Verdrag tot unificatie van accijnzen en van het waarborgrecht tussen het Koninkrijk [...] het Koninkrijk België en het Groot-Hertogdom Luxemburg, 's-Gravenhage, 18-02-1950

[Regeling vervalt op nader te bepalen datum].
Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 1990. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-03-1998 t/m heden

Verdrag tot unificatie van accijnzen en van het waarborgrecht tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groot-Hertogdom Luxemburg

Authentiek : NL

Verdrag tot unificatie van accijnzen en van het waarborgrecht tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groot-Hertogdom Luxemburg

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden, enerzijds, en

Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins Regent, in naam van Zijne Majesteit de Koning der Belgen, en Hare Koninklijke Hoogheid de Groothertogin van Luxemburg, anderzijds,

Overtuigd, dat het wenselijk is, teneinde een economische unie te verwerkelijken tussen Nederland en de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie, bepaalde accijnzen af te schaffen en de bedragen en maatstaven van de andere accijnzen aan elkaar gelijk te maken alsmede een gelijke regeling te treffen met betrekking tot de waarborg van rijkswege van platina, gouden en zilveren werken,

Hebben besloten te dien einde een verdrag te sluiten en hebben tot Hunne Gevolmachtigden benoemd, te weten:

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:

Zijne Excellentie Mr. D. U. Stikker, Minister van Buitenlandse Zaken,

Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins Regent, in naam van Zijne Majesteit de Koning der Belgen:

Zijne Excellentie E. Graeffe, Buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur van het Koninkrijk België, en

Hare Koninklijke Hoogheid de Groothertogin van Luxemburg:

Zijne Excellentie Auguste Collart, buitengewoon Gezant en gevolmachtigd Minister van het Groot-Hertogdom Luxemburg,

Die, na elkaar hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten te hebben overgelegd, zijn overeengekomen als volgt:

HOOFDSTUK I. Afgeschafte accijnzen

Artikel 1

  • Par. 1 In de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie vervallen de accijnzen op koffie, op benzol, op azijn en azijnzuur, op margarine en andere bereide vetten, op lucifers en aansteektoestellen, op druiven- en moutsuiker.

  • Par. 2 In België vervalt de accijns op natuurlijk en kunstmatig mineraalwater, gashoudend en gesteriliseerd water en op gashoudende of schuimende limonade.

Artikel 2

In Nederland vervallen de accijnzen op het geslacht, op zout, op houtgeest en op sigarettenpapier.

HOOFDSTUK II. Gemeenschappelijke accijnzen

Alcohol

Artikel 3

  • Par. 1 In Nederland en in de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie wordt op de aldaar vervaardigde ethylalcohol en ethylalcoholhoudende producten een accijns geheven van f 11,93 of fr. 157,— per hectoliter, voor elke graad van de alcoholmeter van Gay-Lussac, bij een temperatuur van 15 graden Celsius.

  • Par. 2 Paragraaf 1 is niet van toepassing ten aanzien van:

    • a. bier;

    • b. wijn en andere gegiste vruchtendranken, al dan niet mousserend, bedoeld in de artikelen 9 en 10 van dit Verdrag;

    • c. andere ethylalcoholhoudende producten, vervaardigd met alcohol, welke reeds aan de accijns is onderworpen.

  • Par. 3 In België wordt de vermindering van accijns, welke ingevolge de bestaande wettelijke voorschriften aan landbouwstokers wordt verleend, gehandhaafd. Deze vermindering mag per hectoliter voor elke graad van de alcoholmeter van Gay-Lussac, bij een temperatuur van 15 graden Celsius, niet meer bedragen dan fr. 3,— of fr. 4,50, al naar gelang de totale productie van de fabriek in de loop van een kalenderjaar meer of niet meer bedraagt dan 10.000 liter van 100 graden, temperatuur 15°.

  • Par. 4 In het Groothertogdom Luxemburg, kunnen op basis van een forfaitair vastgestelde productie worden belast de stokerijen waarvan de jaarlijkse productie niet meer bedraagt dan 2000 liter alcohol van 100 graden van de alcoholmeter van Gay-Lussac, bij een temperatuur van 15 graden Celsius en welke uitsluitend verwerken:

    • a. granen of andere meelhoudende producten;

    • b. in het Groothertogdom Luxemburg geoogste vruchten, bessen, wijn, most, wijnmoer of wortels.

    In de forfaitaire stokerijen, welke granen of andere meelhoudende producten verwerken, mag de werkelijke productie de hoeveelheid alcohol, welke met accijns is belast, niet met meer dan 10 ten honderd overschrijden.

  • Par. 5 In het Groothertogdom Luxemburg wordt aan de niet-forfaitaire landbouwstokerijen, welke aldaar zijn gevestigd bij de in werking treding van het onderwerpelijke Verdrag en welke voldoen aan de voorwaarden, neergelegd in de Belgisch-Luxemburgse overeenkomst van 23 Mei 1935 betreffende de op alcohol geheven accijnzen, een vermindering van accijns verleend, welke per liter alcohol van 100 graden van de alcoholmeter van Gay-Lussac, bij een temperatuur van 15 graden Celsius, niet meer mag bedragen dan:

    • a. fr. 4,50 voor het gedeelte der productie van elke stokerij van die aard, dat jaarlijks 10.000 liter van 100°, temperatuur 15°, niet overschrijdt.

    • b. fr. 3,— voor het gedeelte der productie van elke stokerij van die aard, dat jaarlijks 10.000 liter van 100°, temperatuur 15°, overschrijdt.

  • Par. 6 De totale hoeveelheid alcohol, vervaardigd door de in het Groothertogdom Luxemburg gevestigde, al dan niet forfaitaire landbouwstokerijen, welke in de loop van een kalenderjaar in het gebied van Nederland en van België gezamenlijk kan worden ingevoerd, mag niet groter zijn dan 1.000.000 liter van 100 graden van de alcoholmeter van Gay-Lussac, bij een temperatuur van 15 graden Celsius.

    In dit totaal mogen de hoeveelheden alcohol, vervaardigd in stokerijen, welke in het Groothertogdom Luxemburg geoogste vruchten, bessen, wijn, most, wijnmoer of wortels verwerken, niet meer bedragen dan 300.000 liter.

Artikel 4

  • § 1 Bij invoer in Nederland en in de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie wordt op ethylalcohol en op ethylalcoholhoudende produkten, met uitsluiting van bier en andere gegiste dranken dan die bedoeld in § 2, no's 1 tot en met 3, een accijns geheven welke als volgt wordt vastgesteld:

    a. Ethylalcohol en gedistilleerde dranken:

    1. met een sterkte volgens de alcoholmeter van Gay-Lussac, bij een temperatuur van 15 graden Celsius, van niet meer dan 65 graden en ingevoerd in verpakkingen, inhoudende niet meer dan 2 liter... per hl

    f 775,20 of

    fr. 10.200,-;

    2. andere, voor elke graad van de alcoholmeter van Gay-Lussac, bij een temperatuur van 15 graden Celsius... per hl

    f 11,93 of

    fr. 157,-;

    b. Likeuren en andere gezoete alcoholische dranken, ook indien gearomatiseerd:

    1. met een sterkte volgens de alcoholmeter van Gay-Lussac, bij een temperatuur van 15 graden Celsius, van niet meer dan 15 graden... per hl

    f 178,95 of

    fr. 2.355,-;

    2. met een sterkte volgens de alcoholmeter van Gay-Lussac, bij een temperatuur van 15 graden Celsius, van meer dan 15 graden en niet meer dan 65 graden... per hl

    f 775,20 of

    fr. 10.200,-;

    3, andere, voor elke graad van de alcoholmeter van Gay-Lussac, bij een temperatuur van 15 graden Celsius... per hl

    f 11,93 of

    fr. 157 -;

    c. Alle andere ethylalcoholhoudende produkten, met een sterkte volgens de alcoholmeter van Gay-Lussac, bij een temperatuur van 15 graden Celsius, van:

     

    1. meer dan 5 graden en niet meer dan 10 graden... per hl

    f 119,30 of

    fr. 1.570,-;

    2. meer dan 10 graden en niet meer dan 20 graden... per hl

    f 238,60 of

    fr. 3.140,-;

    3. meer dan 20 graden en niet meer dan 35 graden... per hl

    f 417,55 of

    fr. 5.495,-;

    4. meer dan 35 graden en niet meer dan 50 graden... per hl

    f 596,50 of

    fr. 7.850,-;

    5. meer dan 50 graden en niet meer dan 75 graden...per hl

    f 894,75 of

    fr. 11.775,-;

    6. meer dan 75 graden ...per hl

    f 1.193,- of

    fr 15.700,-;

  • § 2 Bij invoer in Nederland en in de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie is de in § 1, letter b, bedoelde heffing mede van toepassing op:

    • 1. wijn van verse druiven, gedeeltelijk gegiste druivenmost en druivenmost waarvan de gisting door toevoegen van alcohol is gestuit (mistella daaronder begrepen), alsmede vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen, mits de hiervoor bedoelde dranken volgens de alcoholmeter van Gay-Lussac, bij een temperatuur van 15 graden Celsius, een sterkte hebben van meer dan 22 graden;

    • 2. wijn van verse druiven en druivenmost waarvan de gisting door toevoegen van alcohol is gestuit (mistella daaronder begrepen), ongeacht de sterkte, welke wegens kleurloosheid het uiterlijk aanzien hebben van overgehaalde alcohol;

    • 3. andere gegiste dranken dan bier en dan die, bedoeld onder 1, mits deze dranken volgens de alcoholmeter van Gay-Lussac, bij een temperatuur van 15. graden Celsius een sterkte hebben van meer dan 15 graden.

Artikel 5

De alcoholsterkte van de producten, welke zijn onderworpen aan de in de artikelen 3 en 4 bedoelde accijns, wordt uitgedrukt in graden en tienden van graden. De temperatuur wordt afgelezen in graden en halve graden.

Voor de berekening van de accijns worden gedeelten van een deciliter voor een gehele deciliter gerekend.

Artikel 6

In België en in het Groothertogdom Luxemburg vervalt de bijzondere verbruikstaxe, welke wordt geheven van alcohol, gedistilleerde dranken, likeuren en andere alcoholische vloeistoffen.

Bier

Artikel 7

  • Par. 1 In Nederland en in de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie wordt op het aldaar vervaardigde bier de volgende accijns geheven per hectolitergraad wort:

    a.

    voor de eerste 50.000 hectolitergraden ............

    fl. 1,88 of

    fr. 24,80;

    b.

    van 50.001 tot en met 1,250.000 hectolitergraden ...........

    fl. 2,26 of

    fr. 29,70;

    c.

    voor de hectolitergraden boven 1.250.000 ..........

    fl. 2,51 of

    fr. 33,—.

  • Par. 2 Het aantal hectolitergraden wordt uitgedrukt in gehele getallen. Het is het product van de hoeveelheid wort bij 17½° Celsius en het verschil tussen de dichtheid van het wort en de dichtheid van zuiver water, beide bij die temperatuur. De hoeveelheid wordt uitgedrukt in hectoliters, met verwaarlozing van onderdelen van hectoliters; het verschil in dichtheid wordt uitgedrukt in graden en tienden van graden, met verwaarlozing van onderdelen kleiner dan een tiende graad. Iedere graad vertegenwoordigt een honderste gedeelte van de dichtheid van zuiver water bij 17½° Celsius.

  • Par. 3 Voor de toepassing van het in de eerste paragraaf vermelde tarief wordt in aanmerking genomen het aantal hectolitergraden wort van de brouwsels, vervaardigd in dezelfde brouwerij, waarvoor de accijns in een kalenderjaar verschuldigd is geworden. Indien eenzelfde accijnsplichtige de brouwerij slechts gedurende een gedeelte van een kalenderjaar in werking heeft gehad, wordt het in de eerste paragraaf vermeld aantal hectolitergraden voor dat jaar naar evenredigheid verminderd.

Artikel 8

Bij invoer in Nederland en in de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie wordt op bier van alle soorten een accijns geheven van fl. 15,20 of fr. 200,— per hectoliter.

Suiker

Artikel 11

In Nederland en in de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie wordt op de aldaar uit beetwortels of uit suikerriet vervaardigde suiker een accijns geheven, welke als volgt wordt vastgesteld:

Per 100 kg netto-gewicht

a.

Ruwe suiker — met uitzondering van de zogenaamde wit-gedraaide ruwe suiker — en basterd .................

fl. 13,45 of fr. 177,—.

b.

Vloeibare suiker en invertsuiker ................

fl. 0,14 of fr. 1,84.

   

per gehalte percent aan suiker.

c.

Raffinagestroop .....................

fl. 3,50 of fr. 46,—.

d.

Andere .................

fl. 14,— of fr. 184,—.

e.

Melasse, ongeschikt voor menselijke consumptie ....................

Vrij.

Artikel 12

Bij invoer in Nederland en in de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie wordt op suiker en op producten waaraan suiker is toegevoegd een accijns geheven, welke als volgt wordt vastgesteld:

  • a. Beetwortelsuiker, rietsuiker en soortgelijke suiker: dezelfde accijns, als is vastgesteld bij artikel 11, letters a tot en met d.

  • b. Producten — met uitzondering van likeuren en andere alcoholische dranken — waaraan beetwortelsuiker, rietsuiker of soortgelijke suiker is toegevoegd in de verhouding van:

    Per 100 kg netto-gewicht

    1.

    10 tot en met 50 ten honderd

    fl. 75— of fr. 92,—;

    2.

    meer dan 50 ten honderd

    fl. 14,— of fr. 184,—.

  • c. Melasse en alle andere producten, ongeschikt voor menselijke consumptie: ............... Vrij.

Artikel 13

Voor de berekening van de accijns, bedoeld in de artikelen 11 en 12, worden gedeelten van een kilogram voor een geheel kilogram gerekend.

Artikel 14

  • Par. 1 Aan fabrikanten van invertsuiker, die op het tijdstip van in werking treding van dit verdrag in het gebied van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie zijn gevestigd, kan voor de suiker, welke zij in hun fabriek verwerken tot invertsuiker, een vermindering worden verleend van de accijns, bedoeld in artikel 11 en artikel 12 letter a.

  • Par. 2 Het bedrag van de in paragraaf 1 bedoelde vermindering en de voorwaarden, waaronder deze wordt verleend, worden op voorstel van de Administratieve Raad voor de Douaneregelingen vastgesteld door de Minister van Financiën van België.

Tabak

Artikel 15

In Nederland en in de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie wordt de accijns op aldaar vervaardigde en op ingevoerde tot verbruik bereide tabak geheven naar de volgende bedragen en maatstaven:

a.

Sigaren met dichtgewerkte kop, wegende per 1.000 stuks 3½ kg of meer: 27 %

}

Van de kleinhandelsprijs, volgens een schaal, welke, eventueel met een minimum prijs als grondslag, door de bevoegde Ministers wordt vastgesteld.

b.

Andere sigaren: 33 %

c.

Sigaretten: 62 %

d.

Rooktabak, snuif en droge pruimtabak: 40 %

e.

Natte pruimtabak: fl. 0,08 of fr. 1,— per kilogram.

   

Minerale oliën

Artikel 16

  • Par. 1 Lichte minerale oliën, verkregen door de verwerking van aardoliën, bruinkool, turf, olielei, enz., welke in Nederland of in de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie worden vervaardigd of ingevoerd, worden onderworpen aan een accijns van fl. 16,65 of fr. 219,— per hectoliter, bij een temperatuur van 15 graden Celsius.

  • Par. 2 In Nederland vervalt het bijzonder invoerrecht op benzine.

  • Par. 3 In de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie vervalt de accijns op minerale oliën, andere dan lichte oliën.

Artikel 17

Bij invoer in Nederland en in de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie van producten, welke lichte minerale oliën van de in artikel 16 bedoelde soorten bevatten, wordt een accijns geheven, welke als volgt wordt vastgesteld:

a.

Producten, welke voor meer dan 10 ten honderd en niet meer dan 50 ten honderd van hun volumen lichte minerale oliën bevatten .........

per hl

fl. 8,30 of fr. 109,—.

b.

Producten, welke voor meer dan 50 ten honderd van hun volumen lichte minerale oliën bevatten .........

per hl

fl. 16,65 of fr. 219,—.

HOOFDSTUK III. Algemene bepalingen inzake gemeenschappelijke accijnzen

Artikel 18

Op voorstel van de Administratieve Raad voor de Douaneregelingen, worden in Nederland en in de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie de maatregelen getroffen ter verzekering van gelijkheid in de wettelijke en uitvoerende bepalingen betreffende de heffing van accijnzen waarvoor bij deze of enige andere overeenkomst een gemeenschappelijke regeling is voorzien.

Artikel 19

  • Par. 1 De goederen waarvoor een gemeenschappelijke accijnsregeling is getroffen, kunnen van Nederland naar de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en omgekeerd verzonden worden zonder heffing, onderscheidenlijk terugbetaling of afschrijving van de accijns, ter zake van de invoer of van de uitvoer.

  • Par. 2 De accijns door een der Verdragsluitende Partijen geheven van goederen waarvoor een gemeenschappelijke accijnsregeling is getroffen en welke uit haar gebied naar dat van de andere Partij worden verzonden, wordt met deze laatste verrekend. De verrekening tussen de Partijen zal geschieden overeenkomstig de bepalingen, welke door de bevoegde Ministers, op voorstel van de Administratieve Raad voor de Douaneregelingen, zijn vastgesteld.

HOOFDSTUK IV. Waarborgrecht voor platina, gouden en zilveren werken

Artikel 20

  • Par. 1 In Nederland, in België en in Luxemburg worden terzake van de waarborg van rijkswege van platina, gouden en zilveren werken de navolgende bedragen geheven:

    a.

    voor platina werken:

    fl. 22,— of fr. 300,— per 100 gram;

    b.

    voor gouden werken:

    fl. 15,— of fr. 200,— per 100 gram;

    c.

    voor zilveren werken:

    fl. 0,70 of fr. 10,— per 100 gram.

  • Par. 2 Op voorstel van de Administratieve Raad voor de Douaneregelingen, kunnen de Regeringen de in paragraaf 1 vermelde bedragen wijzigen ten einde ze aan te passen aan de uitgaven, welke door de waarborg veroorzaakt zijn.

  • Par. 3 De gehalten der platina, gouden en zilveren werken, welke in Nederland, in België en in Luxemburg door rijkskeurmerken kunnen worden gewaarborgd, zijn:

    • voor platina, waarmede in platina alliages, iridium wordt gelijkgesteld: 950 duizendsten;

    • voor goud: 833, 750 en 585 duizendsten;

    • voor zilver: 925 en 835 duizendsten.

    In ieder land kan de bevoegde Minister voorwerpen aanwijzen, welke op een gehalte aan zilver van 800 duizendsten kunnen worden gewaarborgd.

  • Par. 4 Bij uitvoer van platina, gouden en zilveren werken uit Nederland, uit België of uit Luxemburg, wordt geen teruggaaf verleend van de ter zake van de waarborg geheven bedragen.

  • Par. 5 Platina, gouden en zilveren werken, welke in Nederland, in België of in Luxemburg van rijkswege zijn gewaarborgd, behoeven bij invoer in het gebied van een der andere Verdragsluitende Partijen niet te worden voorzien van keurmerken geldende in het land van invoer.

  • Par. 6 De Regeringen treffen in onderling overleg de nodige maatregelen ter uitvoering van de bepalingen van dit artikel.

HOOFDSTUK V. Slotbepalingen

Artikel 21

Door dit verdrag vervallen:

  • a. de artikelen 2 en 3 van het op 22 December 1947 te Brussel ondertekende protocol bij de Nederlands-Belgisch-Luxemburgse douaneovereenkomst van 5 September 1944;

  • b. het verdrag tot unificatie van accijnzen, gesloten te 's-Gravenhage op 16 December 1948 en het protocol van 19 Mei 1949 inzake genoemd verdrag.

Artikel 22

De in dit verdrag omschreven maatregelen zullen in werking worden gesteld op tijdstippen, welke in onderling overleg, zullen worden vastgesteld. Wat betreft de accijns op dranken verkregen door gisting van sap of most van vruchten en die op mousserende gegiste dranken, wordt nochtans het bepaalde in artikel 19 geacht met ingang van 1 Januari 1948 in werking te zijn getreden.

Artikel 24

Dit verdrag zal worden bekrachtigd en de akten van bekrachtiging zullen zo spoedig mogelijk te Brussel worden uitgewisseld.

Ter oorkonde waarvan de bovengenoemde Gevolmachtigden dit verdrag hebben ondertekend en van hun zegel hebben voorzien.

Gedaan te 's-Gravenhage, de 18 Februari 1950, in drievoud, in de Nederlandse taal en in de Franse taal, welke beide teksten gelijkelijk authentiek zijn.

(w.g.) STIKKER.

Protocol bij het Verdrag tot unificatie van accijnzen en van het waarborgrecht tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groot-Hertogdom Luxemburg

Op het ogenblik van ondertekening van het heden gesloten verdrag inzake de unificatie van accijnzen en van het waarborgrecht, zijn de ondertekenende Gevolmachtigden bovendien het navolgende overeengekomen, hetwelk een wezenlijk bestanddeel van het verdrag zelf uitmaakt.

Enig Artikel

In verband met de verlaging van de in artikel 10 van het bovengenoemde verdrag vermelde belasting, zullen de mousserende wijnen, bedoeld in post 154 van het Tarief van invoerrechten behorende bij de Nederlandsch-Belgisch-Luxemburgse douane-overeenkomst, bij de inwerkingstelling van het geunificeerde stelsel van de omzetbelasting (overdrachtstaxe en aanverwante belastingen), worden opgenomen in de lijst van goederen, welke bij verkoop door de fabrikant of bij invoer aan het hoogste tarief worden onderworpen.

Gedaan te 's-Gravenhage, de 18 Februari 1950, in drievoud, in de Nederlandse taal en in de Franse taal, welke beide teksten gelijkelijk authentiek zijn.

(w.g.) STIKKER.

Naar boven