Overeenkomst tussen de Regering van de Republiek Azerbeidzjan en de Regeringen van
de Benelux-Staten inzake de afschaffing van de visumplicht voor houders van dienstpaspoorten
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
KOMEN HIERBIJ het volgende OVEREEN:
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Tenzij uit de context anders blijkt, wordt in deze Overeenkomst verstaan onder:
-
– „Grondgebied van de Republiek Azerbeidzjan”: het grondgebied van de Republiek Azerbeidzjan;
-
– „Benelux-Staten”: het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk
der Nederlanden;
-
– „Benelux-gebied”: het gezamenlijke grondgebied in Europa van het Koninkrijk België,
het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden.
Artikel 2. Bevoegde autoriteiten
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
De bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van deze Overeenkomst
zijn:
-
a. voor de Regering van de Republiek Azerbeidzjan: de Nationale Grensdienst, het Ministerie
van Buitenlandse Zaken en andere onderscheiden staatsorganen; en
-
b. voor de Regeringen van de Benelux-Staten: voor het Koninkrijk België: de Federale
Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
voor het Groothertogdom Luxemburg: het Ministerie van Buitenlandse en Europese Zaken
en voor het Koninkrijk der Nederlanden: het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Artikel 3. Afschaffing van de visumplicht
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
-
1 Onderdanen van de Republiek Azerbeidzjan die houder zijn van een geldig dienstpaspoort
kunnen, voor zover dit in overeenstemming is met de wetgeving van de Europese Unie,
het Benelux-gebied zonder visum binnenkomen of verlaten dan wel door dit gebied reizen,
en er ten hoogste negentig (90) dagen binnen een periode van honderdtachtig (180)
dagen verblijven.
-
2 Onderdanen van de Benelux-Staten die houder zijn van een geldig dienstpaspoort kunnen,
voor zover dit in overeenstemming is met de wetgeving van de Republiek Azerbeidzjan,
het grondgebied van de Republiek Azerbeidzjan zonder visum binnenkomen of verlaten
dan wel door dit grondgebied reizen, en er ten hoogste negentig (90) dagen binnen
een periode van honderdtachtig (180) dagen verblijven.
Artikel 4. Geaccrediteerde vertegenwoordigers
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
-
1 Onderdanen van de Staat van de ene Partij die zijn aangesteld bij diplomatieke of
consulaire vertegenwoordigingen of bij vertegenwoordigingen bij internationale organisaties
die gelegen zijn in de Staat van de andere Partij en die houder zijn van een geldig
dienstpaspoort, kunnen het grondgebied van de ontvangende Partij zonder visum binnenkomen,
verlaten en er verblijven zolang de accreditatie loopt.
Artikel 5. Weigering van toegang
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Onverminderd de artikelen 3 en 4 van deze Overeenkomst, behoudt elke Regering zich het recht voor de toegang tot haar
grondgebied te weigeren aan personen die als ongewenst worden beschouwd of wier aanwezigheid
in het land wordt beschouwd als een gevaar voor de openbare orde of voor de nationale
veiligheid.
Artikel 6. Toepassing van de wetten
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Tenzij hierin anders is voorzien, doet deze Overeenkomst geen afbreuk aan de wetten
en voorschriften die in de Staten van de Partijen van toepassing zijn op de toegang
tot het grondgebied, de duur van het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen, alsmede op het verrichten van enigerlei arbeid door vreemdelingen.
Artikel 7. Documentatie
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
De Partijen wisselen uiterlijk dertig (30) dagen vóór de inwerkingtreding van deze
Overeenkomst langs diplomatieke weg de specimens van hun geldige dienstpaspoorten
uit.
De Partijen doen elkaar langs diplomatieke weg de specimens van hun nieuwe of gewijzigde
dienstpaspoorten toekomen, alsmede de gegevens betreffende het gebruik van deze paspoorten,
zulks voor zover mogelijk dertig (30) dagen vóór deze in omloop worden gebracht.
De geldigheidstermijn van dienstpaspoorten wordt voor ten minste negentig (90) dagen
na de voorgenomen datum van vertrek uit het grondgebied van de Staat van de andere
Partij verlengd.
Artikel 8. Geschillenregeling
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Geschillen tussen de Partijen inzake de toepassing of uitlegging van deze Overeenkomst
worden in der minne geregeld via overleg of onderhandelingen tussen de Partijen.
Artikel 9. Wijzigingen
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Deze Overeenkomst kan in onderlinge overeenstemming tussen de Partijen worden gewijzigd.
Deze wijzigingen worden doorgevoerd in de vorm van afzonderlijke Protocollen die integrerend
deel uitmaken van deze Overeenkomst en worden van kracht overeenkomstig het bepaalde
in artikel 11, leden 1 en 4, van deze Overeenkomst.
Artikel 10. Depositaris
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Het Secretariaat-generaal van de Benelux Unie (waarnaar wordt verwezen als de „Depositaris”)
treedt op als depositaris van deze Overeenkomst. De Depositaris doet elke Partij een
gewaarmerkt afschrift van het origineel van deze Overeenkomst toekomen.
Artikel 11. Inwerkingtreding en beëindiging
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Artikel 12. Opschorting
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Deze Overeenkomst kan door elke Partij worden opgeschort. Deze Partij dient onmiddellijk
langs diplomatieke weg de Depositaris in kennis te stellen van haar besluit om deze
Overeenkomst op te schorten. De Depositaris zal de overige Partijen van de ontvangst
van deze kennisgeving op de hoogte stellen. Dezelfde procedure geldt voor het ongedaan
maken van de opschorting.
Artikel 13. Toepassing op het Koninkrijk der Nederlanden
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
-
1 Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, kan de toepassing van deze Overeenkomst
worden uitgebreid tot Aruba, Curaçao, Sint Maarten en tot het Caribische deel van
Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) mits notificatie hiervan aan de Depositaris.