Verdrag tussen het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, [...] oprichting van het Europees Gendarmeriekorps EUROGENDFOR, Velsen, 18-10-2007

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-06-2012 t/m heden

Verdrag tussen het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk der Nederlanden en de Portugese Republiek tot oprichting van het Europees Gendarmeriekorps EUROGENDFOR

Authentiek : NL

Verdrag tussen het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk der Nederlanden en de Portugese Republiek tot oprichting van het Europees Gendarmeriekorps EUROGENDFOR

Het Koninkrijk Spanje,

de Franse Republiek,

de Italiaanse Republiek,

het Koninkrijk der Nederlanden

en

de Portugese Republiek,

Hierna te noemen de Partijen,

Gelet op de intentieverklaring inzake EUROGENDFOR, op 17 september 2004 ondertekend te Noordwijk;

Gelet op het Noord-Atlantisch Verdrag, op 4 april 1949 ondertekend te Washington;

Gelet op het Handvest van de Verenigde Naties, op 26 juni 19461 ondertekend te San Francisco;

Gelet op het Verdrag tussen de partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten, op 19 juni 1951 ondertekend te Londen;

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie zoals gewijzigd bij het Verdrag van Nice, ondertekend op 26 februari 2001;

Gelet op de Slotakte van de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, op 1 augustus 1975 ondertekend te Helsinki;

Gelet op het Akkoord tussen de lidstaten van de Europese Unie betreffende de status van de militairen en leden van het burgerpersoneel die bij de instellingen van de Europese Unie gedetacheerd zijn, van de hoofdkwartieren en de strijdkrachten die ter beschikking van de Europese Unie kunnen worden gesteld in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de opdrachten, met inbegrip van oefeningen, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, en van de militairen en leden van het burgerpersoneel van de lidstaten die aan de Europese Unie beschikbaar zijn gesteld om in dit kader op te treden, op 17 november 2003 ondertekend te Brussel;

Als bijdrage aan de ontwikkeling van de Europese veiligheids- en defensie-identiteit en ter versterking van het Europese veiligheids- en defensiebeleid;

Zijn het volgende overeengekomen:

HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Doelstelling

  • 1 Doelstelling van dit Verdrag is een Europees Gendarmeriekorps op te richten die operationeel, voorbereid, robuust en snel inzetbaar is en uitsluitend bestaat uit elementen van de politiemachten met een militaire status van de Partijen teneinde alle politietaken in het kader van crisisbeheersingsoperaties uit te voeren.

  • 2 In dit Verdrag worden de grondbeginselen omschreven met betrekking tot de doelstellingen, status, wijze van organisatie en het functioneren van het Europees Gendarmeriekorps, hierna te noemen EUROGENDFOR of EGF.

Artikel 2. Beginselen

De bepalingen van dit Verdrag zijn gebaseerd op toepassing van de beginselen van wederkerigheid en het gezamenlijk dragen van kosten.

Artikel 3. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder:

  • a. „EUROGENDFOR”, de multinationale politiemacht met militaire status, bestaande uit:

    • i. het Permanente Hoofdkwartier;

    • ii. de EGF-eenheden aangewezen door de Partijen nadat het bevel is overgedragen;

  • b. „PERMANENT HOOFDKWARTIER”, het multinationale, modulaire en projecteerbare Permanente Hoofdkwartier, gevestigd te Vicenza (Italië). De rol en structuur van het Permanente Hoofdkwartier en zijn betrokkenheid bij operaties dienen te worden goedgekeurd door de CIMIN;

  • c. „PERSONEEL VAN HET PERMANENTE HOOFDKWARTIER”, de leden van een politiemacht met militaire status, door de Partijen toegewezen aan het Permanente Hoofdkwartier alsmede een beperkt aantal door de Partijen aangewezen leden van het burgerpersoneel ter ondersteuning van het functioneren van het Permanente Hoofdkwartier door advisering of assistentie;

  • d. „EGF-eenheden”, het personeel van de politiemachten met militaire status aan EUROGENDFOR toegewezen door de Partijen voor het uitvoeren van missies of oefeningen nadat het bevel is overgedragen en een beperkt aantal overige personeelsleden, door de Partijen toegewezen ter advisering of ondersteuning;

  • e. „LOKAAL HOOFDKWARTIER”, het multinationale hoofdkwartier dat wordt ingericht op de locatie van een operatie ter ondersteuning van de Commandant EGF-eenheden ten behoeve van de bevelvoering en het toezicht tijdens de missie;

  • f. „PERSONEEL VAN EUROGENDFOR”, het personeel van het Permanente Hoofdkwartier en de leden van de EGF-eenheden;

  • g. „CIMIN”, de Hoge Interdepartementale Commissie. Dit is het besluitvormende orgaan dat EUROGENDFOR bestuurt;

  • h. „EGF-COMMANDANT”, de door de CIMIN benoemde officier die het bevel voert over het Permanente Hoofdkwartier en waar van toepassing over EGF-eenheden;

  • i. „COMMANDANT EGF-EENHEDEN”, de door de CIMIN benoemde officier die het bevel voert over een EGF-missie;

  • j. „ZENDSTAAT”, de Partij die eenheden en/of personeel levert aan EUROGENDFOR;

  • k. „GASTHEERSTAAT”, de Partij op het grondgebied waarvan het Permanente Hoofdkwartier gevestigd is;

  • l. „ONTVANGENDE STAAT”, de Partij op het grondgebied waarvan EGF-eenheden gestationeerd zijn of via welk zij op doortocht zijn;

  • m. „BIJDRAGENDE STAAT”, een Staat die geen Partij is bij dit Verdrag maar wel deelneemt aan missies en taken van EUROGENDFOR;

  • n. „GEZINSLID(LEDEN)”,

    • i. de echtgenoot/echtgenote van een personeelslid van het Permanente Hoofdkwartier;

    • ii. een andere persoon die een geregistreerd partnerschap is aangegaan met een personeelslid van het Permanente Hoofdkwartier, overeenkomstig de wetgeving van de Zendstaat, mits geregistreerde partnerschappen in de wetgeving van de Gastheerstaat gelijkgesteld worden met het huwelijk en zulks in overeenstemming is met de in de daarop betrekking hebbende wetgeving van de Gastheerstaat neergelegde voorwaarden;

    • iii. directe nakomelingen die jonger dan 21 of inkomensafhankelijk zijn en dergelijke nakomelingen van de echtgenoot/echtgenote of partner zoals omschreven onder ii;

    • iv. inkomensafhankelijke directe verwanten in de opgaande lijn en dergelijke verwanten van de echtgenoot/echtgenote of partner zoals omschreven onder ii.

HOOFDSTUK II. MISSIES, STATIONERING EN INZET

Artikel 4. Missies en taken

  • 1 In overeenstemming met het mandaat voor elke operatie en zelfstandig of gezamenlijk met andere eenheden optredend, dient EUROGENDFOR het volledige spectrum aan politietaken te kunnen vervullen, door vervanging of versterking uit te brengen, tijdens alle fasen van een crisisbeheersingsoperatie.

  • 2 EGF-krachten kunnen onder burgerlijk gezag of onder militair bevel worden geplaatst.

  • 3 EUROGENDFOR kan worden ingezet voor:

    • a. het uitvoeren van veiligheids- en openbare orde-missies;

    • b. het waarnemen van, adviseren aan, begeleiden van en toezicht houden op de politie ter plaatse bij de dagelijkse werkzaamheden, met inbegrip van strafrechtelijk onderzoek;

    • c. het uitvoeren van surveillances, handhaving van verkeersvoorschriften, grensbewaking en algemeen inlichtingenwerk;

    • d. het uitvoeren van strafrechtelijk onderzoek, met inbegrip van het opsporen van misdrijven en plegers van misdrijven, en hen overdragen aan de bevoegde gerechtelijke autoriteiten;

    • e. het beschermen van mensen en objecten en het handhaven van de orde bij ongeregeldheden;

    • f. het trainen van politieambtenaren in overeenstemming met internationale normen;

    • g. het trainen van instructeurs, met name door middel van samenwerkingsprogramma’s.

Artikel 5. Kader voor de missies

EUROGENDFOR kan ter beschikking worden gesteld van de Europese Unie (EU), van de Verenigde Naties (VN), de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en andere internationale organisaties of een ad-hoc coalitie.

Artikel 6. Voorwaarden voor inzet en ontplooiing

  • 1 De voorwaarden voor de inzet en ontplooiing van EUROGENDFOR, die per geval worden vastgesteld door de CIMIN, worden voor iedere operatie door een specifiek mandaat gedekt en deze zijn onderworpen aan de daartoe noodzakelijke overeenkomsten tussen de Partijen en de verzoekende organisatie.

  • 2 Ter voorbereiding van aan EUROGENDFOR opgedragen missies kunnen de Partijen op initiatief van de CIMIN hun eigen eenheden en personeel op het grondgebied van de andere Partijen stationeren en ontplooien.

  • 3 Ten behoeve van de stationering en ontplooiing op het grondgebied van een derde Staat dienen de Zendstaten en de derde Staat de voorwaarden voor stationering en ontplooiing in een overeenkomst vast te leggen, daarbij uitgaande van de grondbeginselen van dit Verdrag.

HOOFDSTUK III. INSTITUTIONELE EN JURIDISCHE ASPECTEN

Artikel 7. CIMIN

  • 1 De CIMIN bestaat uit vertegenwoordigers van de ter zake relevante ministeries van elke Partij. De keuze van de vertegenwoordigers behoort tot de nationale verantwoordelijkheid. De specifieke details met betrekking tot het lidmaatschap, de structuur, de organisatie en het functioneren van de CIMIN worden vastgelegd in door de CIMIN aan te nemen regelingen.

  • 2 Besluiten en richtlijnen worden met eenparigheid van stemmen aangenomen door de CIMIN.

  • 3 De algemene taken van de CIMIN omvatten:

    • a. uitoefenen van politieke controle over en het geven van strategische aanwijzingen aan EUROGENDFOR en het waarborgen van de politiek-militaire coördinatie tussen de Partijen en waar van toepassing, met de Bijdragende Staten;

    • b. benoemen van de EGF-commandant en hem of haar voorzien van aanwijzingen;

    • c. goedkeuren van de rol en structuur van het Permanente Hoofdkwartier alsmede van de criteria voor het rouleren van sleutelposities binnen het Permanente Hoofdkwartier;

    • d. benoemen van de voorzitter van de Financiële raad en vaststellen van de criteria voor het rouleren van het voorzitterschap;

    • e. toezien op de implementatie van de in dit Verdrag vervatte doelstellingen;

    • f. goedkeuren van de jaarlijkse trainingsdoelstellingen en het jaarlijkse trainingsprogramma zoals voorgesteld door de EGF-commandant;

    • g. besluiten over:

      • i. de participatie van EUROGENDFOR in missies;

      • ii. de participatie van Bijdragende Staten in EUROGENDFOR-missies;

      • iii. verzoeken om medewerking van derde Staten, internationale organisaties of anderen.

    • h. opstellen van het kader voor door EUROGENDFOR geleide acties of op verzoek van de EU, de VN, de OVSE, de NAVO, andere internationale organisaties of een ad hoc coalitie;

    • i. formuleren van het kader voor elke missie, waar mogelijk in overleg met de desbetreffende internationale organisaties, te weten:

      • i. aanwijzen van de Commandant EGF-krachten;

      • ii. betrokkenheid van het Permanente Hoofdkwartier in de bevelsstructuur.

    • j. goedkeuren van de structuur van het Lokaal Hoofdkwartier;

    • k. begeleiden en beoordelen van de activiteiten van EUROGENDFOR bij inzet;

    • l. besluiten over de noodzaak de in artikel 12, derde lid, bedoelde veiligheidsovereenkomsten te sluiten.

  • 4 De CIMIN dient de belangrijkste acties goed te keuren die verband houden met de administratieve aspecten van het Permanente Hoofdkwartier en met kwesties rond de inzet van EUROGENDFOR, met name wat betreft de jaarbegroting en andere financiële aangelegenheden overeenkomstig Hoofdstuk X.

  • 5 Aan de hand van zijn specifieke richtlijnen:

    • a. beoordeelt de CIMIN of aan de voorwaarden voor toetreding tot het Verdrag in overeenstemming met artikel 42 wordt voldaan en doet zijn voorstel ter goedkeuring toekomen aan de Partijen;

    • b. beslist de CIMIN of de status van waarnemer binnen EUROGENDFOR in overeenstemming met artikel 43 wordt toegekend;

    • c. beslist de CIMIN of de status van partner binnen EUROGENDFOR in overeenstemming met artikel 44 wordt toegekend.

  • 6 De vergaderingen van de CIMIN vinden plaats in overeenstemming met het door de CIMIN aan te nemen reglement van orde.

Artikel 8. EGF-commandant

De EGF-commandant vervult de volgende hoofdtaken:

  • a. bevel voeren over het Permanente Hoofdkwartier en, waar nodig, vaststellen van voorschriften voor het functioneren ervan;

  • b. implementeren van de aanwijzingen ontvangen van de CIMIN;

  • c. onder uitdrukkelijk mandaat van de Partijen via de CIMIN en namens de CIMIN onderhandelen over en aangaan of treffen van technische overeenkomsten of regelingen die nodig zijn voor het naar behoren functioneren van EUROGENDFOR en voor de uitvoering van oefeningen of operaties op het grondgebied van een derde Staat;

  • d. nemen van alle nodige maatregelen in overeenstemming met de wetten van de Gastheerstaat, teneinde de orde en veiligheid binnen, en zo nodig buiten, zijn locaties te handhaven na voorafgaande instemming en met ondersteuning van de autoriteiten van de Gastheerstaat;

  • e. opstellen van de begroting voor de gemeenschappelijke kosten van EUROGENDFOR en aan het eind van het financiële jaar het jaarverslag inzake de uitgaven van EUROGENDFOR in dat jaar;

  • f. voeren van het bevel over de EGF-eenheden, indien dit aan de orde is.

Artikel 9. Rechtsbevoegdheid

  • 1 Teneinde de in dit Verdrag omschreven doelstellingen, missies en taken te verwezenlijken beschikt EUROGENDFOR in elk van de Partijen over de bevoegdheid overeenkomsten aan te gaan. Bijgevolg kan EUROGENDFOR zo nodig in rechte optreden.

  • 2 Ten behoeve van de doelstellingen vervat in het eerste lid wordt EUROGENDFOR vertegenwoordigd door de EGF-commandant of door een daartoe door de EGF-commandant uitdrukkelijk aangewezen persoon die namens hem of haar optreedt.

  • 3 De EGF-commandant en de Gastheerstaat kunnen overeenkomen dat de Gastheerstaat namens EUROGENDFOR optreedt voor de rechtbanken van de Gastheerstaat in elk rechtsgeding waarin EUROGENDFOR partij is. In die gevallen dient EUROGENDFOR de ontstane kosten te voldoen.

HOOFDSTUK IV. FACILITEITEN VOOR HET PERMANENTE HOOFDKWARTIER

Artikel 10. Door de Gastheerstaat verstrekte faciliteiten

  • 1 De Gastheerstaat verplicht zich het Permanente Hoofdkwartier kosteloos de faciliteiten te verschaffen die EUROGENDFOR nodig heeft voor het vervullen van zijn taken. Deze faciliteiten worden omschreven in een door de CIMIN goedgekeurd specifiek document.

  • 2 De Gastheerstaat neemt alle redelijke maatregelen die nodig zijn om te waarborgen dat het Permanente Hoofdkwartier kan beschikken over de vereiste diensten, in het bijzonder elektriciteit, water, aardgas, postale diensten, telefoon- en telegraafdiensten, de afvoer van afval en brandweerdiensten. Voorwaarden inzake de door de Gastheerstaat te verstrekken ondersteunende diensten worden nader omschreven in regelingen ter implementatie tussen de desbetreffende autoriteiten van de Partijen.

Artikel 11. Permissie voor toegang

Na ontvangst van een met redenen omkleed verzoek, dient de EGF-commandant vertegenwoordigers van een bevoegde dienst permissie te geven voor toegang voor het uitvoeren van inspecties, reparaties, onderhoudswerkzaamheden, verbouwingen of het verplaatsen van installaties, elektriciteitsnetwerken en leidingen binnen de infrastructuur van het Permanente Hoofdkwartier, mits deze werkzaamheden geen belemmering vormen voor de normale activiteiten en de veiligheid.

HOOFDSTUK V. BESCHERMING VAN INLICHTINGEN

Artikel 12. Bescherming van inlichtingen

  • 1 De grondbeginselen en minimumnormen voor de bescherming van geclassificeerde inlichtingen of geclassificeerd materiaal worden vervat in een veiligheidsovereenkomst tussen de Partijen.

  • 2 De Partijen nemen alle passende maatregelen in overeenstemming met hun internationale verplichtingen en hun nationale wet- en regelgeving ter bescherming van geclassificeerde inlichtingen of geclassificeerd materiaal afkomstig van of ter beschikking gesteld aan EUROGENDFOR.

  • 3 Op de uitwisseling van geclassificeerde inlichtingen of geclassificeerd materiaal met derde Staten of internationale organisaties zijn door de Partijen uitonderhandelde, ondertekende en goedgekeurde specifieke veiligheidsovereenkomsten van toepassing.

HOOFDSTUK VI. BEPALINGEN BETREFFENDE HET PERSONEEL

Artikel 13. Eerbiediging van de van kracht zijnde wetgeving

De personeelsleden van EUROGENDFOR en hun gezinsleden dienen de in de Gastheerstaat of Ontvangende Staat van kracht zijnde wetgeving te eerbiedigen. Voorts dienen de personeelsleden van EUROGENDFOR zich tijdens hun verblijf op het grondgebied van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat te onthouden van activiteiten die niet verenigbaar zijn met de geest van dit Verdrag.

Artikel 14. Toegang en verblijf

Wat betreft de immigratievoorschriften en de wettelijke formaliteiten betreffende toegang en verblijf is op de personeelsleden van het Permanente Hoofdkwartier en hun gezinsleden de in de Gastheerstaat van kracht zijnde regelgeving inzake vreemdelingen niet van toepassing.

Artikel 15. Juridische en medische aspecten in geval van overlijden

  • 1 Indien in geval van overlijden van militair- of burgerpersoneel, de autoriteiten van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat verzoeken om een lijkschouwing in het kader van een juridische of administratieve procedure, is een vertegenwoordiger van de Zendstaat bevoegd tijdens de lijkschouwing aanwezig te zijn.

  • 2 De autoriteiten van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat dienen toestemming te geven voor de overbrenging van het stoffelijk overschot naar de Zendstaat in overeenstemming met de op het grondgebied van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat van kracht zijnde regelgeving inzake vervoer die van toepassing is op stoffelijke overschotten.

Artikel 16. Uniformen en wapens

  • 1 De personeelsleden van EUROGENDFOR dragen hun uniform in overeenstemming met hun onderscheiden nationale voorschriften. De EGF-commandant kan waar nodig specifieke procedures vaststellen.

  • 2 De personeelsleden van EUROGENDFOR mogen wapens, munitie, andere wapensystemen en explosieven bezitten, met zich meevoeren en vervoeren, mits zij daartoe bevoegd zijn op grond van orders en mits dit in overeenstemming is met de wetgeving van de Gastheerstaat en de Ontvangende Staat.

Artikel 17. Rijbewijzen

Door de Partijen afgegeven militaire rijbewijzen zijn op gelijke wijze geldig op het grondgebied van alle Staten die Partij zijn bij dit Verdrag en geven de houders het recht alle voertuigen van EUROGENDFOR van de desbetreffende categorie te besturen bij de uitvoering van hun officiële taken.

Artikel 18. Medische bijstand

  • 1 Medische bijstand aan personeelsleden van EUROGENDFOR en hun gezinsleden wordt gewaarborgd onder dezelfde voorwaarden waaronder deze wordt verschaft aan personeelsleden van dezelfde rang of een vergelijkbare categorie van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat.

  • 2 Medische zorg wordt verleend in overeenstemming met de door de desbetreffende autoriteiten van de Partijen overeengekomen voorwaarden.

HOOFDSTUK VII. VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN

Artikel 19. Belastingen en douaneheffingen

  • 1 Voor officiële doeleinden gebruikte vermogensbestanddelen, inkomsten en andere goederen die EUROGENDFOR toebehoren zijn vrijgesteld van alle directe belastingen.

  • 2 De aankoop door EUROGENDFOR van aanmerkelijke bedragen aan goederen of diensten voor officiële doeleinden is vrijgesteld van omzetbelasting en andere vormen van indirecte belastingen.

  • 3 De invoer van goederen en koopwaar benodigd voor officiële doeleinden door EUROGENDFOR is vrijgesteld van douaneheffingen en andere indirecte belastingen.

  • 4 Voertuigen van EUROGENDFOR bedoeld voor officieel gebruik zijn vrijgesteld van motorrijtuigenbelastingen.

  • 5 De bepalingen van het eerste, tweede en derde lid zijn niet van toepassing op EGF-eenheden.

  • 6 De aankoop en invoer van brandstoffen en smeermiddelen benodigd voor officiële doeleinden door EUROGENDFOR zijn vrijgesteld van douaneheffingen en andere indirecte belastingen. Deze vrijstelling is niet van toepassing op aankopen en invoer door EGF-eenheden op hun eigen grondgebied.

  • 7 Aangekochte of ingevoerde goederen en koopwaar die zijn vrijgesteld of in aanmerking komen voor vergoeding in overeenstemming met de voorwaarden in dit artikel mogen uitsluitend worden overgedragen of ter beschikking worden gesteld van een derde, hetzij kosteloos of tegen een prijs, in overeenstemming met de voorwaarden vastgesteld door de Partij die de vrijstellingen of vergoedingen toekent.

  • 8 EUROGENDFOR heeft in geen geval recht op vrijstelling van belastingen en heffingen die een betaling vormen voor het gebruik van openbare nutsdiensten.

  • 9 Geen vrijstelling van belastingen of heffingen, ongeacht van welke aard, mag worden verleend voor de aankoop van militair materieel en uitrusting.

Artikel 20. Persoonlijke voorrechten

  • 1 Personeelsleden van EUROGENDFOR bedoeld in artikel 3, onderdeel c, die geen vaste verblijfplaats hebben in of onderdaan zijn van de Gastheerstaat mogen op het tijdstip van hun eerste aankomst teneinde hun functie te gaan vervullen in die Staat, binnen een jaar na hun eerste aankomst en voor ten hoogste twee zendingen uit de laatste Staat van verblijf of uit de Staat waarvan zij onderdaan zijn hun persoonlijke eigendommen en meubilair, met inbegrip van een motorvoertuig, vrij van douaneheffingen en andere indirecte belastingen invoeren of dergelijke goederen vrij van omzetbelasting voor een aanmerkelijk bedrag aanschaffen in de Gastheerstaat.

  • 2 Het bepaalde in het eerste lid is uitsluitend van toepassing op personeelsleden die voor ten minste een jaar zijn gedetacheerd.

  • 3 Voor de toepassing van dit artikel dient het desbetreffende personeelslid vooraf en binnen een jaar na zijn of haar eerste aankomst een verzoek in te dienen bij de autoriteiten van de Gastheerstaat.

  • 4 Goederen die vrij van heffingen zoals bedoeld in het eerste lid zijn ingevoerd mogen vrijelijk weer worden uitgevoerd.

  • 5 De motorvoertuigen bedoeld in het eerste lid en motorvoertuigen die zijn geregistreerd in een andere EU-lidstaat, met een maximum van een voertuig per lid van het bovenbedoelde personeel, zijn vrijgesteld van motorrijtuigenbelastingen gedurende de termijn van aanstelling van die leden in de Gastheerstaat.

Artikel 21. Onschendbaarheid van terreinen, gebouwen en archieven

  • 1 De terreinen en gebouwen van EUROGENDFOR op het grondgebied van de Partijen zijn onschendbaar.

  • 2 De autoriteiten van de Partijen mogen de in het eerste lid bedoelde terreinen en gebouwen niet betreden zonder voorafgaande toestemming van de EGF-commandant of, indien van toepassing, de Commandant EGF-eenheden. Deze toestemming wordt geacht te zijn gegeven in het geval van natuurrampen, brand of andere incidenten die onverwijld beschermende maatregelen vergen. In overige gevallen dient de EGF-commandant, of indien van toepassing, de Commandant EGF-eenheden verzoeken van de autoriteiten van de Partijen om toegang tot de terreinen en gebouwen ernstig in overweging te nemen, daarbij rekening houdend met de belangen van EUROGENDFOR.

  • 3 De archieven van EUROGENDFOR zijn onschendbaar. De onschendbaarheid van de archieven wordt geacht van toepassing te zijn op alle dossiers, correspondentie, manuscripten, foto’s, films, opnames, documenten, elektronische gegevens, computerbestanden of andere gegevensdragers die behoren aan of in het bezit zijn van EUROGENDFOR, ongeacht waar zij zich bevinden op het grondgebied van de Partijen.

Artikel 22. Immuniteit van executie

De eigendommen en fondsen van EUROGENDFOR en de goederen die voor diens officiële doeleinden ter beschikking zijn gesteld, ongeacht waar zij zich bevinden en door wie zij worden gehouden, worden gevrijwaard tegen executoriale maatregelen op het grondgebied van de Partijen.

Artikel 23. Communicatie

  • 1 De Partijen nemen alle redelijke maatregelen om het soepele verloop van de officiële communicatie van EUROGENDFOR te waarborgen.

  • 2 EUROGENDFOR heeft het recht gecodeerde boodschappen te verzenden en te ontvangen, alsmede correspondentie en officiële pakketten per koerier of in verzegelde zakken te verzenden en te ontvangen, die niet geopend of tegengehouden mogen worden.

  • 3 Boodschappen gericht aan of ontvangen door EUROGENDFOR mogen niet onderschept of verstoord worden.

Artikel 24. Domicilie voor de belastingheffing

Wat betreft inkomsten- en vermogensbelastingen worden de personeelsleden van het Permanente Hoofdkwartier die zich uitsluitend vanwege hun functie bij het Permanente Hoofdkwartier in de Gastheerstaat vestigen geacht domicilie voor de belastingheffing te hebben gekozen in de Zendstaat die het salaris betaalt voor hun diensten verricht ten behoeve van het Permanente Hoofdkwartier. Deze voorwaarde is ook van toepassing op gezinsleden die niet betrokken zijn bij professionele of commerciële activiteiten binnen de Gastheerstaat.

HOOFDSTUK VIII. VOORWAARDEN TEN AANZIEN VAN RECHTSMACHT EN DISCIPLINE

Artikel 25. Strafrechtelijke en disciplinaire rechtsmacht

  • 1 De autoriteiten van de Zendstaat zijn bevoegd tot het uitoefenen van alle strafrechtelijke en disciplinaire rechtsmacht waarmee zij op grond van de wet van de Zendstaat bekleed zijn jegens militair en burgerpersoneel indien op het burgerpersoneel de wetgeving van toepassing is waaronder alle of een deel van de politiemachten met militaire status van de Zendstaat vallen vanwege hun inzet bij deze politiemachten.

  • 2 De autoriteiten van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat zijn bevoegd tot het uitoefenen van rechtsmacht over militair en burgerpersoneel en hun gezinsleden ten aanzien van vergrijpen begaan binnen hun onderscheiden grondgebieden die op grond van de wetgeving van de desbetreffende Staat strafbaar zijn.

  • 3 De autoriteiten van de Zendstaat zijn bevoegd exclusieve rechtsmacht uit te oefenen over militair en burgerpersoneel indien dit burgerpersoneel valt onder de wetgeving die op alle of een deel van de politiemachten met militaire status van de Zendstaat van toepassing is vanwege de inzet van het burgerpersoneel bij deze politiemachten ten aanzien van vergrijpen, met inbegrip van vergrijpen die verband houden met de veiligheid van die Staat, die strafbaar zijn op grond van de wetgeving van de Zendstaat, maar niet volgens de wetgeving van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat.

  • 4 De autoriteiten van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat zijn bevoegd exclusieve rechtsmacht uit te oefenen over militair en burgerpersoneel en hun gezinsleden ten aanzien van vergrijpen, met inbegrip van vergrijpen die verband houden met de veiligheid van de desbetreffende Staat, die op grond van de wetgeving van de desbetreffende Staat strafbaar zijn, maar niet volgens de wetgeving van de Zendstaat.

  • 5 In gevallen waarin sprake is van samenloop van rechtsmacht gelden de volgende regels:

    • a. de bevoegde autoriteiten van de Zendstaat hebben voorrang bij de uitoefening van rechtsmacht over militair en burgerpersoneel indien het burgerpersoneel onder de wetgeving valt die op alle of een deel van de politiemachten met militaire status van de Zendstaat, vanwege de inzet van het burgerpersoneel bij die politiemachten van toepassing is en wel ten aanzien van:

      • i. vergrijpen uitsluitend gericht tegen de eigendommen of veiligheid van die Staat of vergrijpen uitsluitend gericht tegen de persoon of eigendommen van militair of burgerpersoneel van die Staat of van een gezinslid;

      • ii. vergrijpen die voortvloeien uit een handelen of nalaten begaan in het kader van de uitoefening van officiële taken;

    • b. de autoriteiten van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat hebben voorrang bij de uitoefening van rechtsmacht ten aanzien van andere vergrijpen;

    • c. indien de Staat die voorrang heeft besluit zijn rechtsmacht niet uit te oefenen stelt hij de autoriteiten van de andere Staat daar zo spoedig mogelijk van in kennis. De autoriteiten van de Staat die voorrang heeft nemen een verzoek van de autoriteiten van de andere Staat om van dit recht af te zien in gevallen waarin die andere Staat zulks van bijzonder belang acht in welwillende overweging.

  • 6 Voor de toepassing van het derde, vierde en vijfde lid wordt onder een vergrijp tegen de veiligheid van een Staat verstaan:

    • a. landverraad;

    • b. sabotage, spionage of overtreding van wetten die betrekking hebben op staatsgeheimen, of geheimen met betrekking tot de nationale defensie van die Staat.

  • 7 De bepalingen van dit artikel betekenen niet dat de autoriteiten van de Zendstaat bevoegd zijn rechtsmacht uit te oefenen over personen die onderdaan zijn van of gewoonlijk verblijven in de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat, tenzij zij deel uitmaken van een eenheid van de Zendstaat.

Artikel 26. Wederzijdse rechtshulp

  • 1 De Partijen verlenen elkaar rechtshulp bij de arrestatie van leden van een eenheid, of een civiele component daarvan, of van gezinsleden op het grondgebied van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat en bij hun overlevering aan de autoriteit die in overeenstemming met de voorgaande bepalingen bevoegd is tot het uitoefenen van rechtsmacht.

  • 2 De autoriteiten van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat stellen de militaire autoriteiten van de Zendstaat onverwijld in kennis van de arrestatie van een lid van een eenheid of een civiele component daarvan of een gezinslid.

  • 3 De bewaking van een lid van een eenheid of van een civiele component daarvan waarover de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat rechtsmacht zal uitoefenen, blijft, als deze zich in handen bevindt van de Zendstaat, berusten bij de autoriteiten van de Zendstaat totdat tegen hem of haar een vervolging wordt ingesteld door de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat.

  • 4 De Partijen verlenen elkaar bijstand bij de uitvoering van alle nodige onderzoeken ter zake van vergrijpen en bij het bijeenbrengen van bewijsmateriaal, met inbegrip van inbeslagname en, in daarvoor in aanmerking komende gevallen, overdracht van voorwerpen die verband houden met een vergrijp. De overdracht van dergelijke voorwerpen kan evenwel geschieden onder de voorwaarde dat zij binnen de door de autoriteit die ze overdraagt aangegeven termijn worden geretourneerd.

  • 5 De Partijen stellen elkaar in kennis van de uitspraken in alle zaken waarin sprake is van samenloop van rechtsmacht.

  • 6 De autoriteiten van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat nemen verzoeken van de autoriteiten van de Zendstaat om bijstand bij de tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf, welke op het grondgebied van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat is opgelegd door de autoriteiten van de Zendstaat, overeenkomstig de bepalingen van dit artikel, in welwillende overweging.

Artikel 27. Terugkeer, afwezigheid en verwijdering

  • 1 Indien personeelsleden van EUROGENDFOR niet langer in dienst zijn van hun eenheid en niet zijn teruggekeerd naar hun Zendstaat, stellen de autoriteiten van de Zendstaat de autoriteiten van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat daarvan onverwijld in kennis en verschaffen alle nuttige inlichtingen.

  • 2 De autoriteiten van de Zendstaat stellen de autoriteiten van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat eveneens in kennis van gevallen van ongeoorloofde afwezigheid van langer dan 21 dagen.

  • 3 Indien de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat de verwijdering wenst van personeelsleden van EUROGENDFOR van zijn eigen grondgebied of opdracht heeft gegeven tot uitwijzing van personeelsleden van EUROGENDFOR of hun gezinsleden, ontvangen de autoriteiten van de Zendstaat hen op hun eigen grondgebied of stellen hen in de gelegenheid het grondgebied van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat te verlaten.

HOOFDSTUK IX. VORDERINGEN

Artikel 28. Afstand

  • 1 Elke Partij doet afstand van alle vorderingen tegen een andere Partij wegens schade aan haar eigendommen die worden gebruikt in verband met de voorbereiding voor en uitvoering van de in dit Verdrag bedoelde taken, met inbegrip van oefeningen, indien de schade:

    • a. is veroorzaakt door personeelsleden van EUROGENDFOR bij de uitvoering van hun taken in het kader van dit Verdrag; of

    • b. voortvloeit uit het gebruik van een voertuig, vaartuig, luchtvaartuig of wapens of andere uitrusting van de andere Partij en dat door diens eenheden wordt gebruikt, mits het voertuig, vaartuig of luchtvaartuig dat of de uitrusting of wapens die tot de schade heeft of hebben geleid in het kader van dit Verdrag werd of werden gebruikt of de schade is toegebracht aan eigendom, hetwelk aldus in gebruik was.

  • 2 Elke Partij doet afstand van alle vorderingen tegen een andere Partij wegens letsel of overlijden van personeelsleden van EUROGENDFOR bij de uitvoering van hun officiële taken.

  • 3 De in het eerste en tweede lid bedoelde afstand is niet van toepassing indien de schade, het letsel of het overlijden voortvloeit uit grove nalatigheid of opzettelijk nalaten of handelen door het personeel van een Partij; de kosten van de schade, het letsel of het overlijden worden bijgevolg door die Partij vergoed.

  • 4 Niettegenstaande de uitzondering bedoeld in het derde lid, doet elke Partij afstand van haar vorderingen in elk geval waarin de schade minder bedraagt dan het door de CIMIN vast te stellen minimumbedrag.

Artikel 29. Schade van derden

  • 1 In het geval van schade veroorzaakt jegens een derde of aan de eigendommen van een derde door een lid van of eigendommen van een van de Partijen bij de uitvoering van de taken, met inbegrip van oefeningen, bedoeld in dit Verdrag, delen de Partijen de vergoeding van de schade op de wijze omschreven in de uitvoeringsovereenkomsten of -regelingen, bedoeld in artikel 45 en in overeenstemming met de volgende bepalingen:

    • a. vorderingen worden ingediend, behandeld en afgedaan in overeenstemming met de wet- en regelgeving van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat ter zake van vorderingen die voortvloeien uit de activiteiten van EUROGENDFOR;

    • b. de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat kan dergelijke vorderingen afwikkelen; de betaling van het overeengekomen of door de rechter vastgestelde bedrag door de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat geschiedt in euro;

    • c. de betaling, ongeacht of deze geschiedt op grond van een schikking of een uitspraak door een bevoegde rechter van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat, dan wel een onherroepelijke uitspraak van zulk een rechter waarbij de vordering wordt afgewezen, is beslissend en bindend voor de betrokken partijen;

    • d. elke vordering betaald door de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat wordt aan de betrokken Zendstaten gemeld tezamen met alle gegevens en een voorstel tot verdeling overeenkomstig dit artikel. Indien antwoord na twee maanden uitblijft, wordt de voorgestelde verdeling geacht te zijn aanvaard.

  • 2 Indien de aansprakelijkheid evenwel voortvloeit uit grove nalatigheid of opzettelijk nalaten of handelen door het personeel van een Partij, worden de kosten van de schade uitsluitend door die Partij gedragen.

  • 3 Personeelsleden van EUROGENDFOR worden niet onderworpen aan executiemaatregelen ter uitvoering van een tegen hen in de Gastheerstaat of Ontvangende Staat gewezen vonnis in een zaak die voortvloeit uit de uitoefening van hun officiële taken.

  • 4 Niettegenstaande de individuele aansprakelijkheid in het geval van schade veroorzaakt jegens een derde, of aan de eigendommen van een derde door een persoon of eigendommen van een van de Partijen die niet is ontstaan bij de uitvoering van officiële taken, worden vorderingen ter zake van dergelijke schade op de volgende wijze afgewikkeld:

    • a. de autoriteiten van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat bezien de vordering en stellen de schadevergoeding van de eiser vast op basis van redelijkheid en billijkheid, waarbij alle omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen, met inbegrip van de gedragingen van de benadeelde partij en stellen een rapport op over de aangelegenheid;

    • b. het rapport wordt overhandigd aan de autoriteiten van de Zendstaat, die vervolgens onverwijld beslissen of zij vrijwillig een betaling zullen aanbieden, en zo ja welk bedrag;

    • c. indien een aanbod tot vrijwillige betaling wordt gedaan en door de eiser wordt aanvaard als volledige voldoening van zijn of haar vordering, verrichten de autoriteiten van de Zendstaat de betaling en stellen de autoriteiten van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat in kennis van deze beslissing en het betaalde bedrag;

    • d. niets in dit lid tast de bevoegdheid van de rechters van de Gastheerstaat of de Ontvangende Staat aan een vordering tegen personeelsleden van EUROGENDFOR in behandeling te nemen zolang de vordering niet volledig is voldaan.

Artikel 30. Onderzoek van de omstandigheden

Indien er twijfel bestaat of de schade is veroorzaakt bij de uitvoering van een officiële taak, neemt de CIMIN, onverminderd artikel 31, na bestudering van het rapport over de omstandigheden van de EGF-commandant een besluit.

Artikel 31. Oefeningen en operaties

Voor oefeningen of operaties op het grondgebied van een derde Staat kan de methode voor de verdeling van herstelmaatregelen tussen de Partijen en, in voorkomende gevallen, Bijdragende Staten worden vastgelegd in een regeling ad hoc voor de oefening of operatie.

Artikel 32. Technische of wetenschappelijke deskundigen

Het bepaalde in de Hoofdstukken VIII en IX van dit Verdrag is eveneens van toepassing op onderdanen van een van de Partijen die niet behoren tot het militaire of burgerpersoneel, maar een specifieke taak van technische of wetenschappelijke aard binnen EUROGENDFOR verrichten en zulks uitsluitend gedurende de periode dat deze taak wordt verricht.

HOOFDSTUK X. VOORWAARDEN TEN AANZIEN VAN FINANCIËN EN EIGENDOMSRECHTEN

Artikel 33. Financiële Raad

  • 1 Er wordt een Financiële Raad bestaande uit een door elke Partij aangewezen financiële deskundige ingesteld.

  • 2 De Financiële Raad is verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a. adviseren van de CIMIN inzake financiële en begrotingsaangelegenheden;

    • b. uitvoeren van de financiële, contractuele en begrotingsprocedures en het zonodig voorstellen van wijzigingen van de formule voor het delen van kosten, goed te keuren door de CIMIN;

    • c. toetsen van de ontwerpbegroting en de door de EGF-commandant voorgestelde planning van de kosten voor de middellange termijn, goed te keuren door de CIMIN;

    • d. toetsen van het jaarverslag inzake de slotbalans van de jaaruitgaven, opgesteld door de EGF-commandant en uitbrengen van advies aan de CIMIN over de aanneming ervan;

    • e. in noodgevallen bij volmacht van de CIMIN goedkeuren van extra uitgaven, die niet meer mogen bedragen dan 10% van de desbetreffende post. De Financiële Raad brengt verslag uit aan de volgende vergadering van de CIMIN;

    • f. regeling van financiële geschillen. Indien de Financiële raad er niet in slaagt een geschil te regelen, wordt het ter regeling voorgelegd aan de CIMIN;

    • g. de CIMIN voorstellen de gezamenlijke uitgaven van EUROGENDFOR te controleren. De CIMIN bepaalt hoe de controle dient te worden uitgevoerd.

  • 3 De procedures van de Financiële Raad en de planning voor het indienen, toetsen en goedkeuren van de ontwerpbegroting van EUROGENDFOR worden vastgelegd in een reeks financiële regels, goed te keuren door de CIMIN.

Artikel 34. Kosten

  • 1 Er zijn drie kostencategorieën voor EUROGENDFOR-activiteiten:

    • a. gemeenschappelijke kosten;

    • b. kosten van de Gastheerstaat die verband houden met het Permanente Hoofdkwartier;

    • c. nationale kosten.

  • 2 De verschillende kostencategorieën en de wijze waarop zij worden gefinancierd worden omschreven in de financiële regels van EUROGENDOR, goed te keuren door de CIMIN.

Artikel 35. Begroting

  • 1 De jaarbegroting van EUROGENDFOR voor gemeenschappelijke kosten, berekend in euro, bestaat uit ontvangsten en uitgaven.

  • 2 De uitgaven betreffen enerzijds investeringskosten en operationele kosten voor het Permanente Hoofdkwartier en anderzijds door de Partijen goedgekeurde kosten die ontstaan tijdens EUROGENDFOR-activiteiten.

  • 3 Ontvangsten bestaan uit bijdragen van de Partijen in overeenstemming met de criteria die zij formuleren in de financiële regels van EUROGENDFOR.

  • 4 Het financiële jaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december.

Artikel 36. Financiële controle

Teneinde hun controlerende functies te vervullen voor hun nationale regeringen en verslag uit te brengen aan hun parlementen zoals bepaald in hun wetgeving, kunnen de nationale financiële controleurs alle inlichtingen verkrijgen en alle documenten bestuderen die in het bezit zijn van personeelsleden van EUROGENDFOR.

Artikel 37. Openbare aanbestedingen

  • 1 EUROGENDFOR kan opdrachten aanbesteden in overeenstemming met de beginselen die van kracht zijn in de Europese Unie.

  • 2 De EU-voorschriften ten aanzien van openbare aanbestedingen zijn van toepassing onder de volgende voorwaarden:

    • a. de EGF-bevelhebber is verantwoordelijk voor de openbare aanbestedingen;

    • b. tegen de gunning van een opdracht kan kosteloos bezwaar worden aangetekend bij de CIMIN die daar binnen een maand over beslist.

  • 3 Onverminderd de bepalingen in het eerste en tweede lid, worden deelnemers uitgesloten van openbare aanbestedingen indien zij:

    • a. goederen of diensten leveren die afkomstig zijn uit een Staat waarmee een van de Partijen geen diplomatieke betrekkingen onderhoudt;

    • b. middellijk of onmiddellijk doelstellingen nastreven die een van de Partijen in strijd acht met haar essentiële veiligheidsbelangen of belangen op het terrein van buitenlands beleid.

HOOFDSTUK XI. SLOTBEPALINGEN

Artikel 38. Talen

De talen van de Partijen zijn de officiële talen van EUROGENDFOR. Er kan een gemeenschappelijke werktaal worden gebruikt.

Artikel 39. Beslechting van geschillen

Geschillen tussen de Partijen met betrekking tot de uitlegging of toepassing van dit Verdrag worden door middel van onderhandeling beslecht.

Artikel 40. Wijzigingen

  • 1 Dit Verdrag kan op voorstel van een Partij met instemming van alle Partijen te allen tijde worden gewijzigd.

  • 2 Wijzigingen worden van kracht in overeenstemming met de voorwaarden van artikel 46.

Artikel 41. Opzegging

  • 1 Iedere Partij kan dit Verdrag te allen tijde opzeggen door middel van een voorafgaande schriftelijke kennisgeving aan de depositaris.

  • 2 Opzeggingen worden van kracht twaalf maanden na de datum van ontvangst door de depositaris van de kennisgeving van de opzegging of op een latere datum te vermelden in de kennisgeving van de opzegging.

Artikel 42. Toetreding

  • 1 Elke EU-lidstaat met een politiemacht met militaire status kan de CIMIN verzoeken om toetreding tot dit Verdrag. Na in overeenstemming met artikel 7, vijfde lid, onderdeel a, de goedkeuring van de Partijen te hebben ontvangen, stelt de CIMIN de verzoekende Staat in kennis van de beslissing van de Partijen.

  • 2 Toetreding geschiedt door de nederlegging van een akte van toetreding bij de depositaris van het Verdrag, die elke Partij en de toetredende Staat in kennis stelt van de datum van nederlegging ervan.

  • 3 Voor elke Staat namens welke een akte van toetreding is nedergelegd treedt dit Verdrag in werking op de eerste dag van de tweede maand na de kennisgeving door de depositaris aan alle Partijen.

Artikel 43. Status van waarnemer

  • 1 Kandidaat-lidstaten voor de EU die een politiemacht met militaire status hebben kunnen verzoeken om de status van waarnemer. EU-lidstaten die een politiemacht met militaire status hebben kunnen ook verzoeken om de status van waarnemer als eerste stap op weg naar toetreding.

  • 2 De status van waarnemer omvat het recht een verbindingsofficier te detacheren bij het Permanente Hoofdkwartier in overeenstemming met de door de CIMIN goedgekeurde regels.

Artikel 44. Status van partner

  • 1 EU-lidstaten en kandidaat-lidstaten van de EU die een eenheid hebben met militaire status en enige politiebevoegdheden kunnen verzoeken om de status van partner.

  • 2 De CIMIN stelt de specifieke rechten en verplichtingen van de partners vast.

Artikel 45. Uitvoeringsovereenkomsten of -regelingen

Dit Verdrag kan worden aangevuld met een of meer specifieke uitvoeringsovereenkomsten of -regelingen.

Artikel 46. Inwerkingtreding

Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de kennisgeving door de depositaris aan alle Partijen inzake de laatste akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring.

Artikel 47. Depositaris

De Regering van de Italiaanse Republiek treedt op als depositaris en stelt alle ondertekenende en toetredende Staten in kennis van de nederlegging van elke akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring, toetreding of opzegging.

GEDAAN te Velsen op 18 oktober 2007 in een oorspronkelijk exemplaar in de Spaanse, de Franse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese en de Engelse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, dat zal worden nedergelegd bij de Regering van de Italiaanse Republiek. De Regering van de Italiaanse Republiek doet alle Partijen gewaarmerkte kopieën daarvan toekomen.

  1. Noot redactie: hier wordt bedoeld „1945” in plaats van „1946”. ^ [1]
Naar boven