Aanvullend Protocol bij het Tractaat van vriendschap, vestiging en handel tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Zwitserland, Bern, 24-04-1877

Geraadpleegd op 08-05-2024.
Geldend van 01-10-1878 t/m heden

Aanvullend Protocol bij het Tractaat van vriendschap, vestiging en handel tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Zwitserland

Authentiek : FR

PROTOCOLE ADDITIONNEL.

Pour écarter tout doute sur la portée de l'article 1 du traité d'amitié, de commerce et d'établissement entre Sa Majesté le Roi des Pays-Bas et la Confédération Suisse, conclu et signé à Berne le 19 Août 1875, les soussignés savoir:

monsieur J. G. SUTER VERMEULEN, consul général des Pays-Bas près la Confédération Suisse, chevalier de l'ordre du Lion Néerlandais, et

monsieur FRID. ANDERWERT, conseiller fédéral et chef du Département de Justice et Police de la Confédération Suisse;

plénipotentiaires des deux Puissances, à cela dûment autorisés par leurs Gouvernements,

sont convenus du protocole additionnel qui suit:

Il est entendu que la stipulation de l'article 1er, tout en assurant aux ressortissants respectifs des deux Hautes Parties contractantes l'assimilation complète aux nationaux, même pour tout ce qui regarde le séjour et l'établissement, ne déroge pas cependant, tant dans le Royaume des Pays-Bas et ses colonies qu'en Suisse, au droit d'exiger que tout sujet ou citoyen de l'un des deux États, qui voudra être admis à séjourner ou à s'établir dans l'autre, soit porteur d'un passeport ou d'un autre certificat authentique de nationalité; ni au droit de renvoyer des territoires respectifs les personnes qui manqueraient de moyens, de subsistance, ou qui tomberaient à la charge de la bienfaisance publique; ni au droit d'expulser ou d'interner les individus qui compromettraient la tranquilité et l'ordre publics ou la sûreté intérieure ou extérieure de l'État; ni à la faculté d'extrader les malfaiteurs qui ne sont pas ressortissants du pays même.

Le présent protocole additionnel aura la même force et valeur que s'il était textuellement inséré dans le traité signé le 19 Août 1875.

En foi de quoi, les plénipotentiaires respectifs ont signé le protocole sous réserve de la ratification des Hautes Parties contractantes.

Ainsi fait en duplicata à Berne, le vingt-quatre Avril mil huit cent soixante-dix-sept (24 Avril 1877).

Le plénipotentiaire des Pays-Bas,

(signé) J. G. SUTER VERMEULEN.

(L. S.)

Le plénipotentiaire de la Confédération Suisse,

(signé) F. ANDERWERT

(L. S.)

Vertaling : NL

ADDITIONEEL PROTOKOL.

Ten einde allen twijfel omtrent de strekking van art. 1 van het tractaat van vriendschap, handel en vestiging tusschen Zijne Majesteit den Koning der Nederlanden en den Zwitserschen Bond, gesloten en geteekend te Bern den 19den Augustus 1875, weg te nemen, zijn de ondergeteekenden, te weten:

de heer J. G. SUTER VERMEULEN, consul-generaal der Nederlanden voor den Zwitserschen Bond, ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw, en

de heer FRID. ANDERWERT, lid van den Bondsraad en hoofd van het Departement van Justitie en Politie van den Zwitserschen Bond,

gevolmagtigden der twee genoemde Mogendheden, en daartoe behoorlijk door hunne Regeringen in staat gesteld,

overeengekomen omtrent het volgende protokol:

Terwijl het bedongene bij art. 1 aan de onderdanen der beide Hooge contracterende Partijen volkomen gelijkstelling met de nationalen verzekert, zelfs voor alles wat het verblijf en de vestiging aangaat, doet dat artikel toch, zoowel in het Koningrijk der Nederlanden en zijne kolonien als in Zwitserland, geenszins te kort aan het regt om te eischen dat elk onderdaan of burger van een der beide Staten, die wil toegelaten worden om in den anderen te verblijven of zich te vestigen, houder moet zijn van een paspoort of van een ander authentiek bewijs van nationaliteit; noch aan het regt om personen, wien het aan middelen van onderhoud mogt ontbreken of die ten laste der openbare liefdadigheid mogten komen, van het grondgebied van den betrokken Staat te verwijderen; noch aan het regt om personen, die de rust en de openbare orde of de inwendige of uitwendige veiligheid van den Staat in gevaar mogten brengen, uit te zetten of wel hun eene bepaalde verblijfplaats aan te wijzen; noch aan het regt om vreemde misdadigers uit te leveren.

Dit protokol zal dezelfde kracht en waarde hebben als of het woordelijk in het tractaat van 19 Augustus 1875 was opgenomen.

Ten bewijze waarvan de wederzijdsche gevolmagtigden dat protokol hebben geteekend, onder voorbehoud van bekrachtiging door de Hooge contracterende Partijen.

Aldus gedaan in dubbel te Bern, den vier en twintigsten April achttien honderd zeven en zeventig (24 April 1877).

De gevolmagtigde der Nederlanden,

(get.)J. G. SUTER VERMEULEN.

(L. S.)

De gevolmagtigde van den Zwitserschen Bond,

(get.) F. ANDERWERT.

(L. S.)

Naar boven