OVEREENKOMST tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Keizerlijke
Regering van Iran betreffende commerciële luchtdiensten tussen en via hun onderscheidenlijke
grondgebieden
[Regeling vervallen per 01-04-2007]
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden
en
Zijne Keizerlijke Majesteit de Shahanshah van Iran
gelijkelijk wensende een overeenkomst te sluiten inzake de instelling en exploitatie
van commerciële luchtdiensten tussen en via hun onderscheidenlijke grondgebieden,
hebben dienovereenkomstig daartoe als volgt hun gevolmachtigden benoemd:
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden
Zijne Excellentie de heer W. P. Montijn, Hoogstderzelver Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd
Minister
Zijne Keizerlijke Majesteit de Shahanshah van Iran
Zijne Excellentie de heer Ali Asghar Hekmat, Minister van Buitenlandse Zaken
welke, hun volmachten getoond en uitgewisseld en in goede vorm bevonden hebbende,
de volgende artikelen zijn overeengekomen:
PREAMBULE
Met betrekking tot deze overeenkomst zal, tenzij uit de inhoud anders zou blijken:
-
a) De uitdrukking „luchtvaartautoriteiten” betekenen in het geval van Iran het Directoraat-Generaal
van de Burgerlijke Luchtvaart, en enig persoon of lichaam, gemachtigd tot het uitoefenen
van de ambtsbevoegdheden, welke thans worden uitgeoefend door genoemd Directoraat-Generaal
of tot gelijksoortige ambtsbevoegdheden en in het geval van Nederland de Directeur-Generaal
van de Rijksluchtvaartdienst en enig persoon of lichaam, gemachtigd tot het uitoefenen
van de ambtsbevoegdheden, welke thans worden uitgeoefend door genoemde Directeur-Generaal
of tot gelijksoortige ambtsbevoegdheden.
-
b) De uitdrukking „Verdrag” betekenen het Verdrag inzake de internationale burgerlijke
luchtvaart, voor ondertekening geopend te Chicago op de zevende dag van December negentienhonderd
vier en veertig.
-
c) De uitdrukking „grondgebied”, „luchtdienst”, „internationale luchtdienst”, „luchtvaartmaatschappij”
en „landing anders dan voor verkeersdoeleinden” dezelfde betekenis hebben als onderscheidenlijk
daaraan toegekend in artikel 2 en 96 van het Verdrag.
-
d) De „vervoerscapaciteit” met betrekking tot een vliegtuig betekent de nuttige belading
van het vliegtuig die beschikbaar is op een route of een gedeelte van een route en
„vervoerscapaciteit” met betrekking tot een overeengekomen dienst betekent de vervoerscapaciteit
van het op deze dienst gebruikte vliegtuig en vermenigvuldigd met de frequentie waarmede
zodanige vliegtuigen gedurende een bepaalde periode en op een bepaalde route of gedeelte
van een route vliegen.
Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-04-2007]
Met inachtneming van de bepalingen van deze overeenkomst verleent elk der Overeenkomstsluitende
Partijen aan de luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen aangewezen door
de andere Overeenkomstsluitende Partij, het recht om tijdens de exploitatie van de
overeengekomen diensten hun vliegtuigen te doen vliegen over zijn grondgebied, alsook
het recht om binnen dat grondgebied op punten, opgesomd in de aangehechte Tabel, te
landen anders dan voor verkeersdoeleinden, alsmede tot het opnemen en afzetten van
internationaal verkeer, bestaande uit passagiers, vracht en post.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-04-2007]
-
a) Elke Overeenkomstsluitende Partij zal met het oog op de exploitatie krachtens deze
overeenkomst van diensten op de routes, opgesomd in de bijgevoegde Tabel, de andere
Overeenkomstsluitende Partij schriftelijk een of meer van zijn luchtvaartmaatschappijen
aanwijzen. Na ontvangst van de aanwijzing zal de andere Overeenkomstsluitende Partij,
behoudens de bepalingen van artikel 3 van deze overeenkomst, onverwijld aan de aangewezen
luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen de passende exploitatievergunning
verlenen, met dien verstande dat zij, wanneer zulks verlangd wordt, ten genoegen van
de bevoegde luchtvaartautoriteiten van de Partij, welke de rechten verleent, aantonen
in staat te zijn de bepalingen na te komen, welke worden gesteld op grond van de wetten
en voorschriften van dat, land voor de exploitatie van zijn commerciële luchtvaartmaatschappijen.
Op ieder willekeurig tijdstip daarvan kan een luchtvaartmaatschappij, die op zodanige
wijze is aangewezen en waaraan op zodanige wijze vergunning is verleend, de exploitatie
van de overeengekomen diensten beginnen.
-
b) Voorts wordt bepaald, dat in gebieden waar vijandelijkheden plaats hebben of die militair
bezet zijn, of in gebieden die daarbij betrokken zijn, de exploitatie van zodanige
diensten onderworpen zal zijn aan de goedkeuring van de bevoegde militaire autoriteiten.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-04-2007]
-
a) Elke Overeenkomstsluitende Partij zal het recht hebben het verlenen van de rechten,
opgesomd in artikel 1 van deze overeenkomst, aan een luchtvaartmaatschappij of aan
luchtvaartmaatschappijen te weigeren of de verleende rechten te onthouden of in te
trekken dan wel zodanige voorwaarden ten aanzien van de uitoefening van die rechten
door een luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen op te leggen, als hij
noodzakelijk acht, in elk geval dat niet te zijner genoegen is gebleken, dat het overwegende
eigendomsrecht en de daadwerkelijke leiding van die luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen
berusten bij de Overeenkomstsluitende Partij, welke de luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen
aanwijst, dan wel bij diens onderdanen.
-
b) Elke Overeenkomstsluitende Partij zal tevens het recht hebben de uitoefening door
een aangewezen luchtvaartmaatschappij of door aangewezen luchtvaartmaatschappijen
van de rechten, verleend bij artikel 1 van deze overeenkomst, te schorsen dan wel
ten aanzien van de uitoefening door een luchtvaartmaatschappij of door luchtvaartmaatschappijen
van die rechten zodanige voorwaarden te stellen als hij noodzakelijk acht in elk geval
dat bedoelde luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen in gebreke blijft
of blijven de bepalingen van de artikelen 11 en 13 van het verdrag in hun huidige
vorm, of de voorwaarden, gesteld in deze overeenkomst, na te komen. Zulk een eenzijdige
actie zal echter niet plaats hebben voordat van het voornemen daartoe aan de andere
Overeenkomstsluitende Partij mededeling is gedaan en overleg tussen de luchtvaartautoriteiten
van beide Overeenkomstsluitende Partijen binnen een termijn van 28 dagen van de datum
van ontvangst van bedoelde mededeling door de andere Overeenkomstsluitende Partij
af niet tot wederzijdse overeenstemming heeft geleid.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-04-2007]
Niets in de bepalingen van deze overeenkomst zal worden uitgelegd of beschouwd enige
en uitsluitende rechten te verlenen aan de andere Overeenkomstsluitende Partij of
aan zijn luchtvaartmaatschappijen, dan wel als de luchtvaartmaatschappijen van enig
ander land uit te sluiten of ongunstiger te behandelen.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-04-2007]
Niets in de bepalingen van deze overeenkomst zal worden uitgelegd of beschouwd aan
de luchtvaartmaatschappij, aangewezen door een van de Overeenkomstsluitende Partijen,
het recht te verlenen binnen het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij
passagiers, vracht of post, welke worden vervoerd tegen een vergoeding of betaling
en bestemd zijn voor een ander punt binnen hetzelfde grondgebied, op te nemen.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-04-2007]
Aan de aangewezen luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen van elk der Overeenkomstsluitende
Partijen zal een eerlijke en gelijke gelegenheid worden gegeven om op de opgesomde
routes tussen en via hun onderscheidenlijke grondgebieden de overeengekomen diensten
te onderhouden. Bij de exploitatie van de overeengekomen diensten moeten de aangewezen
luchtvaartmaatschappijen van elk der Overeenkomstsluitende Partijen de belangen van
de luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen van de andere Overeenkomstsluitende
Partij in acht nemen, opdat de diensten, welke laatstbedoelde partij op het geheel
of een gedeelte van dezelfde route verschaft, niet onredelijk worden getroffen.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-04-2007]
-
a) De overeenkomstig de artikelen 1 en 2 vastgestelde diensten hebben als eerste doel
voldoende vervoerscapaciteit te verschaffen tegen een redelijke beladingsgraad die alleszins
voldoet aan de geldende en redelijkerwijze te verwachten vraag naar vervoer van passagiers,
vracht en post tussen de grondgebieden van de Overeenkomstsluitende Partijen die de
luchtvaartmaatschappijen aanwijzen.
-
b) De commerciële aspecten van de overeengekomen diensten zullen het onderwerp vormen
van een afzonderlijke overeenkomst tussen de aangewezen luchtvaartmaatschappijen van
de twee Overeenkomstsluitende Partijen; deze overeenkomst zal ter goedkeuring worden
voorgelegd aan de luchtvaartautoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen.
Een zodanige commerciële overeenkomst zal betrekking hebben op de aangelegenheden
genoemd in lid a) hierboven, alsmede op aangelegenheden verband houdende met commerciële
samenwerking, waaronder vervoer naar en van derde landen.
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-04-2007]
De tarieven welke zullen worden geheven op elk van de overeengekomen diensten zullen
worden vastgesteld op een redelijk peil, waarbij behoorlijk rekening zal worden gehouden
met alle terzake dienende factoren, daarbij inbegrepen de kosten van economische exploitatie,
redelijke winst, verschillen in hoedanigheid van diensten en de tarieven geheven door
andere luchtvaartmaatschappijen op enig deel van de route. De tarieven ten aanzien
van elke route zullen zo mogelijk worden overeengekomen door de aangewezen luchtvaartmaatschappijen
in overleg met andere luchtvaartmaatschappijen, welke op dezelfde route of op enig
gedeelte daarvan vliegen. Een zodanige afspraak zal waar mogelijk worden bereikt door
de tarievenstellende organisatie van de Internationale Luchtvervoerders Vereniging.
Aldus vastgestelde tarieven zullen ter goedkeuring aan de luchtvaartautoriteiten van
de twee Overeenkomstsluitende Partijen worden voorgelegd, en zij zullen van kracht
worden dertig dagen na hun ontvangst door de luchtvaartautoriteiten tenzij een der
autoriteiten medegedeeld heeft deze af te keuren.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-04-2007]
De artikelen 15, 24, 31, 32, 33 en 35 van het Verdrag zullen in hun huidige vorm bindend
zijn voor beide Overeenkomstsluitende Partijen onderling gedurende dé periode dat
deze overeenkomst van kracht is, alsof zij een integrerend deel van de overeenkomst
zelve uitmaken tenzij beide Overeenkomstsluitende Partijen, partij zijnde van het
verdrag, enige wijziging ten opzichte van deze artikelen zullen bekrachtigen welke
in overeenstemming met artikel 94 van het verdrag in werking zullen zijn getreden,
in welk geval de aldus gewijzigde artikelen op gelijke wijze bindend zullen zijn voor
de Overeenkomstsluitende Partijen van deze overeenkomst.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-04-2007]
De luchtvaartautoriteiten van een Overeenkomstsluitende Partij zullen de luchtvaartautoriteiten
van de andere Overeenkomstsluitende Partij op hun verzoek zodanige gegevens en statistieken
verschaffen, als redelijk mag worden geëist met betrekking tot de frequentie en de
vervoerscapaciteit van de overeengekomen luchtdiensten en met betrekking tot het verkeer
dat bewerkstelligd wordt door de door haar aangewezen luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen
naar, uit of via het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij, met inbegrip
van gegevens betreffende het uitgangspunt en de bestemming van zodanig verkeer. Zodanige
gegevens en statistieken zullen de bestaande vereisten van de Raad van de Internationale
Burgerluchtvaart Organisatie niet te boven gaan.
Artikel 11
[Regeling vervallen per 01-04-2007]
-
a) Indien een der Overeenkomstsluitende Partijen het wenselijk acht om de bepalingen
van deze overeenkomst te wijzigen, kan zij verzoeken dat overleg gepleegd wordt tussen
de bevoegde luchtvaartautoriteiten van de twee Overeenkomstsluitende Partijen; dit
overleg moet beginnen binnen een termijn van zestig dagen na dagtekening van het verzoek.
Wanneer de voornoemde autoriteiten wederkerig tot overeenstemming komen inzake de
wijziging van deze overeenkomst, zal de genoemde wijziging van kracht worden nadat
zij door een uitwisseling van nota's langs diplomatieke weg is bevestigd en zij zal
zonder verwijl aan de Raad van de Internationale Burgerluchtvaart Organisatie worden
medegedeeld.
Artikel 12
[Regeling vervallen per 01-04-2007]
Voor het geval dat tussen de twee Overeenkomstsluitende Partijen een geschil ontstaat
over de uitleg of de toepassing van deze overeenkomst, zullen de Overeenkomstsluitende
Partijen in de eerste plaats trachten dit op te lossen door gemeenschappelijk onderhandelen.
Indien deze onderhandeling geen resultaat oplevert, kunnen zij overeenkomen het geschil
ter beslissing aan een scheidsgerecht, in onderlinge overeenstemming aangewezen, voor
te leggen of aan een ander persoon of lichaam. Indien zij niet tot overeenstemming
kunnen komen, of indien zij overeengekomen zijn het geschil naar een scheidsgerecht
te verwijzen en het niet eens kunnen worden over zijn samenstelling, kan elke Overeenkomstsluitende
Partij het geschil aan ieder scheidsgerecht dat bevoegd is hierover te beslissen en
dat later binnen het raam van de Internationale Burgerluchtvaart Organisatie zal worden
opgericht, ter beslissing voorleggen. Indien een zodanig scheidsgerecht niet beslist,
dan zal het geschil aan de Raad van de Organisatie worden voorgelegd of, als die er
niet is, aan het Internationale Gerechtshof. De Overeenkomstsluitende Partijen verbinden
zich zich te houden aan iedere beslissing die volgens de bepalingen van dit artikel
gegeven is. Indien en zolang als een Overeenkomstsluitende Partij of de aangewezen
luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen in gebreke blijft of blijven zich
te houden aan de beslissing in overeenstemming met dit artikel gegeven, mag de andere
Overeenkomstsluitende Partij elk recht dat zij krachtens deze overeenkomst gegeven
heeft aan de Overeenkomstsluitende Partij, welke in gebreke is gebleven, of aan de
luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen, welke in gebreke is of zijn gebleven,
beperken, onthouden of intrekken.
Artikel 13
[Regeling vervallen per 01-04-2007]
Indien een algemeen multilateraal luchtvaartverdrag of overeenkomst over verkeersrechten
van geregelde internationale nachtdiensten van kracht wordt ten aanzien van beide
Overeenkomstsluitende Partijen, zal deze overeenkomst met de bepalingen van dat verdrag
of die overeenkomst in overeenstemming worden gebracht.
Artikel 14
[Regeling vervallen per 01-04-2007]
Deze overeenkomst zal worden beëindigd een jaar na de dag, waarop een Overeenkomstsluitende
Partij van de andere Overeenkomstsluitende Partij een kennisgeving van opzegging heeft
ontvangen, tenzij de kennisgeving vóór de afloop van de voormelde termijn in onderling
overleg wordt ingetrokken. Deze kennisgeving zal tegelijkertijd worden verzonden aan
de Raad van de Internationale Burgerluchtvaart Organisatie. De Overeenkomstsluitende
Partij, die de kennisgeving van de opzegging van de overeenkomst ontvangt, is gehouden
de ontvangst van deze kennisgeving te bevestigen. Bij gebreke van zodanige ontvangst-bevestiging
wordt de kennisgeving geacht te zijn ontvangen veertien dagen na ontvangst van de
kennisgeving door de Raad van de Internationale Burgerluchtvaart Organisatie.
Artikel 15
[Regeling vervallen per 01-04-2007]
Deze overeenkomst en alle verbintenissen welke hiermede verband houden, zullen worden
geregistreerd bij de Internationale Burgerluchtvaart Organisatie.
Artikel 16
[Regeling vervallen per 01-04-2007]
Deze overeenkomst zal van kracht worden op de datum van een uitwisseling tussen de
twee Overeenkomstsluitende Partijen van nota's, welke vermelden dat deze overeenkomst
door het Iraanse Parlement bekrachtigd is geworden.