Ten einde allen twijfel omtrent de strekking van art. 1 van het tractaat van vriendschap,
handel en vestiging tusschen Zijne Majesteit den Koning der Nederlanden en den Zwitserschen
Bond, gesloten en geteekend te Bern den 19den Augustus 1875, weg te nemen, zijn de
ondergeteekenden, te weten:
de heer J. G. SUTER VERMEULEN, consul-generaal der Nederlanden voor den Zwitserschen
Bond, ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw, en
de heer FRID. ANDERWERT, lid van den Bondsraad en hoofd van het Departement van Justitie
en Politie van den Zwitserschen Bond,
gevolmagtigden der twee genoemde Mogendheden, en daartoe behoorlijk door hunne Regeringen
in staat gesteld,
overeengekomen omtrent het volgende protokol: