Akkoord tussen de Nederlandse Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne en de [...] inzake de verzekering voor geneeskundige verzorging, Brussel, 24-12-1980

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 24-02-1994 t/m heden

Akkoord tussen de Nederlandse Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne en de Belgische Minister van Sociale Voorzorg inzake de verzekering voor geneeskundige verzorging

Authentiek : NL

Akkoord tussen de Nederlandse Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne en de Belgische Minister van Sociale Voorzorg inzake de verzekering voor geneeskundige verzorging

De ondergetekenden:

De Nederlandse Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne enerzijds,

De Belgische Minister van Sociale Voorzorg anderzijds,

Verlangende de verschillende regelingen te ordenen, welke tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België getroffen zijn ter verwezenlijking van het recht op verstrekkingen in natura bij ziekte en moederschap, dat voortvloeit uit Verordening (E.E.G.) nr. 1408/71 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen;

Gelet op de artikelen 20 en 36, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en de artikelen 17, lid 9, 93, lid 6, 94, lid 6, 95, lid 6, 99, 102, lid 5 en 120, lid 1 van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van de Europese Gemeenschappen,

Gehoord het advies van de Administratieve Commissie voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers,

Zijn overeengekomen als volgt:

TITEL I. Algemene bepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van dit Akkoord wordt verstaan onder:

  • a) Verordening: de Verordening (E.E.G.) nr. 1408/71 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen.

  • b) Toepassingsverordening: de Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van de Verordening.

  • c) Bevoegd orgaan: de voor België en Nederland blijkens bijlage 2 van de Toepassingsverordening terzake van verstrekkingen aangewezen organen voor ziekte en moederschap.

  • d) Bevoegde staat: de staat op het grondgebied waarvan het bevoegde orgaan zich bevindt.

  • e) Orgaan van de woonplaats: de voor België en Nederland blijkens bijlage 3 van de Toepassingsverordening terzake van verstrekkingen aangewezen organen voor ziekte en moederschap.

  • f) Werknemer, zelfstandige, grensarbeider, seizoenarbeider en gezinslid: onderscheidenlijk de werknemer, zelfstandige, grensarbeider, seizoenarbeider en het gezinslid in de zin van de Verordening.

  • g) Technische Commissie: de commissie bedoeld in artikel 16 van dit Akkoord.

  • h) Verstrekkingen:

    • - voor Nederland: de verstrekkingen krachtens de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

    • - voor België: de verstrekkingen in natura krachtens de Wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, eveneens verruimd tot de zelfstandigen bij Koninklijk besluit van 30 juli 1964, alsmede krachtens het Koninklijk besluit van 24 oktober 1936 houdende wijziging en samenordening van de statuten van de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden onder Belgische Vlag.

  • i) Schepeling: de werknemer in de koopvaardij, met inbegrip van de kapitein.

Artikel 2

  • 1 De bepalingen van dit Akkoord zijn van toepassing op werknemers en zelfstandigen met inbegrip van grensarbeiders, schepelingen en seizoenarbeiders, op aanvragers van een pensioen of rente en op gepensioneerden en rentetrekkers op wie de wettelijke regelingen inzake het recht op verstrekkingen van Nederland of België van toepassing zijn, alsmede op hun gezinsleden en nagelaten betrekkingen.

  • 2 Dit Akkoord stelt nadere regelen tot uitvoering van de Verordening en de Toepassingsverordening.

Artikel 3

Voor de toepassing van de Verordening, de Toepassingsverordening en dit Akkoord worden als grensarbeider aangemerkt:

  • a) de werknemers die als loods in dienst zijn van het Belgische loodswezen met administratieve standplaats Oostende en die in of nabij Vlissingen wonen;

  • b) de werknemers die door een Belgische werkgever zijn tewerkgesteld in de redding- en sleepdiensten tussen Terneuzen en Gent, in de regel hun werkelijk verblijf niet hebben aan boord, en die in of nabij Terneuzen wonen.

TITEL II. Ziekte en moederschap

Bijzondere bepalingen

Artikel 4

Voor de toekenning van het recht op verstrekkingen krachtens de Belgische wettelijke regeling dient de persoon die om aansluiting of inschrijving vraagt, zo nodig aan te tonen dat hij op enig moment in de zes maanden die aan het verwerven van de hoedanigheid van gerechtigde voorafgaan, rechthebbende was, hetzij krachtens de Ziekenfondswet, hetzij krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

Voor het behoud van het recht op verstrekkingen wordt rekening gehouden met de tijdvakken waarover recht bestond, hetzij krachtens de Ziekenfondswet, hetzij krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

Artikel 5

Voor grensarbeiders alsmede voor hun gezinsleden wordt afgezien van toepassing van artikel 17, leden 6 en 7, van de Toepassingsverordening wanneer het gaat om verstrekkingen, die verleend worden in het woonland.

Artikel 6

De in Nederland wonende gezinsleden van grensarbeiders die krachtens de Belgische wettelijke regeling zijn verzekerd, alsmede de in België wonende gezinsleden van grensarbeiders die krachtens de Nederlandse wettelijke regeling zijn verzekerd, kunnen eveneens op het grondgebied van de bevoegde staat verstrekkingen genieten. Behoudens in spoedgevallen komen zij hiervoor slechts in aanmerking na voorafgaande toestemming van het orgaan van de woonplaats.

De verstrekkingen worden verleend door het bevoegde orgaan volgens de in de bevoegde staat geldende wettelijke regeling.

Artikel 7

  • 1 Om in aanmerking te komen voor verstrekkingen krachtens artikel 6 is het gezinslid verplicht een verklaring over te leggen waaruit de toestemming van het orgaan van de woonplaats blijkt. Deze verklaring wordt op verzoek van de verzekerde of van het bevoegde orgaan afgegeven. De verstrekkingen worden verleend overeenkomstig de in de Toepassingsverordening gestelde regeling.

  • 2 De Technische Commissie kan ter uitvoering van het bepaalde in lid 1 nadere regelen stellen.

TITEL III. Financiële bepalingen

Artikel 8

  • 1 De kosten van verstrekkingen, welke het bevoegde orgaan met toepassing van artikel 20 van de Verordening of artikel 6 van dit Akkoord verleent aan grensarbeiders of hun gezinsleden, worden door het orgaan van de woonplaats aan het bevoegde orgaan vergoed naar werkelijke bedragen.

  • 2 De Technische Commissie kan nadere regelen stellen ter uitvoering van het bepaalde in lid 1.

Artikel 9

De in België wonende of verblijvende werknemers, op wie de Nederlandse wettelijke regeling van toepassing is en die in België verstrekkingen aanvragen ten gevolge van een arbeidsongeval in de zin van de Belgische wettelijke regeling, genieten die verstrekkingen volgens de Belgische normen en tarieven welke geldig zijn inzake arbeidsongevallen. De kosten van die verstrekkingen komen ten laste van het Nederlandse bevoegde orgaan.

Artikel 10

  • 1 In afwijking van het bepaalde in artikel 93 van de Toepassingsverordening worden:

    • a) de krachtens artikel 19, leden 1 en 2, van de Verordening aan in Nederland wonende grensarbeiders en hun gezinsleden ingevolge de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten verleende verstrekkingen, voor zover laatstbedoelde verstrekkingen niet zijn vermeld in de bij dit Akkoord behorende bijlage, door het bevoegde Belgische orgaan vergoed op basis van een vast bedrag gebaseerd op de landelijk gemiddelde jaarlijkse kosten per hoofd;

    • b) de krachtens artikel 19, leden 1 en 2 van de Verordening aan in België wonende grensarbeiders en hun gezinsleden verleende verstrekkingen door het bevoegde Nederlandse orgaan vergoed op basis van een vast bedrag gebaseerd op de landelijk gemiddelde jaarlijkse kosten per hoofd;

    • c) de krachtens artikel 19, leden 1 en 2, van de Verordening aan in Nederland wonende schepelingen en hun gezinsleden ingevolge de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten verleende verstrekkingen, voor zover laatstbedoelde verstrekkingen niet zijn vermeld in de bij dit Akkoord behorende bijlage, door het bevoegde Belgische orgaan vergoed op basis van een vast bedrag gebaseerd op de gemiddelde jaarlijkse kosten per hoofd voor schepelingen voor de schepeling zelf en 80% van de gemiddelde jaarlijkse kosten per hoofd voor de gezinsleden;

    • d) de krachtens artikel 19, leden 1 en 2, van de Verordening aan in België wonende schepelingen en hun gezinsleden verleende verstrekkingen door het bevoegde Nederlandse orgaan vergoed op basis van een vast bedrag, gebaseerd op de gemiddelde jaarlijkse kosten per hoofd voor schepelingen voor de schepeling zelf en 80% van de landelijk gemiddelde jaarlijkse kosten per hoofd voor de gezinsleden;

    • e) de krachtens artikel 26 van de Verordening aan in Nederland wonende aanvragers van een pensioen of rente en hun gezinsleden of nagelaten betrekkingen verleende verstrekkingen door het bevoegde Belgische orgaan vergoed op basis van een vast bedrag, gebaseerd op 80% van de landelijk gemiddelde jaarlijkse kosten per hoofd;

    • f) de krachtens artikel 29, lid 1 van de Verordening aan in Nederland wonende gezinsleden van in België wonende rechthebbenden op een pensioen of rente verleende verstrekkingen, door het bevoegde Belgische orgaan vergoed op basis van een vast bedrag, gebaseerd op 80% van de landelijk gemiddelde jaarlijkse kosten per hoofd;

    • g) de krachtens artikel 29, lid 1, van de Verordening aan in België wonende gezinsleden van in Nederland wonende rechthebbenden op een pensioen of rente verleende verstrekkingen, door het bevoegde Nederlandse orgaan vergoed op basis van een vast bedrag, gebaseerd op 80% van de landelijk gemiddelde jaarlijkse kosten per gezin.

  • 2 Onverminderd het bepaalde in artikel 17, lid 1, worden ten aanzien van de grensarbeiders zelf ten behoeve van de berekening van de vaste bedragen

    • - de in lid 1, sub a) bedoelde gemiddelde kosten per hoofd ingevolge de Ziekenfondswet slechts verminderd met 0,54% wegens de in deze kosten begrepen uitgaven terzake van beroepsziekten;

    • - de in lid 1, sub b) bedoelde gemiddelde kosten per hoofd verhoogd met een percentage wegens uitgaven ter zake van arbeidsongevallen waarvan de berekeningswijze door de Technische commissie wordt vastgesteld.

Artikel 11

In afwijking van het bepaalde in artikel 94 van de Toepassingsverordening worden de krachtens artikel 19, lid 2 van de Verordening aan de in Nederland wonende gezinsleden van in België wonende werknemers en zelfstandigen verleende verstrekkingen door het bevoegde Belgische orgaan vergoed op basis van een vast bedrag gebaseerd op 80% van de landelijk gemiddelde jaarlijkse kosten per hoofd.

Artikel 12

In afwijking van het bepaalde in artikel 95 van de Toepassingsverordening worden de krachtens de artikelen 28 en 28bis van de Verordening aan in Nederland wonende rechthebbenden op een pensioen of rente of aan hun gezinsleden verleende verstrekkingen door het bevoegde Belgische orgaan vergoed op basis van een vast bedrag, gebaseerd op 80% van de gemiddelde jaarlijkse kosten per hoofd, gesplitst in een kostencijfer voor beneden 65-jarigen en een kostencijfer voor 65-jarigen en ouder.

Artikel 13

De Belgische en Nederlandse organen doen afstand van de in artikel 32 van de Verordening voorziene vergoeding van de helft van de kosten van verstrekkingen, verleend aan voormalige grensarbeiders, hun gezinsleden of hun nagelaten betrekkingen.

Artikel 14

  • 1 De krachtens de artikelen 10, 11 en 12 te vergoeden bedragen worden verhoogd met een percentage wegens administratiekosten.

  • 2 Het bepaalde in lid 1 is eveneens van toepassing op de overige ingevolge de artikelen 19, lid 2, 26, 28 en 28bis van de Verordening te vergoeden bedragen.

  • 3 Het in lid 1 bedoelde percentage wordt vastgesteld door de Technische Commissie.

Artikel 15

Voor de vaststelling van de schuldvorderingen ingevolge het bepaalde in de artikelen 10, 11 en 12 zijn de bepalingen inzake de inventarissen van Besluit nr. 127 van 17 oktober 1985 van de Administratieve Commissie of de desbetreffende bepalingen van het besluit dat voor één van deze besluiten in de plaats treedt, van overeenkomstige toepassing.

TITEL IV. Diverse bepalingen

Artikel 16

Er wordt een „Technische Commissie voor de geneeskundige verzorging" ingesteld, bestaande uit tien leden. De Ministers van beide staten, die bevoegd zijn voor de toepassing van dit Akkoord, wijzen ieder vijf leden aan:

één persoon als zijn vertegenwoordiger, één als vertegenwoordiger van het verbindingsorgaan (voor Nederland: de Ziekenfondsraad; voor België: het R.I.Z.I.V.), één als vertegenwoordiger van de verzekeringsinstelling voor schepelingen (voor Nederland: het Algemeen Ziekenfonds voor Zeelieden; voor België: de Hulp- en Voorzorgskas) en twee vertegenwoordigers van de overige verzekeringsinstellingen.

De leden kunnen zich door deskundigen doen vergezellen.

De commissie vergadert beurtelings in het ene en het andere land onder voorzitterschap van de vertegenwoordiger van de Minister van het land waar de vergadering plaats heeft.

Artikel 17

  • 1 De Technische Commissie stelt de rekeningen vast voor de vergoedingen, welke op basis van gemiddelde kosten worden afgerekend. Zij houdt daarbij rekening met de vanwege de Administratieve Commissie als bedoeld in artikel 80 van de Verordening voor het jaar waarop de afrekening betrekking heeft gepubliceerde gemiddelde kostencijfers.

    De rekeningen worden met toepassing van artikel 102, tweede lid, van de Toepassingsverordening aan de Administratieve Commissie medegedeeld.

  • 2 De Technische Commissie bepaalt de wijze waarop de in lid 1 bedoelde rekeningen worden ingediend.

  • 3 De Technische Commissie kan bepalen dat voor de voldoening van de in lid 1 bedoelde rekeningen tussen de Ziekenfondsraad en het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een stelsel van onderlinge verevening van de vorderingen wordt toegepast. Eventueel kunnen ook andere vorderingen in de verevening worden betrokken.

  • 4 De Technische Commissie kan bepalen dat in afwachting van de vaststelling van de rekening voorschotten worden verleend.

  • 5 De Technische Commissie kan vaststellen welke wisselkoersen dienen te worden gehanteerd bij de voldoening van de rekeningen, de verevening en de verlening van voorschotten.

Artikel 18

  • 1 De Technische Commissie kan nadere administratieve voorschriften geven met betrekking tot de aan- en afmelding van grensarbeiders, schepelingen, gepensioneerden en rentetrekkers, alsmede voor de toepassing van artikel 15.

  • 2 De Technische Commissie ziet toe op de toepassing van dit Akkoord en regelt in voorkomende gevallen bijzondere aangelegenheden.

Artikel 19

  • 1 Dit Akkoord treedt in werking op 1 januari 1981.

  • 2 Dit Akkoord wordt gesloten voor de duur van één jaar en wordt van jaar tot jaar stilzwijgend verlengd; behoudens opzegging, waarvan drie maanden vóór het verstrijken van de termijn kennis moet worden gegeven.

  • 3 Met ingang van de dag van inwerkingtreding van dit Akkoord vervallen:

    • - alle artikelen van het Akkoord van 4 november 1957 inzake ziekengeld-, moederschaps- en overlijdensverzekering (begrafenisvergoeding), verzekering voor geneeskundige verzorging en invaliditeitsverzekering, voor zover zij betrekking hebben op verstrekkingen;

    • - alle artikelen van het Akkoord van 10 april 1965 inzake de ziekte-, invaliditeits- en werkloosheidsverzekering voor zeelieden ter koopvaardij, voor zover zij betrekking hebben op verstrekkingen;

    • - de overeenkomst van 10 september 1964 betreffende de vergoeding van aan gepensioneerde oud-grensarbeiders verleende verstrekkingen;

    • - de overeenkomst van 5 juli 1967 betreffende de vergoeding van administratiekosten;

    • - het administratief akkoord van 29 maart 1979 betreffende de vaststelling van de vergoeding van verstrekkingen van de ziekte- en moederschapsverzekering op grond van de verordening.

GEDAAN in tweevoud te Brussel, op 24 december 1980 in de Nederlandse en Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

De Nederlandse Minister van

Volksgezondheid en

Milieuhygiëne:

voor deze:

De Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne

(w.g.) E. VEDER-SMIT

De Belgische Minister van Sociale Voorzorg:

(w.g.) L. DHOORE

Bijlage

Verstrekkingen bedoeld in artikel 10, lid 1, sub a) en c) van het Akkoord waarvan het bevoegde Belgische orgaan de kosten naar werkelijke bedragen vergoedt:

  • a. opneming en verder verblijf in een ziekenhuis na één jaar,

  • b. opneming en verder verblijf in een verpleeginrichting,

  • c. opneming en verder verblijf in een inrichting bestemd voor de behandeling en verpleging van zwakzinnigen,

  • d. verzorging auditief gehandicapten,

  • e. behandeling in of vanwege een regionale instelling voor visueel gehandicapten,

  • f. plaatsing in een dagverblijf voor gehandicapten,

  • g. opneming en verder verblijf in een gezinsvervangend tehuis voor gehandicapten,

  • h. dagbehandeling in een verpleeginrichting,

  • i. verstrekkingen verleend aan gehandicapte bewoners verblijvende in „Het Dorp”,

  • j. tandheelkundige hulp ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten voor zover daarvoor toestemming van het orgaan van de woonplaats vereist is,

  • k. vergoeding van kosten wegens verblijf in een tehuis,

  • l. hulp door of vanwege een Regionale Instelling voor Beschermd Wonen.

Naar boven