Protocol bij het Financieel Nederlands-Belgische memorandum van 12 oktober 1946, 's-Gravenhage, 03-07-1956

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 19-06-1958 t/m heden

Protocol bij het Financieel Nederlands-Belgische memorandum van 12 oktober 1946

Authentiek : NL

Protocol

De Nederlandse en de Belgische Regering,

Van oordeel dat de handhaving van het bepaalde onder letter G van het Memorandum van 12 oktober 1946 betreffende de deblokkering en aanwending van activa, welke toebehoren aan ingezetenen van het ene land en uitstaan, c.q. berusten, in het andere land, onder de tegenwoordige omstandigheden niet meer gerechtvaardigd is,

Zijn overeengekomen als volgt:

  • 1. [Red: Wijzigt het Financieel Nederlands-Belgische memorandum betreffende a) de toepassing van de Nederlands-Belgische Financiële Overeenkomst van 24 mei 1946 b) verschillende kwesties nopens de financiële verhouding tussen de beide landen c) de deblokkering en het gebruik van Belgische activa in Nederland en van Nederlandse activa in België; 's-Gravenhage, 12 oktober 1946.]

  • 2. De in België uitstaande tegoeden in rekening en daar te lande berustende effecten van ingezetenen van Nederland worden ambtshalve en zonder formaliteiten gedeblokkeerd.

    Die tegoeden en effecten blijven onderworpen aan de bepalingen van de Besluitwet van 17 januari 1945 betreffende het sequester der goederen van de personen aan wie misdaden en wanbedrijven tegen de uitwendige veiligheid van de Staat worden ten laste gelegd en der goederen van de verdachten (Belgisch Staatsblad dd. 19 januari 1945, gewijzigd door de Besluitwet dd. 10 januari 1946), aan de in België geldende bepalingen ingevolge de Besluitwet van 6 oktober 1944 betreffende de wisselcontrole (Belgisch Staatsblad dd. 4 oktober 1944), aan de Belgische fiscale wetgeving, aan de voorschriften van de Besluitwet van 6 oktober 1944 betreffende de biljetten van de Nationale Bank van België en gelddeposito's in nationale munt (Belgisch Staatsblad dd. 7 oktober 1944), aan de bepalingen van de Besluitwet van 6 oktober 1944 betreffende de telling van de Belgische en vreemde effecten (Belgisch Staatsblad dd. 7 oktober 1944), alsmede aan de nadien verschenen wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende deze wetten en besluiten.

  • 3. De in Nederland uitstaande tegoeden en daar te lande berustende effecten van ingezetenen van België worden ambtshalve en zonder formaliteiten gedeblokkeerd.

    Die tegoeden en effecten blijven onderworpen aan de in Nederland geldende bepalingen op het gebied van de geldzuivering en de belastingen, aan het Besluit herstel rechtsverkeer (Stbl. E 100), het Besluit vijandelijk vermogen (Stbl. E 133), het Deviezenbesluit 1945 (Stbl. F 222), de Wet herstel vermogensovergang Rijksmarkengebied (Stbl. H 251), alsmede aan de bepalingen en maatregelen tot wijziging en uitvoering van deze wet en besluiten.

  • 4. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt dit Protocol slechts voor Nederland.

  • 5. De bepalingen van dit Protocol zullen in werking treden op de dag van ontvangst van een nota, waarin vanwege de Nederlandse Regering aan de Belgische Regering wordt medegedeeld, dat de in Nederland grondwettelijk vereiste goedkeuring is verkregen, met dien verstande, dat dit Protocol voorlopig wordt toegepast met ingang van de datum van ondertekening.

Ten blijke waarvan de ondergetekenden, hiertoe behoorlijk gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.

Gedaan te 's-Gravenhage op 3 juli 1956, in tweevoud, in de Nederlandse en in de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor de Nederlandse Regering:

(w.g.) J. W. BEYEN

Voor de Belgische Regering:

(w.g.) v. d. STRATEN

Naar boven