Artikel 1
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 2
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 3
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 4
1 In afwijking van artikel 3 wordt Nederlander het kind van een persoon wiens vaderschap gerechtelijk wordt vastgesteld,
indien het kind op de dag van de uitspraak in eerste aanleg minderjarig was en de
vader op de in de volgende zin bedoelde dag Nederlander is, of, indien deze is overleden,
op de dag van overlijden Nederlander was. Betreft het een Nederlandse uitspraak dan
verkrijgt het kind het Nederlanderschap op de eerste dag na een periode van drie maanden,
te rekenen van de dag van de uitspraak in eerste aanleg of, indien binnen deze periode
hoger beroep is ingesteld, van drie maanden, te rekenen van de dag van de uitspraak
in hoger beroep, dan wel, indien binnen deze laatste periode beroep in cassatie is
ingesteld, op de dag van de uitspraak in cassatie. Betreft het een buitenlandse rechterlijke
uitspraak dan verkrijgt het kind het Nederlanderschap op de dag waarop deze uitspraak
kracht van gewijsde heeft gekregen.
2 De kinderen van een minderjarige die op grond van het eerste lid het Nederlanderschap
heeft verkregen, delen in die verkrijging.
Verwijzingen
RWN: artikelen 3.1; 3.3 (oud); 4 (oud) en 14.2
BW: artikel 1:207
WCN: artikelen 5b.f en 5c
Overgangsrecht
Geen.
4-alg. Toelichting algemeen
Terugwerkende kracht
Voor
dit
onderdeel
is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Verkrijging Nederlanderschap bij erkenning of wettiging
Tot 1 april 2003 verkreeg een minderjarige vreemdeling de Nederlandse nationaliteit
door erkenning en/of wettiging door een Nederlander (artikel 4 RWN (oud)). Thans kan een erkende en/of gewettigde minderjarige na drie jaar opvoeding
en verzorging door de Nederlandse man het Nederlanderschap verkrijgen door optie.
Zie artikel 6, eerste lid, aanhef en onder c, RWN.
Verkrijging Nederlanderschap na vaststelling vaderschap
Sinds 1 april 1998 kan op grond van artikel 1:207 BW gerechtelijk worden vastgesteld wie de vader van een kind is. Door deze vaststelling
van het vaderschap komt het kind vanaf de geboorte in familierechtelijke betrekking
met de vader te staan (zie artikel 1:207, vijfde lid, BW). Voor de beoordeling of het kind daardoor tevens de Nederlandse nationaliteit heeft
verkregen, moet onderscheid worden gemaakt tussen de volgende situaties.
-
– Is het kind geboren vóór 1 januari 1985, en is de vaststelling van het vaderschap
onherroepelijk geworden vóór 1 april 2003, dan leidt de vaststelling van het vaderschap
niet tot verkrijging van het Nederlanderschap door het kind. Zie verder de toelichting in paragraaf 2.
-
– Is het kind geboren op 1 januari 1985 of daarna, en is het vaderschap vastgesteld
vóór 1 april 2003, zie de toelichting in de paragrafen 3, 4 en 5.
-
– Is de vaststelling van het vaderschap ná 1 april 2003 onherroepelijk geworden, dan
verkrijgt het kind het Nederlanderschap. Zie de toelichting bij artikel 4, eerste lid, RWN.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2007, 144, datum inwerkingtreding 01-08-2007, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-04-2003.
Verkrijging Nederlanderschap bij erkenning of wettiging
Tot 1 april 2003 verkreeg een minderjarige vreemdeling de Nederlandse nationaliteit
door erkenning en/of wettiging door een Nederlander (artikel 4 RWN (oud)). Thans kan
een erkende en/of gewettigde minderjarige na drie jaar opvoeding en verzorging door
de Nederlandse man het Nederlanderschap verkrijgen door optie. Zie artikel 6, eerste
lid, aanhef en onder c, RWN.
Verkrijging Nederlanderschap na vaststelling vaderschap
Sinds 1 april 1998 kan op grond van artikel 1:207 BW gerechtelijk worden vastgesteld
wie de vader van een kind is. Door deze vaststelling van het vaderschap komt het kind
vanaf de geboorte in familierechtelijke betrekking met de vader te staan (zie artikel
1:207, vijfde lid, BW). Voor de beoordeling of het kind daardoor tevens de Nederlandse
nationaliteit heeft verkregen, moet onderscheid worden gemaakt tussen de volgende
situaties.
-
– Is het kind geboren vóór 1 januari 1985, en is de vaststelling van het vaderschap
onherroepelijk geworden vóór 1 april 2003, dan leidt de vaststelling van het vaderschap
niet tot verkrijging van het Nederlanderschap door het kind. Zie verder de toelichting
in paragraaf 2.
-
– Is het kind geboren op 1 januari 1985 of daarna, en is het vaderschap vastgesteld
vóór 1 april 2003, zie de toelichting in de paragrafen 3, 4 en 5.
-
– Is de vaststelling van het vaderschap ná 1 april 2003 onherroepelijk geworden, dan
verkrijgt het kind het Nederlanderschap. Zie de toelichting bij artikel 4, eerste
lid, RWN.
Verkrijging Nederlanderschap door postnatale erkenning met gerechtelijk bewijs van
verwekkerschap
Een postnatale erkenning, in combinatie met een gerechtelijk bewijs van verwekkerschap,
wordt gelijkgesteld met een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap. Het Nederlanderschap
wordt verkregen op de in het eerste lid genoemde datum.
Een gerechtelijk bewijs van verwekkerschap is een rechterlijke uitspraak waarin is
vastgesteld dat de erkenner ook de biologische vader is. Het kan hierbij gaan om een
uitspraak van de artikel 17 RWN-rechter, de vreemdelingenrechter of een buitenlandse
rechter, die op grond van DNA-onderzoek oordeelt dan wel anderszins uitdrukkelijk
vaststelt dat de erkenner de biologische vader van het kind is.
Om aan te tonen dat de erkenner ook de biologische vader van het kind is, is niet
voldoende dat een (notariële) erkenning en bijvoorbeeld een DNA bewijs wordt overgelegd.
Een rechterlijke uitspraak (=gerechtelijk bewijs van verwekkerschap) is derhalve vereist.
Buitenlandse erkenningen
Ook een buitenlandse erkenning waarbij de biologische afstamming als voorwaarde geldt
of een buitenlandse rechterlijke uitspraak waarbij het biologische vaderschap na de
erkenning is vastgesteld, kan nationaliteitsrechtelijk gevolg hebben(verkrijging Nederlanderschap).
Ten aanzien van een dergelijke rechterlijke uitspraak zijn de zorgvuldigheidseisen
van artikel 9 en 10 Wet conflictenrecht afstamming (Wca) van overeenkomstige toepassing.
Het Nederlanderschap wordt van rechtswege verkregen op de datum van de erkenning,
mits de rechterlijke uitspraak inzake de vaststelling van het vaderschap in kracht
van gewijsde is gegaan.
2. Kind geboren vóór 1 januari 1985, Nederlandse vaststelling vaderschap vóór 1 april
2003
Indien het kind is geboren vóór 1 januari 1985 en de vaststelling van het vaderschap
in beginsel onherroepelijk is geworden vóór 1 april 2003, heeft het kind het Nederlanderschap
niet verkregen. Weliswaar vestigt de vaststelling van het vaderschap een familierechtelijke
betrekking tussen vader en kind vanaf de geboorte, maar dit leidt dit niet tot verkrijging
van het Nederlanderschap. Immers, artikel 1, aanhef en onder a, WNI (die gold tot
1 januari 1985) kent een limitatieve opsomming voor verkrijging van het Nederlanderschap,
namelijk: “het wettig, gewettigd, of door den vader erkend natuurlijk kind”. In de
opsomming wordt niet genoemd de familierechtelijke betrekking tussen vader en kind,
ontstaan door gerechtelijke vaststelling van het vaderschap. Het ligt daarom niet
in de rede om deze rechtsfiguur, die pas in 1998 werd ingevoerd in het Nederlands
familierecht, met terugwerkende kracht ‘in te lezen’ in een wet die stamt uit 1892
en die bovendien niet meer van kracht is. De rechtszekerheid, die in het nationaliteitsrecht
zware eisen stelt, staat hier geen ruimere dan een grammaticale interpretatie toe.
Een andere opvatting zou in strijd zijn met artikel 25 RWN. Uit het voorgaande volgt tevens dat geen beroep mogelijk is op artikel 1, aanhef
en onder b, WNI noch op artikel 2, aanhef en onder a, WNI.
3. Kind geboren op of ná 1 januari 1985; Nederlandse vaststelling vaderschap vóór
1 april 2003
Door een Nederlandse vaststelling van het vaderschap op grond van artikel 1:207 BW verwerft het kind het Nederlanderschap indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
– het kind is geboren op of na 1 januari 1985; én
-
– de Nederlandse gerechtelijke vaststelling is vóór 1 april 2003 (in beginsel) onherroepelijk
geworden; én
-
– de man, van wie het vaderschap is vastgesteld, bezit het Nederlanderschap op het moment
van de geboorte van het kind (of is voor de geboorte als Nederlander overleden). Zie
voor de uitzondering indien de man geen Nederlander is paragraaf 5.
Het kind is Nederlander vanaf zijn geboorte, namelijk op grond van artikel 1, aanhef en onder d juncto artikel 3, eerste lid, RWN. Immers, volgens deze bepalingen is een kind, van wie ten tijde van de geboorte de
vader Nederlander is of voordien als Nederlander is overleden, eveneens Nederlander.
Heeft het kind zelf een kind, dan wordt ook dat kind geacht vanaf de geboorte Nederlander
te zijn ingevolge artikel 3, eerste lid, RWN.
Pas met de inwerkingtreding van het huidige artikel 4, eerste lid, RWN op 1 april 2003 is de bepaling van kracht geworden dat de minderjarige niet het Nederlanderschap met terugwerkende kracht tot de geboorte verkrijgt. Voor wat
betreft het nationaliteitsrechtelijke gevolg van de vaststelling van het vaderschap
is (tot het moment van inwerkingtreding van artikel 4, eerste lid, RWN (nieuw) aansluiting
gezocht bij de terugwerkende kracht tot de geboorte uit artikel 1:207, vijfde lid, BW).
4. Kind geboren op of na 1 januari 1985, buitenlandse vaststelling vaderschap vóór
1 april 2003
Indien naar Nederlands internationaal privaatrecht vóór 1 april 2003 in het buitenland
het vaderschap rechtsgeldig is vastgesteld, is van belang of die buitenlandse vaststelling
–net als een vaststelling ex artikel 1:207 BW –terugwerkende kracht heeft tot de geboorte van het kind. Als dat het geval is, is
het hierboven in paragraaf 3 vermelde van overeenkomstige toepassing. Heeft de buitenlandse vaststelling van het
vaderschap geen terugwerkende kracht, dan heeft de vaststelling geen verkrijging van
het Nederlanderschap tot gevolg.
5. Uitzondering: de vader is geen Nederlander (kind geboren op of na 1 januari 1985;
vaststelling vaderschap vóór 1 april 2003)
Ook als de vader niet de Nederlandse nationaliteit bezit, kan het Nederlanderschap
zijn verkregen op grond van een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap als
bedoeld in de paragrafen 3 en 4. Er kan namelijk sprake kan zijn van verkrijging op
grond van het zogenaamde grootouder artikel 3, derde lid, RWN (oud). Als de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap terugwerkt tot geboorte,
wordt het kind geacht Nederlander te zijn vanaf geboorte indien bij de geboorte van
het kind de niet-Nederlandse man, van wie het vaderschap is vastgesteld, in Nederland,
de Nederlandse Antillen of Aruba woonde en hij zelf is geboren uit een moeder die
ten tijde van zijn geboorte in één van die landen woonde.
4-1. Ad artikel 4, eerste lid
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
4-2. Ad artikel 4, tweede lid
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 5
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 5a
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 5b
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 5c
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 6
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 7
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 8
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 9
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 10
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 11
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 12
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 13
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 14
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 15
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 15a
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 16
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 16a
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 17
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 18
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 19
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 20
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 21
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 22
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 23
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 24
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 25
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 26
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 27
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 28
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel II RRWN
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel III RRWN
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel IV RRWN
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel V RRWN
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel VI RRWN
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel VII RRWN
[Treedt in werking op 13-07-2008]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Bijlage 1. Modellen behorende bij de optieprocedure
1.1: Optieverklaring op grond van artikel 6.1.a RWN
1.2: Bijlage bij optieverklaring: aanvullende gegevens kinderen (van oud naar jong)
1.3: Optieverklaring op grond van artikel 6.1.b RWN (afgelegd door meerderjarige optant)
1.4: Optieverklaring op grond van artikel 6.1.b RWN (bij minderjarige optant afgelegd door wettelijk vertegenwoordiger)
1.5: Optieverklaring op grond van artikel 6.1.c RWN (afgelegd door wettelijk vertegenwoordiger)
1.6: Optieverklaring op grond van artikel 6.1.d RWN (afgelegd door wettelijk vertegenwoordiger)
1.7: Optieverklaring op grond van artikel 6.1.e RWN
1.8: Optieverklaring op grond van artikel 6.1.f RWN
1.9: Optieverklaring op grond van artikel 6.1.f j° 26 RWN
1.10: Optieverklaring op grond van artikel 6.1.g RWN
1.11: Optieverklaring op grond van artikel 6.1.h RWN
1.12: Optieverklaring op grond van artikel 28 RWN
1.13: Optieverklaring op grond van artikel V.1 RRWN (overgangsbepaling)
1.14: Verklaring omtrent verblijfsstatus en gedrag
1.15: Verzoek om naamsvaststelling bij optie
1.16: Verklaring van naamskeuze door ouders (kind jonger dan 16 jaar)
1.17: Verklaring van naamskeuze door kind (kind van 16 jaar of ouder)
1.18: Brief zienswijze (mede)verkrijging Nederlanderschap (aan minderjarige van 12
jaar t/m 15 jaar)
1.19: Formulier zienswijze (mede)verkrijging Nederlanderschap (aan minderjarige van
12 jaar t/m 15 jaar)
1.20: Formulier zienswijze naamsvaststelling (minderjarige van 12 jaar en ouder) (indien
minderjarige niet persoonlijk verschijnt)
1.21: Brief verzoek om instemming (mede)verkrijging Nederlanderschap (minderjarige(n)
van 16 jaar of ouder)
1.22: Brief zienswijze andere ouder/wettelijk vertegenwoordiger omtrent (mede)verkrijging
Nederlanderschap van minderjarige(n)
1.23: Formulier zienswijze andere ouder/wettelijk vertegenwoordiger omtrent (mede)verkrijging
Nederlanderschap van minderjarige(n)
1.24: Formulier zienswijze andere ouder/wettelijk vertegenwoordiger omtrent naamsvaststelling
kind(eren)
1.25: Verklaring `Ingelicht over betaling van optiegelden', tevens inverzuimstelling;
alsook Verklaring vrijgesteld van optiegelden
1.26: Buitenbehandelingstelling optieverklaring wegens niet-betaling van optiegelden
1.27: Besluit tot ontheffing betaling optiegelden
1.28: Afwijzing ontheffing optiegelden
1.29: Verzoek om bericht van de korpschef
1.30: Verzoek tot het verstrekken van justitiële gegevens
1.31: Verzoek afgifte bericht omtrent toelating [Vervallen]
1.32: Bericht omtrent toelating [Vervallen]
1.33: Bevestiging van de verkrijging van het Nederlanderschap door optie (artikel 6, tweede lid, RWN)
1.34: Aanvullende gegevens van kind(eren) die het Nederlanderschap heeft/hebben verkregen
1.35: Uitwisselingsformulier
Bijlage 2. Modellen behorende bij de naturalisatieprocedure
2.1: Verzoek om naturalisatie tot Nederlander (meerderjarige)
Bijlage bij verzoek om naturalisatie tot Nederlander: aanvullende gegevens kinderen
voor wie medeverlening wordt verzocht (van oud naar jong)
2.2: Verzoek om naturalisatie tot Nederlander (minderjarige) (ingediend door wettelijk
vertegenwoordiger)
2.3: Verklaring omtrent verblijfsstatus en gedrag
2.4: Bereidheidsverklaring tot afstand huidige nationaliteit bij het verzoek tot verkrijging
van het Nederlanderschap door naturalisatie
2.5: Verklaring in verband met verlies van de Egyptische/Oostenrijkse/Zuid-Afrikaanse
nationaliteit
2.6: Verzoek om naamsvaststelling bij naturalisatie
2.7: Verzoek om naamswijziging bij naturalisatie
2.8: Verklaring `Ingelicht over betaling van naturalisatiegelden', tevens inverzuimstelling;
alsook Verklaring vrijgesteld van naturalisatiegelden
2.9: Brief zienswijze (mede)verlening Nederlanderschap (minderjarigen van 12 jaar
t/m 15 jaar) (indien minderjarige niet persoonlijk verschijnt)
2.10: Formulier zienswijze (mede)verlening Nederlanderschap (minderjarigen van 12
jaar t/m 15 jaar) (indien minderjarige niet persoonlijk verschijnt)
2.11: Formulier zienswijze naamswijziging/naamsvaststelling (minderjarigen van 12
jaar t/m 15 jaar) (indien minderjarige niet persoonlijk verschijnt)
2.12: Brief verzoek om instemming (mede)verlening Nederlanderschap minderjarigen van
16 jaar of ouder
2.13: Brief zienswijze andere ouder/wettelijk vertegenwoordiger omtrent (mede)verlening
Nederlanderschap aan minderjarige(n)
2.14: Formulier zienswijze andere ouder/wettelijk vertegenwoordiger omtrent (mede)verlening
Nederlanderschap aan minderjarige(n)
2.15: Formulier zienswijze andere ouder/wettelijk vertegenwoordiger omtrent naamsvaststelling
kind(eren)
2.16: Formulier zienswijze andere ouder/wettelijk vertegenwoordiger omtrent naamswijziging
kind(eren)
2.17: Hoofddorp Verzoek afgifte bericht omtrent toelating [Drenthe, Flevoland, Friesland,
Gelderland, Groningen, Overijssel, Utrecht en Noord-Holland]
2.18: Rijswijk Verzoek afgifte bericht omtrent toelating [Limburg, Noord-Brabant,
Zeeland en Zuid-Holland]
2.18a: Vragenlijst EU/EERonderdaan of Zwitserse onderdaan die rechtstreeks verblijfsrecht
ontleent aan het EG-verdrag
2.18b: Vragenlijst voor familie- en gezinsleden van EU/EER- of Zwitsers onderdaan
die zelf onderdaan is/zijn van een derde land
2.19: Verzoek om bericht van de korpschef
2.20: Verzoek tot het verstrekken van justitiële gegevens
2.21: Verklaring `geïnformeerd over negatief advies'
2.22: Adviesblad naturalisatie
2.23: Buitenbehandelingstelling verzoek om naturalisatie wegens niet-betaling van
naturalisatiegelden
2.24: Besluit tot ontheffing betaling naturalisatiegelden
2.25: Afwijzing ontheffing naturalisatiegelden
2.26: Beroep op ontheffing naturalisatietoets (art. 4 Besluit Naturalisatietoets)
2.27: Modelverklaring ten behoeve van arts/deskundige in het kader van de ontheffing
van de naturalisatietoets (met bijbehorend informatieblad voor arts of deskundige
in het kader van ontheffing van de naturalisatietoets)
2.28: Aanmeldingsformulier ROC van Amsterdam voor het afleggen van één of meer toetsonderdelen
of het onderzoek naar ongeletterdheid
2.28a: Aanmeldingsformulier ROC van Amsterdam
2.29: Terugmeldformulier Naturalisatie - zelfstandig naturalisatieverzoek
2.29a: Terugmeldformulier Naturalisatie - verzoek om medenaturalisatie