Wet van 30 mei 1968, houdende vaststelling Leerplichtwet 1969
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de Leerplichtwet (Stb. 1900, 111) dient te worden vervangen door een nieuwe wettelijke regeling, die is
aangepast aan het huidige onderwijsbestel en een kortere procedure bevat voor de bestrijding
van het onwettig schoolverzuim, en dat het wenselijk is de leerplichtige leeftijd
met een jaar te verlengen en in de Arbeidswet 1919 daarmee verband houdende wijzigingen
aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: