen. Voorts nemen aan de termijnhandel niet alleen binnen het Rijk wonende of gevestigde ondernemers deel, maar ook ondernemers die niet binnen het Rijk wonen of gevestigd zijn en aldaar evenmin een vaste inrichting hebben, alsmede particulieren. Tenslotte betreffen de transacties vaak goederen, welke zich niet binnen het Rijk bevinden of welke aldaar de status hebben van binnengekomen douanegoederen in de zin van de Algemene Wet inzake de douane en de accijnzen, zonder dat de deelnemers aan de termijnhandel daarmede bekend zijn.

  • 2. De NV Nederlandse liquidatiekas te Amsterdam is op het ogenblik de enige instelling die hier te lande termijnmarkten organiseert. Het ontmoet bij mij geen bezwaar dat de prestaties van genoemde vennootschap buiten de heffing van omzetbelasting blijven, waartegenover de op de door de vennootschap gemaakte kosten drukkende voorbelasting niet voor aftrek in aanmerking komt. Een overeenkomstig standpunt kan worden ingenomen met betrekking tot de op termijntransacties betrekking hebbende prestaties van door genoemde vennootschap tot de door haar georganiseerde termijnmarkten toegelaten makelaars.

  • 3. Met betrekking tot de transacties op de door de NV Nederlandse liquidatiekas georganiseerde termijnmarkten keur ik goed, dat slechts de uit bedoelde transacties voortvloeiende feitelijke leveringen van goederen voor de toepassing van de wetgeving inzake de omzetbelasting in aanmerking worden genomen. De eventueel ter zake van een dergelijke levering van de feitelijke leverancier te heffen omzetbelasting dient door deze op een factuur welke voldoet aan de vereisten van artikel 35 van de Wet op de omzetbelasting 1968 in rekening te worden gebracht aan de liquidatiekas.

  • 4. De goederen, welke ter liquidatie van een termijntransactie daadwerkelijk worden geleverd, worden geacht aan en vervolgens door de NV Nederlandse liquidatiekas te worden geleverd. In afwijking van het onder punt 2 vermelde wordt alsdan de levering door de liquidatiekas in de heffing van omzetbelasting betrokken, waartegenover de eventueel ingevolge punt 3 aan de liquidatiekas in rekening gebrachte belasting in aftrek kan worden gebracht.

    Voorts kan in dezen bij de liquidatiekas eveneens artikel 27, tweede lid, van de wet toepassing vinden. Ter zake van de hier bedoelde leveringen dient door de liquidatiekas eveneens een factuur te worden uitgereikt, welke aan de vereisten van artikel 35 van de wet voldoet.

  • 5. Met betrekking tot de eventueel door anderen dan de NV Nederlandse liquidatiekas te organiseren termijnmarkten kan een overeenkomstige gedragslijn worden gevolgd. De in het vorenstaande vervatte regeling kan echter geen toepassing vinden ten aanzien van transacties welke buiten een z.g. liquidatiekas of dergelijk instituut om plaatsvinden.

Naar boven