Notawisseling tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Letland inzake [...] opsporing en bestrijding van inbreuken op douanewetgeving, Riga, 15-04-2014

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Notawisseling tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Letland inzake de uitbreiding tot Aruba, Curaçao en Sint Maarten van het Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Letland inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op douanewetgeving

Authentiek : EN

Nr. I

EMBASSY OF THE KINGDOM OF THE NETHERLANDS

Riga, the 6th of March, 2014

Note Nr. RIG/14/063

The Embassy of the Kingdom of the Netherlands presents its compliments to the Ministry of Foreign Affairs of the Republic of Latvia and has the honour to refer to the Agreement between the Kingdom of the Netherlands and the Republic of Latvia on mutual administrative assistance for the proper application of customs law and for the prevention, investigation and combating of customs offences, signed at The Hague on 8 October 1997 (hereinafter referred to as “the Agreement of 1997”).

The Government of the Kingdom of the Netherlands proposes that, in accordance with Article 20, paragraphs 2 and 3, of the Agreement of 1997, the application of the Agreement of 1997 shall be extended to Aruba, Curaçao and Sint Maarten, subject to the following.

  • 1. For the Kingdom of the Netherlands, the term “customs administration” in Article 1, paragraph 1, of the Agreement of 1997, shall mean, as regards Aruba, Curaçao and Sint Maarten, the respective central administrations responsible for the implementation of customs laws.

  • 2. Article 2, paragraph 4, of the Agreement of 1997 shall apply only to Aruba, Curaçao and Sint Maarten as the case may be, insofar as the agreements referred to therein apply to those respective parts of the Kingdom of the Netherlands.

  • 3. The requirements of national law in the sense of Articles 15, 16 and the Annex to the Agreement of 1997, as regards Aruba, Curaçao and Sint Maarten, shall fall under the scope of the applicable laws of Aruba, Curaçao and Sint Maarten respectively.

If the foregoing is acceptable to the Government of the Republic of Latvia, the Embassy has the further honour to propose that this Note and the Ministry’s Note in reply shall constitute an Agreement between the Kingdom of the Netherlands and the Republic of Latvia which shall enter into force on the first day of the second month following the date of receipt of the later notification in which one Party informs the other Party that the formalities required for the entry into force have been complied with.

The Embassy of the Kingdom of the Netherlands avails itself of this opportunity to renew to the Ministry of Foreign Affairs of the Republic of Latvia the assurance of its highest consideration.

Ministry of Foreign Affairs of the Republic of Latvia

Riga

Nr. II

MINISTRY OF FOREIGN AFFAIRS OF THE REPUBLIC OF LATVIA

Riga, 15 April 2014

No. 41/173-1526

The Ministry of Foreign Affairs of the Republic of Latvia presents its compliments to the Embassy of the Kingdom of the Netherlands and has the honour to acknowledge the receipt of its Notes No.RIG/14/063 and No.RIG/14/062, dated 6 March 2014, concerning the Agreement between the Government of the Republic of Latvia and the Government of the Kingdom of the Netherlands on Mutual Administrative Assistance for the Proper Application of Customs Law and for the Prevention, Investigation and Combating of Customs Offences, signed in The Hague on 8 October 1997. The text of Note No.RIG/14/063 reads as follows:

[Red: (Zoals in Nr. I)]

The Ministry confirms that the above mentioned proposal is acceptable to the Latvian side and the Embassy’s Note and this Note in reply shall constitute an Agreement on abovementioned extension of application which shall enter into force on the first day of the second month following the date of receipt of the later notification in which one Party informs the other Party that the formalities required for the entry into force have been complied with.

The Ministry informs that the Republic of Latvia has completed the formalities required and kindly asks to determine the date of entry into force.

The Ministry of Foreign Affairs of the Republic of Latvia avails itself of this opportunity to renew to the Embassy of the Kingdom of the Netherlands the assurances of its highest consideration.

To the Embassy of the Kingdom of the Netherlands,

Riga

Vertaling : NL

AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

Riga, 6 maart 2014

Nota Nr. RIG/14/063

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Letland haar complimenten aan en heeft de eer te verwijzen naar het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Letland inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op douanewetgeving, ondertekend te Den Haag op 8 oktober 1997 (hierna te noemen „het Verdrag van 1997”).

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden stelt voor dat, in overeenstemming met artikel 20, tweede en derde lid, van het Verdrag van 1997, de toepassing van het Verdrag van 1997 wordt uitgebreid tot Aruba, Curaçao en Sint Maarten, met inachtneming van het volgende:

  • 1. Voor het Koninkrijk der Nederlanden wordt onder de uitdrukking „douane-administratie” in artikel 1, eerste lid, van het Verdrag van 1997 wat Aruba, Curaçao en Sint Maarten betreft verstaan de respectieve centrale administraties die verantwoordelijk zijn voor de toepassing van de douanewetgeving.

  • 2. Artikel 2, vierde lid, van het Verdrag van 1997 is uitsluitend van toepassing op Aruba, Curaçao en Sint Maarten, naargelang van het geval, voor zover de daarin bedoelde overeenkomsten van toepassing zijn op deze respectieve delen van het Koninkrijk der Nederlanden.

  • 3. De vereisten van de nationale wetgeving in de zin van de artikelen 15 en 16 en de Bijlage bij het Verdrag van 1997 vallen wat Aruba, Curaçao en Sint Maarten betreft, onder het bereik van de toepasselijke wetgeving van respectievelijk Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Indien het voorgaande aanvaardbaar is voor de Regering van de Republiek Letland, heeft de Ambassade voorts de eer voor te stellen dat deze nota en de antwoordnota van het Ministerie een verdrag zullen vormen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Letland dat in werking zal treden op eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving waarin één van de partijen aan de andere partij mededeelt dat aan de benodigde formaliteiten voor de inwerkingtreding is voldaan.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Letland opnieuw te verzekeren van haar zeer bijzondere hoogachting.

Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Letland

Riga

Nr. II

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN VAN DE REPUBLIEK LETLAND

Riga, 15 april 2014

Nr. 41/173-1526

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Letland biedt de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden zijn complimenten aan en heeft de eer de ontvangst te bevestigen van de nota’s nr. RIG/14063 en nr. RIG/14/062 d.d. 6 maart 2014 van de Ambassade inzake het Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Letland inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op douanewetgeving, ondertekend te Den Haag op 8 oktober 1997. De tekst van nota nr. RIG/14/063 luidt als volgt:

[Red: (Zoals in Nr. I)]

Het Ministerie bevestigt dat het bovengenoemde voorstel voor Letland aanvaardbaar is en dat de nota van de Ambassade en deze antwoordnota een verdrag zullen vormen inzake de bovengenoemde uitbreiding van de toepassing dat in werking zal treden op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving waarin één van de partijen aan de andere partij mededeelt dat aan de benodigde formaliteiten voor de inwerkingtreding is voldaan.

Het Ministerie laat weten dat de Republiek Letland de benodigde formaliteiten heeft vervuld en verzoekt vriendelijk om vaststelling van de datum van inwerkingtreding.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Letland maakt van deze gelegenheid gebruik om de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden opnieuw te verzekeren van zijn zeer bijzondere hoogachting.

Aan de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden

Riga

Naar boven