Aanvullende Overeenkomst op het Nederlands-Tsjechoslowaakse Handelsverdrag van 20 januari 1923, 's-Gravenhage, 24-06-1948

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 28-02-1951 t/m heden

Aanvullende Overeenkomst op het Nederlands-Tsjechoslowaakse Handelsverdrag van 20 januari 1923

Authentiek : FR

AVENANT A LA CONVENTION COMMERCIALE ENTRE LES PAYS-BAS ET LA TCHÉCOSLOVAQUIE DU 20 JANVIER 1923

Le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas et le Gouvernement de la République Tchécoslovaque ayant signé le Protocol portant application provisoire de l'Accord général sur les tarifs douaniers et le commerce, dont l'authenticité a été établie par l'Acte Final adopté à la fin de la deuxième Session de la Commission préparatoire de la Conférence des Nations Unies sur le Commerce et l'Emploi et signé le 30 octobre 1947 à Genève, sont convenus des dispositions suivantes:

Article I

A partir du jour de la mise en vigueur (même provisoire) de l'Accord général sur les tarifs douaniers et le commerce par les deux parties contractantes, les droits conventionnels stipulés à l'Avenant du 9 avril 1934, à la Convention commercial entre le Royaume des Pays-Bas et la République Tchécoslovaque, signé à la Haye le 20 janvier 1923, ne seront plus appliqués.

Les deux Gouvernements sont d'accord que le droit d'entrée sur le fromage d'Edam et de Gouda d'origine néerlandaise, stipulé à l'Arrangement additionnel du 1er décembre 1931, sera fixé par rapport à la révalorisation générale du tarif tchécoslovaque, au taux de 500 Kcs les 100 kgs.

Article II

Dans le cas où l'une des deux parties cesserait d'appliquer l'Accord général sur les tarifs douaniers et le commerce, les deux Gouvernements entreraient en négociations dans un délai de six mois. Les concessions tarifaires prévues par l'Accord Général et négociées à Genève entre la Tchécoslovaquie et les pays dits „Benelux” (Union Economique belgo-luxembourgeoise et Pays-Bas) resteraient applicables entre les deux parties jusqu' à l'entrée en vigueur du nouvel Accord qu'elles viendraient à conclure en s'inspirant des concessions directes et indirectes dont elles bénéficient en vertu de l'Accord Général. Toutefois, les concessions prévues par l'Accord Général et négociées à Genève entre la Tchécoslovaquie et les pays dits „Benelux” pourraient être retirées si dans un délai de deux mois à compter du commencement des négociations celles-ci n'aboutissaient pas à la conclusion d'un nouvel accord.

Article III

En vue du fait qu'à partir du 1er janvier 1948 un tarif douanier commun a été adopté par le Royaume des Pays-Bas, le Royaume de Belgique et le Grand-Duché de Luxembourg, il est entendu que les Gouvernements belge et luxembourgeois participeront aux négociations prévues à l'article II.

Article IV

Le présent Avenant sera ratifié et l'échange des instruments de ratification aura lieu à Prague dans le plus bref délai possible.

Il aura la même durée que la Convention Commerciale du 20 janvier 1923.

Il sera mis en vigueur quinze jours après l'échange des instruments de ratification.

Il entrera toutefois en vigueur à titre provisoire retroactivement le 20 avril 1948.

En foi de quoi, les Plénipotentiaires respectifs, dûment autorisés à cet effect, ont signé le présent Avenant.

Fait à la Haye, en double exemplaire, le 24 juin 1948.

Pour le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas:

W. VAN BOETZELAER

Pour le Gouvernement de la République Tchécoslovaque:

P. WELLNER

Vertaling : NL

AANVULLENDE OVEREENKOMST OP HET NEDERLANDS-TSJECHOSLOWAAKSE HANDELSVERDRAG VAN 20 JANUARI 1923

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Tsjechoslowakije zijn, na ondertekening van het Protocol, houdende voorlopige toepassing der Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel, waarvan de authenticiteit werd vastgesteld door de Slotakte, goedgekeurd aan het einde van de tweede zitting der Voorbereidende Commissie van de Conferentie der Verenigde Naties over Handel en Werkgelegenheid en getekend te Genève op 30 October 1947, het volgende overeengekomen:

Artikel I

Van de dag af der (zelfs voorlopige) inwerkingstelling door beide partijen der Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel zullen de verdragsrechten, vastgesteld bij de Aanvullende Overeenkomst van 9 April 1934 op het Handelsverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Tsjechoslowakije, getekend te Den Haag, op 20 Januari 1923, niet langer worden toegepast.

Beide Regeringen komen overeen, dat het invoerrecht voor Edammer en Goudse kaas van Nederlandse oorsprong, vastgesteld in de Aanvullende Schikking van 1 December 1931, in verband met de algemene herwaardering van het Tsjechoslowaakse tarief, vastgesteld zal worden op 500 Kcs. per 100 kg.

Artikel II

In geval één der beide partijen de toepassing van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel zou staken, zullen beide Regeringen binnen zes maanden in onderhandeling treden. De in de Algemene Overeenkomst genoemde tariefsconcessies, welke te Genève tussen Tsjechoslowakije en de z.g. „Benelux”-landen (de Belgisch Luxemburgse Economische Unie en Nederland) zijn overeengekomen, zullen tussen beide partijen van kracht blijven tot de inwerkingtreding van de nieuwe overeenkomst, die zij zullen sluiten, uitgaande van de directe en indirecte concessies, die zij genieten krachtens de Algemene Overeenkomst. Niettemin kunnen de in de Algemene Overeenkomst genoemde concessies, welke te Genève tussen Tsjechoslowakije en de z.g. „Benelux”-landen zijn overeengekomen, worden ingetrokken, indien 2 maanden na het begin van de onderhandelingen deze niet tot het sluiten van een nieuwe overeenkomst hebben geleid.

Artikel III

Gezien het feit, dat van 1 Januari 1948 af een gemeenschappelijk douanetarief is ingevoerd door het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, staat het voor partijen vast, dat de Belgische en de Luxemburgse Regeringen aan de in Artikel II genoemde onderhandelingen zullen deelnemen.

Artikel IV

De onderhavige Aanvullende Overeenkomst zal zo spoedig mogelijk worden bekrachtigd en de uitwisseling van de bekrachtigingsoorkonden zal te Praag geschieden.

Zij zal dezelfde duur hebben als het Handelsverdrag van 20 Januari 1923.

Zij zal 14 dagen na de uitwisseling der bekrachtigingsoorkonden in werking treden.

Zij zal niettemin voorlopig in werking treden met terugwerkende kracht op 20 April 1948.

Ten blijke waarvan de onderscheiden Gevolmachtigden, behoorlijk daartoe gemachtigd, de onderhavige Aanvullende Overeenkomst hebben ondertekend.

Gedaan te 's-Gravenhage, in tweevoud, op 24 Juni 1948.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden:

W. VAN BOETZELAER

Voor de Regering van de Republiek Tsjechoslowakije:

P. WELLNER

Naar boven