MINISTERIE
VAN BUITENLANDSCHE ZAKEN
EN BUITENLANDSCHEN HANDEL.
Algemeene zaken C.
2e Afd. 5e Bureau.
N°. 69123/RB./6.
1 Bijlage.
Brussel, 31 December 1937.
Mijnheer de Zaakgelastigde,
Ingevolge het contradictoir onderzoek, waartoe de afgevaardigden van onze beide landen
zijn overgegaan in verband met de maatregelen tot uitvoering van de circulaire van
het Ministerie van Financiën van België, Administratie der invoerrechten en accijnzen,
N°. 100 000, van 1 December 1937, heb ik de eer U Hoogwelgeboren de instemming te
betuigen van de Belgische Regeering met de voorloopige regeling tusschen de Belgische
Regeering en de Nederlandsche Regeering betreffende het verkeer in België van in Nederland
ingeschreven motorrijtuigen en het verkeer in Nederland van in België ingeschreven
motorrijtuigen.
De Belgische Regeering zal mutatis mutandis Nederlandsche motorrijtuigen toelaten
onder voorrecht van gelijke bepalingen als neergelegd in de Belgisch-Fransche overeenkomst
van 16 Juli 1935 nopens hetzelfde onderwerp.
De Nederlandsche Regeering zal vanzelfsprekend overeenkomstige voordeelen verleenen
aan Belgische motorrijtuigen.
De Belgische grenszone zal een denkbeeldige diepte hebben van 10 K.M., maar er is
overeengekomen, teneinde de betrekkingen tusschen beide landen te bevorderen, dat
zekere agglomeraties van bijzonder belang hieronder zouden vallen: de hiernevensgaande
lijst somt alle gemeenten op, die deel uitmaken van de aldus vastgestelde zone.
De Nederlandsche zone zal eventueel in denzelfden geest vastgesteld worden.
Wat betreft betaald goederenvervoer stelt de Belgische Regeering er prijs op te kennen
te geven, dat voor het verleenen van vervoervergunningen Nederlandsche ondernemingen
op denzelfden voet gesteld zijn als Belgische ondernemingen en dit zullen blijven
onder voorwaarde van wederkeerigheid wat betreft Belgische ondernemingen in Nederland:
de Nederlandsche ondernemingen, die bewijzen bedoeld betaald goederenvervoer in België
uitgevoerd te hebben vóór 8 Juni 1936, zullen ambtshalve de verlangde vergunning kunnen
verkrijgen.
Voor het overige zullen de beide Regeeringen zonder uitstel het geheele vraagstuk
aan een onderzoek onderwerpen, ten einde tot een definitieve overeenkomst te geraken.
Gelief, Mijnheer de Zaakgelastigde, de verzekering mijner bijzondere achting te aanvaarden.
P. H. SPAAK.
Den Heere Jonkheer SNOUCK HURGRONJE,
Zaakgelastigde der Nederlanden,
te Brussel.