Ambassade van België
Nr. 172/3073
's-Gravenhage, 22 Mei 1956.
Mijnheer de Minister,
Ik heb de eer Uwer Excellentie mede te delen, dat de bevoegde Belgische Ministers
kunnen instemmen - overeenkomstig artikel I van het Verdrag nopens de samenvoeging
van douanebehandeling aan de Belgisch-Nederlandse grens, ondertekend te 's-Gravenhage,
de 13e April 1948 - met de aanwijzing:
-
1.
-
a - als internationaal douanekantoor voor het wegverkeer: het grenskantoor Lommel op
Belgisch grondgebied, dat zal worden genoemd: Lommel-Bergeijk;
-
b - als internationale douaneweg: de weg van Eindhoven naar Hasselt over een lengte van
300 m op Belgisch grondgebied, gemeten vanaf het punt alwaar de gemeenschappelijke
grens de as van de weg snijdt;
-
2.
-
a - als internationaal douanekantoor voor het wegverkeer: het grenskantoor Molenbeersel,
op Belgisch grondgebied, dat zal worden genoemd: Molenbeersel-Stramproy;
-
b - als internationale douaneweg: de weg van Weert naar Maaseik over een lengte van 220
m, op Belgisch grondgebied, gemeten vanaf het punt alwaar de gemeenschappelijke grens
de as van de weg snijdt.
Deze regeling zou, van Belgische zijde, in werking kunnen treden op 23 Mei 1956 voor
Lommel-Bergeijk en op 1 Juni 1956 voor Molenbeersel-Stramproy.
Ik zou het op prijs stellen te mogen vernemen of de bevoegde Nederlandse Ministers
aan het bovenvermelde hun goedkeuring kunnen hechten.
Gelief, Mijnheer de Minister, de verzekering mijner bijzondere hoogachting wel te
willen aanvaarden.
De Ambassadeur van België,
(w.g.) v.d. STRATEN
Aan
Zijne Excellentie
Mr. J. M. A. H. Luns,
Minister zonder Portefeuille,
te 's-Gravenhage.