De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek IJsland,
geleid door de wens het burgerlijk luchtvervoer tussen en via IJsland en Nederland
te bevorderen, en lettende op de resolutie, getekend op 7 December 1944 op de Internationale
Burgerlijke Luchtvaart Conferentie te Chicago, Illinois, U.S.A., sluiten hierbij de
volgende overeenkomst:
Elke Overeenkomstsluitende Partij verleent de andere Overeenkomstsluitende Partij
de rechten, omschreven in de bij deze Overeenkomst behorende Bijlage, ten behoeve
van de instelling van de daarin omschreven luchtdiensten (hierna te noemen „de overeengekomen
diensten”).
-
(1) De overeengekomen diensten kunnen onmiddellijk, dan wel op een later tijdstip, naar
verkiezing van de Overeenkomstsluitende Partij, waaraan de rechten zijn verleend,
worden geopend, maar niet voordat:
-
a. de Overeenkomstsluitende Partij, waaraan de rechten zijn verleend, een of meer luchtvaartmaatschappijen
voor de omschreven route of routes heeft aangewezen, en
-
b. de Overeenkomstsluitende Partij, welke de rechten verleent, de passende exploitatievergunning
aan de betrokken luchtvaartmaatschappij of -maatschappijen heeft gegeven (hetgeen
zij, behoudens het bepaalde in paragraaf (2) van dit Artikel en in Artikel 6 zonder
onnodig uitstel zal doen).
-
(2) Van de aangewezen luchtvaartmaatschappij of- maatschappijen kan worden verlangd, dat
zij ten genoegen van de luchtvaartautoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partij,
welke de rechten verleent, aantoont (aantonen), dat zij in staat is (zijn) de voorwaarden
na te komen, welke worden gesteld bij of krachtens de wetten en voorschriften, welke
gewoonlijk door die autoriteiten met betrekking tot de exploitatie van commerciële
luchtvaartmaatschappijen worden toegepast.
-
(3) In gebieden, welke militair bezet zijn, of in gebieden, welke daarbij betrokken zijn,
zal zulk een opening, waar nodig, onderworpen blijven aan de goedkeuring van de bevoegde
militaire autoriteiten.
Teneinde bevoorrechtende praktijken te voorkomen en gelijkheid van behandeling te
verzekeren, wordt overeengekomen, dat:
-
a. Elk van de Overeenkomstsluitende Partijen kan, voor het gebruik van luchthavens en
andere faciliteiten, billijke en redelijke kosten opleggen of laten opleggen. Elk
van de Overeenkomstsluitende Partijen neemt echter op zich, dat deze kosten niet hoger
zullen zijn dan die, welke zouden worden betaald voor het gebruik van zodanige luchthavens
en faciliteiten door haar eigen luchtvaartuigen, gebezigd op soortgelijke internationale
diensten.
-
b. Op motorbrandstof, smeeroliën en reservedelen, welke binnen het gebied van een Overeenkomstsluitende
Partij door de andere Overeenkomstsluitende Partij of haar onderdanen worden ingevoerd
of aan boord genomen en welke uitsluitend bestemd zijn voor het gebruik door luchtvaartuigen
van die andere Overeenkomstsluitende Partij, zal ten aanzien van douanerechten, inspectiekosten
of andere nationale rechten of kosten, opgelegd door de eerste Overeenkomstsluitende
Partij, een behandeling worden toegepast, welke niet ongunstiger is dan die, toegestaan
aan nationale of andere buitenlandse luchtvaartmaatschappijen, welke zich bezighouden
met internationaal luchtvervoer.
-
c. Luchtvaartuigen, welke gebezigd worden op de overeengekomen diensten en voorraden
motorbrandstof, smeeroliën, reservedelen, normale uitrustingsstukken en proviand,
welke aan boord blijven van burgerlijke luchtvaartuigen van de luchtvaartmaatschappijen
van de Overeenkomstsluitende Partijen, waaraan vergunning is verleend de overeengekomen
diensten te exploiteren, zullen bij binnenkomst in of vertrek uit het grondgebied
van de andere Overeenkomstsluitende Partij vrijgesteld zijn van douanerechten, inspectiekosten
of soortgelijke rechten of kosten, zelfs indien zodanige voorraden worden gebruikt
of verbruikt door zulke luchtvaartuigen op vluchten binnen dat grondgebied.
-
d. De onder vorenbedoelde vrijstelling vallende goederen mogen worden gelost met toestemming
van de douane-autoriteiten van de andere Overeenkomstsluitende Partij. Deze goederen
zullen tot wederuitvoer onder toezicht van de douane blijven.
Bewijzen van luchtwaardigheid, bewijzen van geschiktheid en vergunningen, uitgereikt
of geldig verklaard door een Overeenkomstsluitende Partij zullen door de andere Overeenkomstsluitende
Partij als geldig worden erkend voor de exploitatie van de overeengekomen diensten.
Elke Overeenkomstsluitende Partij behoudt zich evenwel het recht voor, voor vluchten
boven haar eigen grondgebied de erkenning van bewijzen van geschiktheid en vergunningen,
door een andere Staat aan haar eigen onderdanen uitgereikt, te weigeren.
-
a De wetten en voorschriften van een Overeenkomstsluitende Partij betreffende de toelating
tot of het vertrek uit haar grondgebied van luchtvaartuigen, gebezigd in de internationale
luchtvaart, of betreffende de exploitatie van en het vliegen met zulke luchtvaartuigen
gedurende het verblijf binnen haar grondgebied, zullen zonder onderscheid van nationaliteit
van toepassing zijn op de luchtvaartuigen van de Overeenkomstsluitende Partijen en
zullen door deze luchtvaartuigen moeten worden nagekomen bij het binnenkomen in of
verlaten van of gedurende het verblijf binnen het grondgebied van die Overeenkomstsluitende
Partij.
-
b De wetten en voorschriften van een Overeenkomstsluitende Partij betreffende de toelating
tot of het vertrek uit haar grondgebied van passagiers, bemanning of lading van luchtvaartuigen,
zoals voorschriften betreffende binnenkomst, in- en uitklaring, immigratie, paspoorten,
douane en quarantaine zullen door of vanwege de passagiers, bemanning en lading van
luchtvaartuigen, gebezigd door de aangewezen luchtvaartmaatschappij of -maatschappijen
van de andere Overeenkomstsluitende Partij, moeten worden nagekomen gedurende het
verblijf binnen het grondgebied van eerstgenoemde Partij.
Elke Overeenkomstsluitende Partij behoudt zich het recht voor de uitoefening van de
rechten, vermeld in de Bijlage van deze Overeenkomst, door een luchtvaartmaatschappij,
aangewezen door de andere Overeenkomstsluitende Partij, niet toe te staan of in te
trekken in elk geval waarin niet tot haar genoegen is gebleken, dat het overwegende
eigendomsrecht en het daadwerkelijk toezicht, berusten bij onderdanen van een Overeenkomstsluitende
Partij, dan wel ingeval de luchtvaartmaatschappij(en), aangewezen door de andere Overeenkomstsluitende
Partij, in gebreke blijft (blijven) de wetten en voorschriften, als omschreven in
Artikel 5 van deze Overeenkomst, na te komen of aan haar verplichtingen ingevolge
deze Overeenkomst te voldoen.
Deze Overeenkomst en alle daarmede in verband staande contracten zullen worden geregistreerd
bij de Internationale Burgerlijke Luchtvaart Organisatie.
-
a Indien een van de Overeenkomstsluitende Partijen het wenselijk acht enige bepaling
of bepalingen van de Overeenkomst of haar Bijlage te wijzigen, zullen de bevoegde
luchtvaartautoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen overleg plegen, teneinde
(een) dergelijke wijziging(en) tot stand te brengen. Zodanig overleg zal aanvangen
binnen een termijn van 60 dagen, te rekenen vanaf de datum van het verzoek van een
van de luchtvaartautoriteiten. In geval deze autoriteiten tot overeenstemming komen
aangaande de aan te brengen wijzigingen, zullen deze wijzigingen van kracht worden,
nadat ze zijn bevestigd door een uitwisseling van diplomatieke nota's.
-
b Wijzigingen, die door een van de Overeenkomstsluitende Partijen in de omschreven luchtroutes
worden aangebracht of weglatingen van punten op de omschreven luchtroutes op enige
of op alle vluchten, uitgezonderd de wijziging van punten die door de aangewezen luchtvaartmaatschappij
of- maatschappijen op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij worden
aangedaan, zullen niet worden beschouwd als wijzigingen van deze Overeenkomst. De
luchtvaartautoriteiten van een van de Overeenkomstsluitende Partijen mogen derhalve
eenzijdig tot het aanbrengen van zulke veranderingen of weglatingen overgaan, mits
echter van elke verandering of weglating onverwijld mededeling zal worden gedaan aan
de luchtvaartautoriteiten van de andere Overeenkomstsluitende Partij.
Geschillen tussen de Overeenkomstsluitende Partijen betreffende de uitlegging of toepassing
van deze Overeenkomst of haar Bijlage, welke niet door rechtstreekse onderhandelingen
kunnen worden opgelost zullen ter beslissing worden voorgelegd aan een, in onderling
overleg tussen de Overeenkomstsluitende Partijen te benoemen scheidsgerecht, of aan
een tot beslissing bevoegd gerecht, dat hierna binnen de Internationale Burgerlijke
Luchtvaart Organisatie zal kunnen worden opgericht of, indien zulk een gerecht niet
bestaat aan de Raad van genoemde Organisatie. De Overeenkomstsluitende Partijen verbinden
zich, zich te houden aan de beslissingen van dat scheidsgerecht of van een gerecht
binnen de Internationale Burgerlijke Luchtvaart Organisatie of van de Raad van genoemde
Organisatie, welke beslissingen in ieder geval als definitief zullen worden beschouwd.
Elke Overeenkomstsluitende Partij kan te allen tijde aan de andere mededeling doen
van haar wens deze Overeenkomst te beëindigen. Een zodanige mededeling zal tegelijkertijd
worden gezonden aan de Internationale Burgerlijke Luchtvaart Organisatie.
Deze Overeenkomst zal ophouden te bestaan op de datum vermeld in die mededeling, maar
in ieder geval tenminste twaalf maanden na de datum van ontvangst van de mededeling
door de andere Overeenkomstsluitende Partij, tenzij de mededeling om haar te beëindigen
met wederzijdse instemming voor het verstrijken van deze periode wordt ingetrokken.
Indien de ontvangst van de mededeling door de andere Overeenkomstsluitende Partij
niet wordt bevestigd, wordt de mededeling geacht te zijn ontvangen veertien dagen
na de ontvangst van de mededeling door de Internationale Burgerlijke Luchtvaart Organisatie.
Deze Overeenkomst zal van kracht worden op de dag van ondertekening.