DEEL I. Duitse herstelbetalingen
Artikel 1. Aandelen in de herstelbetalingen
-
B Iedere ondertekenende Regering heeft recht op een percentage van de totale waarde
der goederen van categorie A, alsook op een percentage van de totale waarde der goederen
van categorie B, zoals voor ieder van deze categorieën is aangegeven in de corresponderende
kolommen van onderstaande tabel:
Landen
|
Categorie A
|
Categorie B
|
Albanië ......
|
0,05
|
0,35
|
Verenigde Staten van Amerika ......
|
28,00
|
11,80
|
Australië ......
|
0,70
|
0,95
|
België ......
|
2,70
|
4,50
|
Canada ......
|
3,50
|
1,50
|
Denemarken ......
|
0,25
|
0,35
|
Egypte ......
|
0,05
|
0,20
|
Frankrijk ......
|
16,00
|
22,80
|
Verenigd Koninkrijk ......
|
28,00
|
27,80
|
Griekenland ......
|
2,70
|
4,35
|
India ......
|
2,00
|
2,90
|
Luxemburg ......
|
0,15
|
0,40
|
Noorwegen ......
|
1,30
|
1,90
|
Nieuw-Zeeland ......
|
0,40
|
0,60
|
Nederland ......
|
3,90
|
5,60
|
Tsjecho-Slowakije ......
|
3,00
|
4,30
|
Zuid-Afrikaanse Unie1) ......
|
0,70
|
0,10
|
Joego-Slavië ......
|
6,60
|
9,60
|
Totaal
|
100,00
|
100,00
|
1) De Regering der Zuid-Afrikaanse Unie heeft zich verbonden af te zien van haar rechten,
voor zover nodig is om haar aandeel in categorie B op 0,1 % te brengen, maar deze
Regering zal het recht hebben, als zij zal beschikken over vijandelijk Duitse bezittingen,
welke zich bevinden op aan haar jurisdictie onderworpen grondgebied, het bedrag der
netto waarde van die bezittingen te verrekenen met haar aandeel in de categorie A
en met een aandeel van 1 % in categorie B.
-
C Onder voorbehoud van het bepaalde in paragraaf D, hieronder vermeld, heeft iedere
ondertekenende Regering het recht, van de koopvaardijschepen een deel, vastgesteld
overeenkomstig de bepalingen van artikel 5 van deel I van deze overeenkomst, te ontvangen,
op voorwaarde, dat de waarde van de koopvaardijschepen, die aan haar worden toegewezen,
niet de waarde overtreft van het aandeel, waarop zij recht heeft in het totaal der
goederen van categorie B.
Onder voorbehoud van het bepaalde in paragraaf D, hieronder vermeld, heeft iedere
ondertekenende Regering insgelijks het recht een met haar rechten op het totaal der
goederen van categorie A overeenkomend aandeel te ontvangen van de Duitse bezittingen,
welke zich bevinden in de landen die in de oorlog tegen Duitsland neutraal zijn gebleven.
De verdeling onder de ondertekenende Regeringen van de goederen die beschikbaar zijn
voor Duitse herstelbetalingen, andere dan koopvaardijschepen, binnenschepen en Duitse
bezittingen in de landen, die in de oorlog tegen Duitsland neutraal zijn gebleven,
zal geschieden overeenkomstig de beginselen, vermeld in artikel 4 van deel I van deze
overeenkomst.
-
D Indien een ondertekenende Regering van bepaalde soorten goederen, hetzij van categorie
A, hetzij van categorie B, meer ontvangt dan haar percentage, zullen haar rechten
op andere soorten goederen van dezelfde categorie zodanig worden verminderd, dat deze
Regering in totaal niet meer ontvangt dan haar aandeel in de betrokken categorie in
haar geheel.
-
E Geen ondertekenende Regering kan meer ontvangen dan haar percentage, hetzij van categorie
A, hetzij van categorie B in haar geheel, door afstand te doen van een gedeelte van
haar percentage van de andere categorie; evenwel, wat de vijandelijke Duitse bezittingen
betreft, die zijn onderworpen aan de jurisdictie van een ondertekenende Regering,
zal deze Regering het recht hebben, het meerdere van zodanige bezittingen boven haar
aandeel in het totaal der vijandelijke Duitse bezittingen, die onderworpen zijn aan
de jurisdictie der ondertekenende Regeringen, zoals dit is vastgesteld voor het totaal
der goederen van categorie A, te verrekenen, hetzij met de te ontvangen goederen van
categorie A, hetzij met de te ontvangen goederen van categorie B, hetzij gedeeltelijk
met de goederen der beide categorieën.
-
F De Intergeallieerde Organisatie voor Herstelbetalingen, die moet worden ingesteld
overeenkomstig deel II van deze overeenkomst, zal de rekening der herstelbetalingen
van elk der ondertekenende Regeringen debiteren voor de aan zijn jurisdictie onderworpen
Duitse bezittingen door deze debetbedragen over een periode van 5 jaar te verdelen.
De debetbedragen, in rekening gebracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst,
mogen niet lager zijn dan 20% van de netto-waarde van die bezittingen (bepaald bij
artikel 6 van deel I van deze overeenkomst) volgens de taxatie, die er op die datum
van zal zijn gedaan; aan het begin van het tweede jaar zullen ze niet lager zijn dan
25% van het saldo volgens de schatting op die datum; aan het begin van het derde jaar
zullen zij niet minder mogen zijn dan 33 1/3% van het saldo volgens de schatting op
die datum; aan het begin van het vierde jaar zullen ze niet lager mogen zijn dan 50%
van het saldo volgens de schatting op die datum; aan het begin van het vijfde jaar
zullen ze niet lager mogen zijn dan 90% van het saldo volgens schatting op die datum
en aan het einde van het vijfde jaar zullen ze gelijk zijn aan het saldo van het totale
bedrag, dat inderdaad is gerealiseerd.
-
G De volgende afwijkingen van de bepalingen van bovenstaande paragrafen D en E zijn
toepasselijk ten aanzien van een ondertekenende Regering, wier aandeel van categorie
B lager is, dan haar aandeel van categorie A.
-
I. De toewijzing van koopvaardijschepen aan een zodanige Regering zal haar rechten op
andere soorten goederen van categorie B niet verminderen, dan voor zover deze toewijzingen
te boven gaan de waarde die verkregen wordt wanneer het aan die Regering toegekende
percentage van categorie A wordt toegepast op de totale waarde van de koopvaardijschepen.
-
II. Indien de waarde der Duitse bezittingen, die onderworpen zijn aan de jurisdictie van
een zodanige Regering, haar aandeel in het totaal der Duitse bezittingen, die aan
de jurisdictie der ondertekenende Regeringen zijn onderworpen, overschrijdt, blijkens
het haar toegewezen percentage van categorie A, zal het verschil in de eerste plaats
ten laste worden gebracht van het aanvullende gedeelte van het percentage, waarop
deze Regering recht zou hebben in categorie B, indien men het percentage, waarop zij
recht heeft in categorie A zou toepassen op de vormen van herstelbetalingen van categorie
B.
-
H Indien een ondertekenende Regering geheel of gedeeltelijk afziet van haar aandeel
in de Duitse herstelbetalingen, zoals vermeld in bovenstaande „Tabel van Percentages”,
of zich uit de Intergeallieerde Organisatie voor Herstelbetalingen terugtrekt op een
tijdstip, waarop aan het geheel of een gedeelte van haar rechten op de Duitse herstelbetalingen
nog niet is voldaan, zal het aandeel of gedeeltelijk aandeel waarvan zij afziet, of
dat haar nog verschuldigd is op het ogenblik waarop zij zich terugtrekt, onder de
andere ondertekenende Regeringen worden verdeeld naar rato van derzelver percentages.
Artikel 2. Regeling der schuldvorderingen op Duitsland
-
A De ondertekenende Regeringen komen onderling overeen, dat haar onderscheidene aandelen
in de herstelbetalingen, zoals die door deze overeenkomst zijn vastgesteld, door ieder
van haar beschouwd moeten worden als dekkende alle vorderingen van publiek en privaat
karakter van haar en haar onderdanen op de Duitsche Regering en de Duitse Regeringsinstanties,
voortgesproten uit de oorlog, voor zover niet uitdrukkelijk anders geregeld, met inbegrip
van de kosten der Duitse bezetting, de tijdens de bezetting verkregen bedragen op
rekening van de clearing en de schuldvorderingen op de Reichskreditkassen.
-
D Niettegenstaande de bepalingen van paragraaf A van dit artikel, komen de ondertekenende
Regeringen overeen, voor zoveel haar aangaat, dat de Tsjecho-Slowaakse Regering bevoegd
zal zijn om te trekken op de Girorekening van de Nationale Bank van Tsjecho-Slowakije
bij de Reichsbank, voor het geval tot een zodanige maatregel zou worden besloten door
de Tsjecho-Slowaakse Regering en deze wordt goedgekeurd door de Bestuursraad in Duitsland
in verband met de wegvoering uit Tsjecho-Slowakije naar Duitsland van vroegere Tsjecho-Slowaakse
onderdanen.
Artikel 3. Afstand van vorderingen inzake goederen, toegewezen bij wijze van herstelbetaling
Ieder der ondertekenende Regeringen verbindt zich niet op te komen voor, noch voor
internationale rechtbanken te brengen, noch door diplomatieke actie te ondersteunen,
vorderingen, die in haar naam of uit naam van personen, die recht hebben op haar bescherming,
worden ingediend tegen enige andere ondertekenende Regering of tegen haar onderdanen,
met betrekking tot goederen door die Regering ontvangen als herstelbetaling, onder
goedkeuring van de Bestuursraad in Duitsland.
Artikel 4. Algemene beginselen voor de verdeling van industriële outillage en van
andere kapitaalgoederen
-
A Geen ondertekenende Regering mag toewijzing vragen, bij wijze van herstelbetaling,
van industriële outillage of andere kapitaalgoederen, die uit Duitsland zijn weggevoerd,
tenzij voor gebruik op eigen grondgebied of door eigen onderdanen buiten haar grondgebied.
-
B Bij het voorleggen van haar aanvragen aan de Intergeallieerde Organisatie voor Herstelbetalingen
zullen de ondertekenende Regeringen er naar streven verzamelopgaven in te dienen,
die samenhangende groepen van goederen omvatten, liever dan aanvragen te doen voor
afzonderlijke goederen of voor kleine groepen goederen. Erkend wordt, dat de werkzaamheid
van het secretariaat van de Organisatie doeltreffender zijn naarmate de door de bedoelde
Regeringen aangeboden aanvragen meer omvattend zijn.
-
C Voor toewijzing van voor herstelbetaling beschikbaar verklaarde goederen, andere dan
koopvaardijschepen, binnenschepen en Duitse bezittingen in landen die tijdens de oorlog
tegen Duitsland neutraal zijn gebleven, zal de Intergeallieerde Organisatie voor Herstelbetalingen
uitgaan van de volgende algemene beginselen:
-
I. Ieder goed of iedere groep van met elkaar verband staande goederen, waarin een vragend
land aanzienlijke financiële belangen heeft, daterend van vóór de oorlog, moet desverlangd
aan dat land worden toegewezen. Voor het geval twee of meer vragende landen aanzienlijke
belangen van dien aard hebben in een bepaald goed of een bepaalde groep van goederen,
zal bij de toewijzing rekening worden gehouden met de hieronder vermelde creteria;
-
II. Indien de toewijzing tussen mededingende aanvragers niet geregeld is door paragraaf
I, zal, behalve aan andere ter zake dienende factoren, aandacht moeten worden geschonken
aan de volgende overwegingen:
-
(a) De mate, waarin ieder vragend land behoefte heeft, om te beschikken over het goed
of over de goederen om zijn economie te herstellen, weder op te bouwen, of weer op
gang te brengen;
-
(b) De mate, waarin het goed of de goederen in de plaats zouden treden van goederen, welke
tijdens de oorlog zijn verwoest, beschadigd of geroofd, of van goederen, die moeten
worden vervangen ten gevolge van abnormale slijtage, veroorzaakt door de productie
tijdens de oorlog, en welke van belang zijn voor de economie van het vragende land;
-
(c) De functies van het betreffende goed of de betreffende goederen in het algemene kader
der voor-oorlogse economie van het vragende land en in de plannen, opgesteld met het
doel zijn naoorlogse economie aan te passen en te ontwikkelen;
-
(d) De aanvragen van landen, wier aandeel in de herstelbetalingen klein is, maar die behoefte
hebben aan zekere duidelijk omschreven goederen of groepen van goederen.
-
III. Bij de toewijzigingen zal een redelijk evenwicht moeten worden bewaard tussen de verschillende
rechthebbenden wat betreft het reeds voldane gedeelte van hun onderscheidene aandelen,
onder voorbehoud van die tijdelijke uitzonderingen, die kunnen worden gerechtvaardigd
door de overwegingen van bovenstaande paragraaf II (a).
Artikel 5. Algemene beginselen voor de toewijzing van koopvaardijschepen en binnenschepen
-
A
-
I. De Duitse koopvaardijschepen, die beschikbaar zijn voor verdeling bij wijze van herstelbetaling
onder de ondertekenende Regeringen, zullen tussen deze worden verdeeld in verhouding
tot de globale verliezen aan koopvaardijschepen, die de ondertekenende Regeringen
en haar onderdanen door oorlogshandelingen hebben geleden, berekend op basis van de
bruto tonnenmaat. Erkend wordt, dat de overdracht van koopvaardijschepen door de Regeringen
der Verenigde Staten van Amerika en van het Verenigd Koninkrijk aan andere Regeringen
plaats heeft, onder voorbehoud van een definitieve goedkeuring door de wetgevende
organen dezer beide landen, indien een zodanige goedkeuring vereist mocht zijn.
-
II. Een speciale commissie, samengesteld uit vertegenwoordigers van de ondertekenende
Regeringen, zal worden ingesteld door de Assemblée van de Intergeallieerde Organisatie
voor Herstelbetalingen teneinde aanbevelingen te doen inzake het bepalen van die verliezen
en de toewijzing der voor de verdeling beschikbare Duitse koopvaardijschepen.
-
III. De waarde der Duitse koopvaardijschepen, die op de rekeningen der herstelbetalingen
zal worden geboekt, zal worden vastgesteld door de uit drie leden bestaande Commissie
van de Handelsvloot, op basis der prijzen in Duitsland van 1938, verhoogd met 15 %
en met toepassing van een afschrijvingscoëfficiënt.
-
B Erkennende, dat sommige landen in het bijzonder behoefte hebben aan binnenschepen,
zal de verdeling van deze schepen worden toevertrouwd aan een speciale commissie,
ingesteld door de Assemblée van de Intergeallieerde Organisatie voor Herstelbetalingen,
voor het geval binnenschepen in de toekomst als herstelbetaling voor de ondertekenende
Regeringen beschikbaar mochten komen.
De binnenschepen zullen worden getaxeerd op de basis, aangenomen voor de koopvaardijvloot
of op een daarmee overeenkomende billijke basis.
Artikel 6. Buiten Duitsland gelegen Duitse bezittingen
-
A Iedere ondertekenende Regering zal, volgens zelf te bepalen methode, de vijandelijke
Duitse bezittingen, die zich op het onder haar jurisdictie staand grondgebied bevinden,
onder zich houden, of er over beschikken op een zodanige wijze, dat zij niet opnieuw
Duits eigendom kunnen worden of weer onder Duitse zeggenschap kunnen komen, en zal
deze bezittingen met haar aandeel in de herstelbetalingen verrekenen (na aftrek van
achterstallige belastingen, bevoorrechte schulden en kosten van beheer en vrij van
alle andere zakelijke lasten, die op bepaalde goederen drukken, en vrij van alle wettelijke
contractuele vorderingen op vroegere Duitse eigenaars dier bezittingen).
-
B De ondertekenende Regeringen zullen aan de Intergeallieerde Organisatie voor Herstelbetalingen
alle inlichtingen verschaffen, welke deze zal vragen omtrent de waarde van die bezittingen
en omtrent de opbrengsten, welke periodiek worden verkregen door de liquidatie van
deze bezittingen.
-
C De eigendom van of de zeggenschap over Duitse bezittingen, welke zich bevinden in
landen, die tijdens de oorlog tegen Duitsland neutraal zijn gebleven, zal aan Duitsland
worden ontnomen. Deze bezittingen zullen worden geliquideerd of er zal over worden
beschikt overeenkomstig de beschikkingen, die de Verenigde Staten van Amerika, Frankrijk
en het Verenigd Koninkrijk kunnen treffen, ter uitvoering van regelingen, waaromtrent
deze mogendheden zullen onderhandelen met de neutrale landen; de netto opbrengst,
voortvloeiende uit de liquidatie van of de beschikking over deze bezittingen, zal
ter beschikking worden gesteld van de Intergeallieerde Organisatie voor Herstelbetalingen,
om als herstelbetaling te worden verdeeld.
-
D Bij de toepassing van de bepalingen van bovenstaande paragraaf A zullen de bezittingen,
die het eigendom waren van een land, dat lid is der Verenigde Naties, of van een onderdaan
van dat land en niet van Duitsland, op het ogenblik der annexatie of der bezetting
van dat land door Duitsland of der deelname van dat land aan de oorlog, niet worden
verrekend met zijn rekening der herstelbetalingen, met dien verstande, dat deze bepaling
niet prejudiciëert ten aanzien van eventuele problemen met betrekking tot bezittingen,
die niet het eigendom waren van een onderdaan van het bedoelde land op het ogenblik
van de annexatie of bezetting van dat land door Duitsland of van zijn deelname aan
de oorlog.
-
E De vijandelijke Duitse bezittingen, die moeten worden verrekend met de aandelen in
de herstelbetalingen, zullen alle bezittingen moeten omvatten, die in wezen vijandelijke
Duitse bezittingen zijn, zelfs indien de schijnbare eigenaar van die goederen geen
vijandelijke Duitser is.
Elke ondertekenende Regering moet, indien zij daartoe niet reeds is overgegaan, alle
wettelijke en andere maatregelen nemen, welke nodig zijn om alle leveringen ongedaan
te maken, die plaats vonden na de bezetting van haar grondgebied of haar deelname
aan de oorlog, met de bedoeling om de vijandelijke Duitse belangen op bedriegelijke
wijze te camoufleren en deze te onttrekken aan de controlemaatregelen ten aanzien
van de vijandelijke Duitse belangen.
-
F De Assemblée van de Intergeallieerde Organisatie voor Herstelbetalingen zal een commissie
van deskundigen op het gebied van beheer van vijandelijk vermogen benoemen, teneinde
de practische moeilijkheden op te lossen, die zich kunnen voordoen met betrekking
tot het recht en de interpretatie daarvan. De commissie zal er met name op moeten
toezien, dat alles vermeden wordt wat tot resultaat kan hebben het voortduren van
fictieve of andere transacties, bestemd hetzij om vijandelijke belangen te bevoordelen,
hetzij om onrechtmatig de hoeveelheid der bezittingen te verkleinen, die onder de
herstelbetalingen zouden kunnen vallen.
Artikel 7. Buitgemaakte voorraden
De waarde der voorraden en ander voor civiel gebruik geschikte materialen, welke buiten
Duitsland op de Duitse Weermacht zijn buitgemaakt en ter beschikking zijn gesteld
van de ondertekenende Regeringen, zal worden verrekend met haar aandelen in de herstelbetalingen,
voor zover deze voorraden en materialen niet zijn of zullen worden hetzij betaald,
hetzij geleverd krachtens regelingen, welke enige verrekening uitsluiten.
Erkend wordt, dat terbeschikkingstelling van zodanige voorraden en materialen door
de Regeringen der Verenigde Staten van Amerika en van het Verenigd Koninkrijk aan
andere Regeringen onderworpen is aan de definitieve goedkeuring door de wetgevende
organen dier beide landen, als deze vereist is.
Artikel 8. Toekenning van een deel der herstelbetalingen aan slachtoffers der Duitse
actie, die niet naar hun vaderland kunnen terugkeren
Aangezien een groot aantal personen zwaar door de gedragingen van de Nazi's heeft
geleden, en thans dringend behoefte heeft aan hulp bij hun herstel en geen hulp kan
vragen aan enige Regering, die herstelbetalingen ontvangt van Duitsland, zullen de
Regeringen van de Verenigde Staten van Amerika, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk,
Tsjecho-Slowakije en Joego-Slavië, na raadpleging van de Intergouvernementale Vluchtelingen
Commissie, zo spoedig mogelijk in onderling overleg een plan opmaken op grond van
de volgende algemene beginselen:
-
A. Een deel der herstelbetalingen, bestaande uit al het door de geallieerde troepen in
Duitsland gevonden niet-monetaire goud en uit een aanvullend bedrag, dat 25 millioen
dollars niet zal te boven gaan, zal toegekend worden voor het herstel en de nieuwe
vestiging van de slachtoffers der Duitse actie, die niet naar hun vaderland kunnen
terugkeren.
-
B. Deze som van 25 millioen dollars zal worden verkregen uit een deel van de opbrengst
der liquidatie van de Duitse bezittingen in neutrale landen, welke beschikbaar is
voor herstelbetalingen.
-
C. Aan de Regeringen der neutrale landen zal worden verzocht voor dat doel (boven de
som van 25 millioen dollars) de zich in genoemde lande bevindene bezittingen beschikbaar
te stellen, welke toebehoren aan slachtoffers van de actie der Nazi's, die sindsdien
zijn gestorven zonder erfgenomen achter te laten.
-
D. Slechts de volgende categorieën van personen, die werkelijke slachtoffers zijn der
Nazi-vervolging, benevens hun naaste familie en personen te hunnen laste, komen in
aanmerking voor hulp ingevolge het onderhavige plan:
-
I. Vluchtelingen uit Nazi Duitsland of Oostenrijk, die hulp behoeven en die ten gevolge
van de bestaande omstandigheden niet binnen een redelijke tijd naar hun land kunnen
worden teruggezonden.
-
II. Duitse en Oostenrijkse onderdanen, die thans in Duitsland of Oostenrijk wonen, in
de uitzonderlijke gevallen, dat het uit humanitaire overwegingen redelijk is hen te
helpen emigreren, mits zij binnen een redelijke termijn daadwerkelijk emigreren.
-
III. Onderdanen van voormalig door de Duitsers bezette landen, die niet gerepatrieerd kunnen
worden of voor wie zulks binnen redelijke tijd onmogelijk is. Ten einde alle hulp
te reserveren voor de meest behoeftige en verdienstelijke vluchtelingen en personen,
wier trouw aan de zaak der Verenigde Naties twijfelachtig is of was, uit te sluiten,
zal de hulp slechts worden verleend aan onderdanen of voormalige onderdanen van voorheen
bezette landen, die slachtoffers waren van Nazi-concentratiekampen of van concentratiekampen,
opgericht door een onder Nazi-invloed staand régime, hieronder niet begrepen de personen,
die uitsluitend in krijgsgevangenenkampen zijn geïnterneerd geweest.
-
E. De middelen, beschikbaar gesteld overeenkomstig de bovenstaande paragrafen A en B,
zullen worden beheerd door de Intergouvernementale Vluchtelingen Commissie of door
een organisatie van de Verenigde Naties, waaraan in de toekomst de functies, die de
Intergouvernementale Commissie op dat gebied uitoefent, mochten worden overgedragen.
De overeenkomstig de bepalingen van bovenstaande paragraaf C beschikbaar komende middelen
zullen worden beheerd voor de in dit artikel aangegeven algemene doeleinden, overeenkomstig
een plan van beheer, op te maken door de vijf bovengenoemde Regeringen.
-
F. Het in Duitsland gevonden niet-monetaire goud zal ter beschikking worden gesteld van
de Intergouvernementale Vluchtelingen Commissie, zodra het plan zal zijn uitgewerkt.
-
G. De Intergouvernementale Vluchtelingen Commissie zal de bevoegdheid hebben de verwezenlijking
der doeleinden, waarvoor het fonds is ingesteld, te verzekeren met behulp van deskundige
openbare of particuliere organisaties.
-
H. De middelen zullen worden gebruikt, niet om individuele slachtoffers schadeloos te
stellen, maar om het herstel en de nieuwe vestiging te bevorderen van personen, die
behoren tot de voor hulp in aanmerking komende categorieën.
-
I. Geen enkele bepaling van dit artikel zal geacht worden te prejudiciëren ten aanzien
van de vorderingen, welke de vluchtelingen individueel kunnen hebben op een toekomstige
Duitse Regering, behoudens voor de bedragen, welke deze vluchtelingen hebben ontvangen
uit de in bovenstaande paragrafen A en C vermelde bronnen.
DEEL II. Intergeallieerde Organisatie voor Herstelbetalingen
Artikel 1. Instelling van de Organisatie
De Regeringen, welke de onderhavige overeenkomst hebben getekend, stellen een Intergeallieerde
Organisatie voor Herstelbetalingen in (hierna genoemd „Organisatie”). Ieder van hen
benoemt een gedelegeerde bij de Organisatie, en kan insgelijks een plaatsvervangend
gedelegeerde benoemen, die, bij afwezigheid van de gedelegeerde, diens functies en
diens bevoegdheden uitoefent.
Artikel 2. Taak van de Organisatie
-
A De Organisatie verdeelt de Duitse herstelbetalingen onder de ondertekenende Regeringen,
volgens de bepalingen van deze overeenkomst en van alle andere overeenkomsten, die
van kracht zijn of zullen zijn tussen de ondertekenende Regeringen. Te dien einde
is de Organisatie het orgaan, door welks tussenkomst de ondertekenende Regeringen
inlichtingen ontvangen over de goederen, die voor herstelbetaling beschikbaar zijn
en hieromtrent hun wensen kenbaar maken.
-
B De Organisatie behandelt alle kwesties met betrekking tot de restitutie aan een ondertekenende
Regering van eigendommen, welke welke zich bevinden in een der Westelijke zones van
Duitsland, haar toegewezen door de Opperbevelhebber van die zône (handelend namens
zijn Regering), in overeenstemming met de vragende Regering(en), zonder evenwel te
prejudiciëren ten aanzien van de regering van zodanige kwesties tussen de betrokken
ondertekenende Regeringen, hetzij door overeenkomst, hetzij door arbitrage.
Artikel 3. Organen van de Organisatie
-
C Het Secretariaat staat onder leiding van een Secretaris-Generaal, bijgestaan door
twee Adjunct-Secretarissen-Generaal. De Secretaris-Generaal en de beide Adjunct-Secretarissen-Generaal
worden benoemd door de Regeringen van de Verenigde Staten van Amerika, van Frankrijk
en van het Verenigd Koninkrijk. Het Secretariaat heeft een internationaal karakter.
Het handelt namens de Organisatie en niet namens de afzonderlijke ondertekenende Regeringen.
Artikel 4. Taak van het Secretariaat.
Het Secretariaat beeft tot taak:
-
A. Het voorbereiden van plannen voor de verdeling der Duitse herstelbetalingen en het
voorleggen daarvan aan de Assemblée;
-
B. Het bijhouden van een gedetailleerde boekhouding van de goederen, welke als Duitse
herstelbetalingen beschikbaar zijn en van goederen, die uit dien hoofde zijn verdeeld;
-
C. Het voorbereiden van de begroting van de Organisatie en het voorleggen daarvan aan
de Assemblée;
-
D. Het vervullen van andere noodzakelijke administratieve werkzaamheden.
Artikel 5. Taak van de Assemblée
Onder voorbehoud der bepalingen van artikel 4 en 7 van Deel II van deze overeenkomst
wijst de Assemblée de Duitse herstelbetalingen aan de ondertekenende Regeringen toe,
overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en van alle andere overeenkomsten,
die tussen bedoelde ondertekenende Regeringen van kracht zijn of zullen zijn. Zij
keurt insgelijks de begroting van de Organisatie goed en vervult alle andere functies,
die verenigbaar zijn met de bepalingen van deze overeenkomst.
Artikel 6. Beroep tegen besluiten der Assemblée
Tenzij anders bepaald bij deze overeenkomst, beschikt iedere gedelegeerde over één
stem. De besluiten van de Assemblée worden genomen bij meerderheid der uitgebrachte
stemmen.
Artikel 7. Beroep tegen de besluiten der Assemblée
-
A Als de Assemblée niet voldaan heeft aan het verzoek van een gedelegeerde, om een goed
aan zijn Regering toe te wijzen, onderwerpt de Assemblée de kwestie aan arbitrage,
indien de gedelegeerde, binnen de door de Assemblée vastgestelde termijn, hierom verzoekt.
Hangende arbitrage wordt het betrokken besluit van de Assemblée geschorst.
-
B De gedelegeerden der Regeringen, die een goed vragen, waarvan de toewijzing krachtens
de bovengenoemde paragraaf A aan arbitrage is onderworpen, wijzen een scheidsman aan,
gekozen uit de andere gedelegeerden. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt
over de keuze van een scheidsman, neemt de gedelegeerde van de Verenigde Staten van
Amerika de functie van scheidsman waar, of benoemt hij een scheidsman uit de gedelegeerden,
wier Regeringen het bedoelde goed niet vragen. Indien de Regering der Verenigde Staten
van Amerika een der Regeringen is, die het bedoelde goed vragen, wijst de President
van de Organisatie als scheidsman een gedelegeerde aan, wiens Regering het goed niet
vraagt.
Artikel 8. Bevoegdheden van de scheidsman
Als de kwestie van de toewijzing van een goed arbitrage wordt onderworpen overeenkomstig
artikel 7 van Deel II van deze overeenkomst, heeft de scheidsman in laatste instantie
de bevoegdheid het bedoelde goed aan een der vragende Regeringen toe te wijzen. De
scheidsman kan, te zijner beslissing, de toewijzing van het bedoelde goed weer naar
het Secretariaat terugwijzen voor een aanvullend onderzoek. Hij kan ook, te zijner
beslissing, het Secretariaat verzoeken de toewijzing van het goed in kwestie opnieuw
aan de Assemblée voor te leggen.
-
B De gewone uitgaven van de Organisatie worden betaald uit de geldmiddelen van de Organisatie.
Deze geldmiddelen worden verschaft door iedere ondertekenende Regering, voor de eerste
twee jaren vanaf de instelling van de Assemblée, in verhouding tot haar aandeel in
categorie B en vervolgens in verhouding tot haar aandeel in categorie A.
-
C Iedere ondertekenende Regering betaalt haar aandeel in de begroting der Organisatie
voor iedere begrotingsperiode (zoals die door de Assemblée is vastgesteld) bij het
begin van deze periode, met dien verstande, dat bij het tekenen van deze overeenkomst
iedere Regering, op een totaal van 50 000 pond sterling, ten minste een bijdrage verleent
in verhouding tot haar aandeel in categorie B en dat zij binnen de drie volgende maanden
de rest van haar aandeel in de begroting der Organisatie betaalt voor de begrotingsperiode,
in de loop waarvan zij deze overeenkomst tekent.
-
D Alle bedragen, welke door de ondertekenende Regeringen zijn verschuldigd, worden betaald
in Belgische francs of in een of meerdere andere valuta's, welke de Organisatie mocht
bepalen.
Artikel 10. Stemming over de begroting
Bij het onderzoek van de begroting van de Organisatie voor iedere begrotingsperiode,
heeft iedere gedelegeerde in de Assemblée een aantal stemmen, dat evenredig is met
het aandeel, dat door zijn Regering is verschuldigd voor de betreffende begrotingsperiode.
Artikel 11. Officiële talen
De officiële talen van de Organisatie zijn Engels en Frans.
Artikel 12. Bureaux van de Organisatie
De zetel van de Organisatie is gevestigd te Brussel. De Organisatie zal bijkantoren
vestigen in iedere andere plaats, welke de Assemblée mocht aanwijzen, nadat de nodige
overeenstemming is verkregen.
Artikel 13. Terugtrekking
Iedere ondertekenende Regering, met uitzondering van de Regelingen, welke verantwoordelijk
zijn voor het bestuur over een gedeelte van het Duitse grondgebied, kan zich uit de
Organisatie terugtrekken na schriftelijke kennisgeving aan het Secretariaat.
Artikel 14. Wijzigingen en ontbinding
Deel II van deze overeenkomst kan worden gewijzigd, of de Organisatie worden ontbonden,
door een besluit van de Assemblée, genomen met meerderheid van de uitgebrachte stemmen,
mits de gedelegeerden, die deze meerderheid vormen, Regeringen vertegenwoordigen,
waarvan het gezamenlijke percentage in categorie A minstens 80 bedraagt.
Artikel 15. Juridische bevoegdheid. Onschendbaarheid en voorrechten
De Organisatie heeft op het grondgebied van iedere ondertekenende Regering de juridische
bevoegdheid, benevens de voorrechten, de onschendbaarheid en de faciliteiten, die
zij nodig heeft om haar taak uit te oefenen en haar doel te bereiken. De vertegenwoordigers
der ondertekenende Regeringen en de beambten van de Organisatie genieten insgelijks
de voorrechten en de onschendbaarheid, die zij nodig hebben om hun taak in verband
met de Organisatie in volle onafhankelijkheid te kunnen uitoefenen.
DEEL IV. lnwerkingtreding en ondertekening
Artikel 1. Inwerkingtreding
Deze overeenkomst zal kunnen worden getekend door iedere Regering, die vertegenwoordigd
was op de Conferentie voor Herstelbetalingen te Parijs.
Zodra zij zal zijn getekend door Regeringen die gezamenlijk recht hebben op ten minste
80 % van het totaal der aandelen in categorie A der Duitse herstelbetalingen, zal
zij tussen deze ondertekenende Regeringen in werking treden.
De overeenkomst zal vervolgens van kracht zijn tussen deze Regeringen en iedere Regering,
die haar later zal tekenen.
De ondertekening door iedere contracterende Regering zal geacht worden in te houden,
dat deze overeenkomst tevens verbindend is voor haar koloniën, haar overzese gebieden
en gebieden onder haar protectie of suzereiniteit staande of waarover zij thans een
mandaat uitoefent.