Wet van 24 mei 1937, houdende maatregelen tot nietigverklaring van goudclausules in
bepaalde overeenkomsten
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is, in verband met het
Koninklijk besluit van 26 September 1936, N°. 52, bekrachtigd bij de Wet van 30 September
1936 (Staatsblad N°. 101), goudclausules, voorkomende in bepaalde overeenkomsten, nietig te verklaren;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: