Hare majesteit de Koningin der Nederlanden, enerzijds,
en
Zijne Koninklijke Hoogheid de Koninklijke Prins, anderzijds,
Geleid door de wens, de winning van steenkolen in de aan beide zijden van de Nederlands-Belgische
grens langs de Maas gelegen steenkolenmijnen te vergemakkelijken en daardoor het verlies
van ontginbare steenkolen tot een minimum te beperken, hebben besloten te dien einde
een verdrag te sluiten en hebben tot Hunne Gevolmachtigden benoemd te weten:
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:
Zijne Excellentie Baron B. Ph. van Harinxma thoe Slooten, Buitengewoon en Gevolmachtigd
Ambassadeur der Nederlanden te Brussel,
Zijne Koninklijke Hoogheid de Koninklijke Prins:
De Heer Paul van Zeeland, Minister van Buitenlandse Zaken,
Die, na elkander hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten te hebben overgelegd,
zijn overeengekomen als volgt: