Protocol bij het Verdrag inzake de bevordering en de wederzijdse bescherming van investeringen
tussen de Verenigde Arabische Emiraten en het Koninkrijk der Nederlanden.
Bij de ondertekening van het Verdrag inzake de bevordering en de wederzijdse bescherming
van investeringen tussen de Verenigde Arabische Emiraten en het Koninkrijk der Nederlanden,
hebben de ondergetekende vertegenwoordigers overeenstemming bereikt over de volgende
bepalingen, die een integrerend onderdeel uitmaken van het Verdrag:
Ad artikel 1, onderdeel (b) onder (iii).
Een investeerder van de ene verdragsluitende partij met een dochteronderneming die
te goeder trouw zakelijke activiteiten onderneemt en rechtsgeldig is gevestigd in
de andere verdragsluitende partij geniet wat betreft zijn investeringen de bescherming
van dit Verdrag.
Ad artikel 3
-
1. Elke verdragsluitende partij staat, met inachtneming van haar wetten, voorschriften
en procedures betreffende de binnenkomst, het verblijf en de werkzaamheden van natuurlijke
personen, natuurlijke personen die onderdaan zijn van de andere verdragsluitende partij
en personeel in dienst van ondernemingen van de andere verdragsluitende partij toe
haar grondgebied te betreden en er te verblijven teneinde zich bezig te houden met
activiteiten die verband houden met de investering.
-
2. Elke verdragsluitende partij staat, met inachtneming van haar wetten, voorschriften
en procedures, onderdanen van de andere verdragsluitende partij toe management- en
technisch personeel naar hun keuze in dienst te nemen, ongeacht hun nationaliteit.
-
3. Onderdanen van elke verdragsluitende partij kunnen de bevoegde autoriteiten van de
andere verdragsluitende partij verzoeken om de nodige voorzieningen, stimulerende
maatregelen en andere voordelen en de andere verdragsluitende partij verleent hen,
met inachtneming van haar wetten, voorschriften en procedures, alle bijstand, toestemmingen,
goedkeuringen en vergunningen die nodig kunnen zijn.
-
4. Het is wel te verstaan dat een verdragsluitende partij of de door haar aangewezen
instantie of entiteit in overeenstemming met dit Verdrag met de investeerder van de
andere verdragsluitende staat een investeringsovereenkomst kan aangaan waaronder de
rechtsbetrekkingen van de betreffende investeerder vallen.
Ad artikel 6
Een behoorlijke rechtsgang omvat het recht van een onderdaan van een verdragsluitende
partij die beweert schade te hebben geleden door de onteigening door de andere verdragsluitende
partij op onverwijlde behandeling van zijn zaak, met inbegrip van taxatie van zijn
investering en de betaling van schadevergoeding door een gerechtelijke autoriteit
of een andere bevoegde en onafhankelijke autoriteit van de andere verdragsluitende
partij.
Ad artikel 9
Het is wel te verstaan dat de meestbegunstigingsbehandeling niet wordt toegepast bij
een procedurele of gerechtelijke kwestie die onder de reikwijdte van dit Verdrag valt.
Ad artikel 12, vijfde lid
Bevestigd wordt dat een scheidsgerecht op basis van het recht beslist, en het volgende
in aanmerking neemt:
-
– het van kracht zijnde recht van de desbetreffende verdragsluitende partij;
-
– de bepalingen van dit Verdrag en andere van toepassing zijnde verdragen tussen de
verdragsluitende partijen;
-
– de bepalingen van bijzondere overeenkomsten tussen de verdragsluitende partij en de
investeerder met betrekking tot de investering
-
– de algemene beginselen van het internationale recht.