Bijkomend Verdrag aan het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten [...] inzake een vrijstelling voor het gecombineerd vervoer, Brussel, 18-09-1997

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 1998. Zie het overzicht van wijzigingen.
[Regeling treedt in werking op nader te bepalen tijdstip.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 18-09-1997 t/m heden

Bijkomend Verdrag aan het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens inzake een vrijstelling voor het gecombineerd vervoer

Authentiek : NL

Bijkomend Verdrag aan het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens inzake een vrijstelling voor het gecombineerd vervoer

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

De Regeringen van het Koninkrijk België,

het Koninkrijk Denemarken,

de Bondsrepubliek Duitsland,

het Groothertogdom Luxemburg,

het Koninkrijk der Nederlanden en

het Koninkrijk Zweden

– geleid door de wens de mogelijkheid te scheppen om motorvoertuigen die voor gecombineerd vervoer worden gebruikt vrij te stellen van de verplichting tot het betalen van het gebruiksrecht ingevolge artikel 3 van het Verdrag op het grondgebied van die Verdragsluitende Partijen die zulks wensen

en

– gelet op de toetreding van de Regering van het Koninkrijk Zweden tot bovengenoemd Verdrag

zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Onverminderd de overige bepalingen van het Verdrag van 9 februari 1994 kan elke Verdragsluitende Partij voor haar eigen grondgebied motorvoertuigen die worden gebruikt voor gecombineerd vervoer van goederen in de zin van Richtlijn 92/106/EEG van de Raad van 7 december 1992 geheel of gedeeltelijk vrijstellen van de verplichting tot het betalen van het gebruiksrecht ingevolge artikel 3 van het Verdrag van 9 februari 1994 of reeds betaalde heffingen terugbetalen. In dit verband dient iedere vorm van discriminatie op grond van nationaliteit te worden uitgesloten.

  • 2 Indien een Verdragsluitende Partij gebruik maakt van de in het eerste lid genoemde mogelijkheid, stelt zij de andere Verdragsluitende Partijen in het kader van de Coördinatiecommissie (artikel 14 van het Verdrag) in kennis van de vorm en inhoud van de procedure die voor de vrijstelling of terugbetaling zal worden gebruikt.

Artikel 2

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Dit Aanvullend Protocol1 treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin alle Verdragsluitende Partijen de Commissie van de Europese Gemeenschappen langs diplomatieke weg schriftelijk hebben meegedeeld dat aan de binnen hun staten geldende vereisten voor een dergelijke inwerkingtreding is voldaan.

  • 2 De Depositaris doet de Regeringen van alle Verdragsluitende Partijen de in het eerste lid bedoelde mededelingen toekomen en deelt hun de datum van de inwerkingtreding van dit Aanvullend Protocol2 mee.

GEDAAN te Brussel, op 18 september 1997 in de Deense, de Duitse, de Franse, de Nederlandse en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, in één oorspronkelijk exemplaar, dat wordt nedergelegd en bewaard in het archief van de Commissie van de Europese Gemeenschappen tezamen met het Verdrag van 9 februari 1994; de Commissie verstrekt een gewaarmerkte kopie aan elke Verdragsluitende Partij.

  1. Lees hier: Bijkomend Verdrag. ^ [1]
  2. Lees hier: Bijkomend Verdrag. ^ [2]
  3. Lees hier: Bijkomend Verdrag. ^ [3]
Naar boven