Besluit verhoging uitkeringen niet-pensioengerechtigden van land- en zeemacht met een toeslag-1954

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 10-10-1954 t/m heden

Besluit van 8 oktober 1954, houdende verhoging uitkeringen niet-pensioengerechtigden van land- en zeemacht met een toeslag-1954

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Oorlog en van Marine van 12 April 1954, Nr. P. 249 DG Minmar. nr. 349595;

Overwegende, dat het wenselijk is de uitkeringen, verleend en te verlenen krachtens de Regeling uitkeringen niet-pensioengerechtigden van land- en zeemacht, Stb. 1948, I 543, met een toeslag-1954 te verhogen;

De Raad van State gehoord (advies van 3 Augustus 1954, No. 15);

Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 7 September 1954, Nr. P. 249/E/DG, Nr. Minmar. 357188/254771 DG;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De uitkeringen, welke zijn of worden verleend krachtens de Regeling uitkeringen niet-pensioengerechtigden van land- en zeemacht, Stb. 1948, I 543, worden, voor zover het recht op deze uitkeringen op 1 Januari 1954 niet is vervallen, te rekenen van 1 Januari 1954 of van het later tijdstip, waarop zij zijn ingegaan of zullen ingaan, overeenkomstig het bepaalde in de volgende artikelen ambthalve met een toeslag-1954 verhoogd.

Artikel 2

  • 1 De toeslag-1954 bedraagt 5 percent van de uitkering vermeerderd met de toeslag ingevolge Ons besluit van 24 Maart 1951, Stb. 87, zoals dit is gewijzigd bij Ons besluit van 14 Maart 1952, Stb. 126.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde toeslag-1954 wordt naar boven afgerond tot volle guldens.

Artikel 3

Het bepaalde in de artikelen 3, 4 en 5 van Ons besluit van 24 Maart 1951, Stb. 87, is ten aanzien van de toeslag-1954 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die der dagtekening van het Staatsblad, waarin het is geplaatst.

Onze Ministers van Oorlog en van Marine zijn belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en de Algemene Rekenkamer.

Soestdijk, 16 September 1954

JULIANA.

De Minister van Oorlog en van Marine,

C. STAF.

Uitgegeven de achtste October 1954.

De Minister van Justitie,

L. A. DONKER.

Naar boven