Wet van 30 december 1912, tot het verleenen van vrijdom van grondbelasting en van
personeele belasting voor het Vredespaleis te 's-Gravenhage
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is dat vrijdom van grondbelasting
en van personeele belasting worde verleend voor het te 's-Gravenhage gesticht wordende
Vredespaleis;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: