Besluit Categorieën Teeltmateriaal

[Regeling vervallen per 01-02-2006.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 16-02-2000 t/m 31-01-2006

Besluit van 5 april 1967, tot uitvoering van artikel 84 van de Zaaizaad- en Plantgoedwet

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 15 februari 1967, no. J. 505, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;

Gelet op artikel 84, van de Zaaizaad- en Plantgoedwet;

De Raad van State gehoord (advies van 8 maart 1967, no. 50);

Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 29 maart 1967, no. J. 809, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt

    • - onder "kweker" mede verstaan de instandhouder van het ras;

    • - onder "N.A.K." verstaan: Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen;

    • - onder "waarmerken" verstaan: voorzien, door of onder toezicht van de N.A.K., van de krachtens artikel 93 van de Zaaizaad- en Plantgoedwet vastgestelde geldige merken, tekenen, bewijsstukken en plombes;

    • - onder "de wet" verstaan: de Zaaizaad- en Plantgoedwet.

  • 2 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    A."prebasiszaad":

    zaad dat

    • a. is voortgebracht onder de verantwoordelijkheid van de kweker door middel van stelselmatige instandhouding met betrekking tot het ras;

    • b. is bestemd voor de voortbrenging van prebasiszaad dan wel basiszaad;

    • c. is goedgekeurd door de N.A.K. als prebasiszaad en ten bewijze daarvan is gewaarmerkt, en

    • d. is aangeboden in de hiervoor bestemde verpakkingen.

    B. "basiszaad"

    van vlas

    • 1. Van de eerste vermeerdering: zaad dat

      • a. rechtstreeks afkomstig is van prebasiszaad of van zaad van een aan het prebasiszaad voorafgaande generatie en dat is voortgebracht onder de verantwoordelijkheid van de kweker door middel van stelselmatige instandhouding met betrekking tot het ras;

      • b. is bestemd voor de voortbrenging van basiszaad van de tweede vermeerdering dan wel gecertificeerd zaad en

      • c. is goedgekeurd door de N.A.K. als basiszaad van de eerste vermeerdering (basiszaad superelite) en ten bewijze daarvan is gewaarmerkt.

      • 2. Van de tweede vermeerdering: zaad dat

        • a. rechtstreeks afkomstig is van basiszaad van de eerste vermeerdering, van prebasiszaad of van zaad van een aan het prebasiszaad voorafgaande generatie en dat is voortgebracht onder de verantwoordelijkheid van de kweker door middel van stelselmatige instandhouding met betrekking tot het ras;

        • b. is bestemd voor de voortbrenging van gecertificeerd zaad en

        • c. is goedgekeurd door de N.A.K. als basiszaad van de tweede vermeerdering (basiszaad elite) en ten bewijze daarvan is gewaarmerkt.

          van bieten: zaad dat

          • a. al dan niet afkomstig is van prebasiszaad en dat is voortgebracht onder verantwoordelijkheid van de kweker door middel van stelselmatige instandhouding met betrekking tot het ras;

          • b. is bestemd voor de voortbrenging van gecertificeerd zaad en

          • c. is goedgekeurd door de N.A.K. als basiszaad en ten bewijze daarvan is gewaarmerkt.

    van mais

    • 1. van vrij bestoven rassen: zaad dat

      • a. is voortgebracht onder de verantwoordelijkheid van de kweker door middel van stelselmatige instandhouding met betrekking tot het ras;

      • b. is bestemd voor de voortbrenging van gecertificeerd zaad van dit ras, van een inteelt-rassenhybride of een rassenhybride en

      • c. is goedgekeurd door de N.A.K. als basiszaad en ten bewijze daarvan is gewaarmerkt.

    • 2. zaad van ingeteelde lijnen dat is goedgekeurd door de N.A.K. als basiszaad en ten bewijze daarvan is gewaarmerkt.

    • 3. van enkele hybriden: zaad dat bestemd is voor de voortbrenging van dubbele hybriden, drieweghybriden of inteelthybriden en dat is goedgekeurd door de N.A.K. als basiszaad en ten bewijze daarvan is gewaarmerkt.

      van de overige krachtens artikel 87 van de wet aangewezen gewassen: zaad dat

      • a. rechtstreeks afkomstig is van prebasiszaad of van zaad van een aan het prebasiszaad voorafgaande generatie en dat is voortgebracht onder de verantwoordelijkheid van de kweker door middel van stelselmatige instandhouding met betrekking tot het ras of, indien het een landras betreft, is voortgebracht binnen een nauwkeurig afgebakend gebied van oorsprong;

      • b. is bestemd voor de voortbrenging van gecertificeerd zaad en

      • c. is goedgekeurd door de N.A.K. als basiszaad en ten bewijze daarvan is gewaarmerkt.

    C. "gecertificeerd zaad"

    van gerst, haver, tarwe, lupine, wikke, kapucijner, landbouwerwt en veldboon

    • 1. van de eerste vermeerdering: zaad dat

      • a. rechtstreeks afkomstig is van basiszaad of van prebasiszaad;

      • b. is bestemd voor de voortbrenging van gecertificeerd zaad van de tweede vermeerdering dan wel voor de voortbrenging van een gewas en

      • c. is goedgekeurd door de N.A.K. als gecertificeerd zaad van de eerste vermeerdering en ten bewijze daarvan is gewaarmerkt.

    • 2. van de tweede vermeerdering: zaad dat

      • a. rechtstreeks afkomstig is van gecertificeerd zaad van de eerste vermeerdering, van basiszaad of van prebasiszaad;

      • b. is bestemd voor de voortbrenging van een gewas en

      • c. is goedgekeurd door de N.A.K. als gecertificeerd zaad van de tweede vermeerdering en ten bewijze daarvan is gewaarmerkt.

      van vlas

      • 1. van de eerste vermeerdering: zaad dat

        • a. rechtstreeks afkomstig is van basiszaad of van prebasiszaad;

        • b. is bestemd voor de voortbrenging van gecertificeerd zaad van de tweede vermeerdering dan wel voor de voortbrenging van een gewas en

        • c. is goedgekeurd door de N.A.K. als gecertificeerd zaad van de eerste vermeerdering en ten bewijze daarvan is gewaarmerkt.

      • 2. van de tweede vermeerdering: zaad dat

        • a. rechtstreeks afkomstig is van gecertificeerd zaad van de eerste vermeerdering, van basiszaad of van prebasiszaad;

        • b. is bestemd voor de voortbrenging van gecertificeerd zaad van de derde vermeerdering dan wel voor de voortbrenging van een gewas en

        • c. is goedgekeurd door de N.A.K. als gecertificeerd zaad van de tweede vermeerdering en ten bewijze daarvan is gewaarmerkt.

      • 3. van de derde vermeerdering: zaad dat

        • a. rechtstreeks afkomstig is van gecertificeerd zaad van de eerste of tweede vermeerdering, van basiszaad of van prebasiszaad;

        • b. is bestemd voor de voortbrenging van een gewas en

        • c. is goedgekeurd door de N.A.K. als gecertificeerd zaad van de derde vermeerdering en ten bewijze daarvan is gewaarmerkt.

        van bieten: zaad dat

        • a. rechtstreeks afkomstig is van basiszaad dan wel van prebasiszaad;

        • b. bestemd is voor de voortbrenging van bieten en

        • c. is goedgekeurd door de N.A.K. als gecertificeerd zaad en ten bewijze daarvan is gewaarmerkt.

          van de overige krachtens artikel 87 van de wet aangewezen gewassen: zaad dat

          • a. rechtstreeks afkomstig is van basiszaad of van prebasiszaad;

          • b. is bestemd voor de voortbrenging van een gewas en

          • c. is goedgekeurd door de N.A.K. als gecertificeerd zaad en ten bewijze daarvan is gewaarmerkt.

    D. PREBASISPOOTGOED:

    knollen van aardappel die:

    • a. zijn voortgebracht volgens de regels voor de stelselmatige instandhouding met betrekking tot het ras en de gezondheidstoestand;

    • b. vooral zijn bestemd voor de voortbrenging van basispootgoed;

    • c. zijn goedgekeurd door de N.A.K. als prebasispootgoed en ten bewijze daarvan zijn gewaarmerkt, en

    • d. zijn aangeboden in de hiervoor bestemde verpakkingen.

    E. "basispootgoed":

    knollen van aardappel die

    • a. zijn voortgebracht volgens de regels voor de stelselmatige instandhouding met betrekking tot het ras en de gezondheidstoestand;

    • b. vooral bestemd zijn voor de voortbrenging van gecertificeerd pootgoed en

    • c. zijn goedgekeurd door de N.A.K. als basispootgoed en ten bewijze daarvan zijn gewaarmerkt.

    F. "gecertificeerd pootgoed":

    knollen van aardappel die

    • a. rechtstreeks afkomstig zijn van basispootgoed, van gecertificeerd pootgoed of van pootgoed van een aan het basispootgoed voorafgaand stadium, waarvan is gebleken dat het aan de eisen voor basispootgoed voldoet;

    • b. vooral bestemd zijn voor de voortbrenging van andere aardappelen dan pootaardappelen en

    • c. zijn goedgekeurd door de N.A.K. als gecertificeerd pootgoed en ten bewijze daarvan zijn gewaarmerkt.

    G. "handelszaad":

    zaad dat soortecht is en dat is goedgekeurd door de N.A.K. als handelszaad en ten bewijze daarvan is gewaarmerkt.

  • 3 De in het tweede lid bedoelde goedkeuring en waarmerking zijn niet vereist indien het ingevoerd teeltmateriaal betreft, dat is voorzien van geldige bewijsstukken en plombes of andere sluitingen van een met de officiële goedkeuring van het betrokken teeltmateriaal belaste keuringsinstelling van een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen, dan wel van een keuringsinstelling van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, die is aangewezen bij een beslissing van een daartoe bevoegd orgaan van de Europese Gemeenschappen omtrent de gelijkwaardigheid van in een derde land geoogst teeltmateriaal.

  • 4 Indien de in het tweede lid bedoelde goedkeuring voor een beperkte tijdsduur is verleend, is na het verstrijken van die tijdsduur teeltmateriaal niet goedgekeurd in de zin van dat lid. De in het derde lid bedoelde bewijsstukken, plombes of andere sluitingen zijn slechts geldig voor de mogelijk daarbij aangegeven tijdsduur.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Van rassen, behorende tot de krachtens artikel 87 van de wet aangewezen landbouwgewassen mogen, onverminderd de ter zake krachtens artikel 91 van die wet gegeven voorschriften, uitsluitend de volgende categorieën teeltmateriaal in het verkeer gebracht, verder verhandeld en uitgevoerd worden:

    • a. prebasiszaad onderscheidenlijk prebasispootgoed;

    • b. basiszaad onderscheidenlijk basispootgoed;

    • c. gecertificeerd zaad onderscheidenlijk gecertificeerd pootgoed;

    • d. niet bewerkt teeltmateriaal dat in de handel wordt gebracht met het oog op de bewerking, voor zover de identiteit van dit zaad wordt gewaarborgd en het is goedgekeurd door de N.A.K. en ten bewijze daarvan is gewaarmerkt;

    • e. kleine hoeveelheden teeltmateriaal voor wetenschappelijke of kweekdoeleinden.

  • 2 Van groenvoedergewassen mag, zolang Onze Minister van Landbouw en Visserij of het Produktschap voor Landbouwzaaizaden niet het tegendeel bepaalt, bovendien handelszaad in het verkeer gebracht, verder verhandeld en uitgevoerd worden.

  • 3 Onze Minister van Landbouw en Visserij of het Produktschap voor Landbouwzaaizaden kan bepalen, dat andere dan de in het eerste lid genoemde categorieën teeltmateriaal in het verkeer gebracht, verder verhandeld en uitgevoerd mogen worden.

  • 4 Onze Minister van Landbouw en Visserij oefent de hem bij het tweede en derde lid gegeven bevoegdheden slechts uit, voor zover het Produktschap voor Landbouwzaaizaden ter zake geen voorziening treft.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Prebasiszaad, onderscheidenlijk basiszaad, mag slechts worden voortgebracht en in het verkeer gebracht door de houder van het kwekersrecht of door de voor het ras aangewezen instandhouders.

  • 2 Het bepaalde in het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op gecertificeerd zaad van hybride-maïs.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Dit besluit kan worden aangehaald als "Besluit Categorieën Teeltmateriaal".

Onze Minister van Landbouw en Visserij, is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk, 5 april 1967

JULIANA.

De Minister van Landbouw en Visserij,

P. J. LARDINOIS.

Uitgegeven de tweede mei 1967.

De Minister van Justitie,

C. H. F. POLAK.

Naar boven