Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, [...] de uitwisseling van informatie betreffende belastingen, 's-Gravenhage, 14-11-2011

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-04-2013 t/m heden

Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en de Regering van de Franse Republiek inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen

Authentiek : NL

Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en de Regering van de Franse Republiek inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen

Overwegend dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en de Regering van de Franse Republiek („de verdragsluitende partijen”) de voorwaarden voor de uitwisseling van informatie betreffende belastingen wensen te verbeteren en te vergemakkelijken;

Zijn de verdragsluitende partijen thans overeengekomen het volgende verdrag te sluiten waarin uitsluitend de verplichtingen van de verdragsluitende partijen zijn vervat:

Artikel 1. Doelstelling en reikwijdte van het Verdrag

  • 1 De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen verlenen elkaar bijstand door middel van de uitwisseling van informatie die naar verwachting van belang zal zijn voor de toepassing en handhaving van de nationale wetten van de verdragsluitende partijen die betrekking hebben op de belastingen en belastingzaken waarop dit Verdrag van toepassing is. Deze informatie omvat informatie die naar verwachting van belang zal zijn voor de bepaling, vaststelling, verificatie en inning van deze belastingen, de invordering en tenuitvoerlegging van belastingvorderingen of het onderzoek naar of de vervolging van belastingzaken. Informatie wordt uitgewisseld in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag en wordt vertrouwelijk behandeld op de wijze voorzien in artikel 9.

  • 2 De uit hoofde van de wetgeving of de bestuursrechtelijke praktijk van de aangezochte partij aan personen toegekende rechten en waarborgen blijven van toepassing voor zover zij de doeltreffende uitwisseling van informatie niet onnodig verhinderen of vertragen.

  • 3 Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is dit Verdrag uitsluitend van toepassing op Aruba.

Artikel 2. Rechtsmacht

Teneinde de implementatie van de bepalingen van dit Verdrag mogelijk te maken wordt informatie in overeenstemming met dit Verdrag verschaft door de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij, ongeacht of de persoon op wie de informatie betrekking heeft en of de informatie in het bezit is van een inwoner of onderdaan is van een verdragsluitende partij. Een aangezochte partij is niet verplicht informatie te verstrekken die noch in het bezit is van haar autoriteiten, noch in het bezit of in de macht van of bereikbaar voor personen die onder haar territoriale rechtsmacht vallen.

Artikel 3. Belastingen waarop het Verdrag van toepassing is

  • 1 De belastingen waarop dit Verdrag van toepassing is zijn de bestaande belastingen die uit hoofde van de wetgeving van de verdragsluitende partijen worden geheven.

  • 2 Dit Verdrag is ook van toepassing op alle gelijke of in wezen gelijksoortige belastingen die na de datum van ondertekening van dit Verdrag naast of in de plaats van de bestaande belastingen worden geheven.

  • 3 Dit Verdrag is ook van toepassing op andere belastingen die kunnen worden overeengekomen bij een notawisseling tussen de verdragsluitende partijen.

  • 4 De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen doen elkaar mededeling van alle relevante wijzigingen die zijn aangebracht in de belastingheffing en daarmee samenhangende maatregelen ten behoeve van het verzamelen van informatie waarop dit Verdrag van toepassing is.

Artikel 4. Begripsomschrijvingen

  • 1 Voor de toepassing van dit Verdrag, tenzij anders is bepaald:

    • a. wordt verstaan onder de uitdrukking „Frankrijk” de Europese en overzeese departementen van de Franse Republiek met inbegrip van de territoriale zee en elk gebied buiten de territoriale zee waar de Franse Republiek in overeenstemming met het internationale recht soevereine rechten heeft voor de exploratie en exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van de zeebodem, de ondergrond daarvan en de bovengelegen wateren;

    • b. wordt verstaan onder de uitdrukking „Aruba”, dat deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat is gelegen in het Caribische gebied en bestaat uit het eiland Aruba;

    • c. wordt verstaan onder de uitdrukking „bevoegde autoriteit”:

      • i. wat Frankrijk betreft, de minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;

      • ii. wat Aruba betreft, de minister belast met Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;

    • d. wordt verstaan onder de uitdrukking „persoon” een natuurlijke persoon, een rechtspersoon of een lichaam of vereniging van dergelijke personen;

    • e. wordt verstaan onder de uitdrukking „belasting” elke belasting waarop het Verdrag van toepassing is;

    • f. wordt verstaan onder de uitdrukking „verzoekende partij” de partij die om informatie verzoekt;

    • g. wordt verstaan onder de uitdrukking „aangezochte partij” de partij die verzocht wordt informatie te verstrekken;

    • h. wordt verstaan onder de uitdrukking „maatregelen ten behoeve van het verzamelen van informatie” wetten en bestuursrechtelijke of gerechtelijke procedures die een verdragsluitende partij in staat stellen de gevraagde informatie te verkrijgen en te verstrekken;

    • i. wordt verstaan onder de uitdrukking „informatie” alle feiten, verklaringen, documenten of stukken ongeacht in welke vorm;

    • j. wordt verstaan onder de uitdrukking „strafrechtelijke belastingzaken” belastingzaken waarbij sprake is van opzettelijke gedragingen die vervolgd kunnen worden krachtens de strafwetten van de verzoekende partij;

    • k. wordt verstaan onder de uitdrukking „strafwetten” alle strafrechtelijke bepalingen die krachtens de nationale wetgeving als zodanig worden aangeduid, ongeacht of zij zijn opgenomen in belastingwetten, het wetboek van strafrecht of andere wetten.

  • 2 Wat betreft de toepassing van dit Verdrag op enig moment door een verdragsluitende partij heeft, tenzij de context anders vereist, elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking op dat tijdstip heeft volgens de wetgeving van die verdragsluitende partij, waarbij elke betekenis volgens de toepasselijke belastingwetgeving van die verdragsluitende partij prevaleert boven een betekenis die volgens andere wetgeving van die verdragsluitende partij aan die uitdrukking wordt gegeven.

Artikel 5. Uitwisseling van informatie op verzoek

  • 1 De bevoegde autoriteit van de aangezochte partij verstrekt op schriftelijk verzoek informatie ten behoeve van de in artikel 1 bedoelde doeleinden. Deze informatie wordt uitgewisseld ongeacht of de aangezochte partij de informatie ten behoeve van haar eigen belastingheffing nodig heeft en of de te onderzoeken gedragingen strafbaar zouden zijn krachtens de wetgeving van de aangezochte partij indien zij in de aangezochte partij zouden hebben plaatsgevonden.

  • 2 Indien de informatie in het bezit van de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij niet toereikend is om aan het verzoek om informatie te voldoen, treft die verdragsluitende partij alle toepasselijke maatregelen ten behoeve van het verzamelen van informatie teneinde de verzoekende partij de verzochte informatie te verstrekken, ongeacht het feit dat de aangezochte partij ten behoeve van haar eigen belastingheffing niet over dergelijke informatie hoeft te beschikken.

  • 3 Indien de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij daar specifiek om verzoekt, is de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij gehouden uit hoofde van dit artikel informatie te verstrekken, voor zover zulks is toegestaan in overeenstemming met haar nationale wetgeving, in de vorm van getuigenverklaringen en gewaarmerkte afschriften van originele stukken.

  • 4 Elke verdragsluitende partij waarborgt dat haar bevoegde autoriteit voor de toepassing van dit Verdrag over de bevoegdheid beschikt op verzoek het navolgende te verkrijgen en te verstrekken:

    • a. informatie die berust bij banken, overige financiële instellingen en personen die bij wijze van vertegenwoordiging of als vertrouwenspersoon optreden, met inbegrip van gevolmachtigden en trustees;

    • b.

      • i. informatie met betrekking tot de juridische en feitelijke eigendom van lichamen, samenwerkingsverbanden, collectieve beleggingsregelingen en andere personen;

      • ii. in het geval van trusts informatie over instellers, trustees, begunstigden en borgen; en

      • iii. in het geval van een stichting, informatie over de stichters, leden van het bestuur van de stichting en begunstigden.

  • 5 De bevoegde autoriteit van de verzoekende partij verstrekt de volgende informatie aan de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij:

    • a. de identiteit van de persoon op wie de controle of het onderzoek betrekking heeft;

    • b. het tijdvak waarvoor om de informatie wordt verzocht;

    • c. de aard van de verzochte informatie en de vorm waarin de verzoekende partij deze bij voorkeur wenst te ontvangen;

    • d. het fiscale doel waarvoor om informatie wordt verzocht;

    • e. de redenen om te veronderstellen dat de gevraagde informatie zich bevindt in de aangezochte partij of in het bezit of in de macht is van of beschikbaar voor een persoon die zich in het rechtsgebied van de aangezochte partij bevindt;

    • f. de naam en adresgegevens, voor zover bekend, van personen van wie verondersteld wordt dat zij in het bezit zijn van, of kunnen beschikken over de verzochte informatie of deze zouden kunnen verkrijgen;

    • g. een verklaring dat het verzoek in overeenstemming is met de wetgeving en de bestuursrechtelijke praktijk van de verzoekende partij;

    • h. een verklaring dat de verzoekende partij op haar eigen grondgebied alles in het werk heeft gesteld om de informatie te verkrijgen, tenzij dit zou leiden tot onevenredige moeilijkheden.

  • 6 Teneinde een snel antwoord te waarborgen:

    • a. bevestigt de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij de ontvangst van een verzoek schriftelijk aan de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij en stelt zij de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij binnen 60 dagen na ontvangst van het verzoek in kennis van eventuele gebreken in het verzoek; en

    • b. indien de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij er niet in geslaagd is de informatie binnen 90 dagen na ontvangst van het verzoek te verkrijgen en te verstrekken, stelt zij de verzoekende partij daarvan op de hoogte onder vermelding van de oorzaken van de onmogelijkheid, de aard van de belemmeringen of de redenen voor haar weigering.

Artikel 6. Spontane uitwisseling van informatie

De verdragsluitende partijen kunnen elkaar zonder voorafgaand verzoek informatie verstrekken waarvan zij weten dat deze in overeenstemming met artikel 1 naar verwachting van belang kan zijn.

Artikel 7. Belastingcontrole of -onderzoek in het buitenland

  • 1 Voor zover toegestaan ingevolge haar nationale recht kan de aangezochte partij, na een verzoek binnen een redelijke termijn van de verzoekende partij, vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij toestaan het grondgebied van de aangezochte partij binnen te komen teneinde natuurlijke personen te ondervragen en stukken te onderzoeken na voorafgaande schriftelijke toestemming van de betrokken personen. De bevoegde autoriteit van de verzoekende partij stelt de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij in kennis van het tijdstip en de locatie van de bijeenkomst met de betrokken natuurlijke personen.

  • 2 Op verzoek van de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij kan de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij toestaan aanwezig te zijn bij een belastingcontrole op het grondgebied van de aangezochte partij.

  • 3 Indien het in het tweede lid bedoelde verzoek wordt ingewilligd, stelt de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij die de controle uitvoert, de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij zo spoedig mogelijk in kennis van het tijdstip en de locatie van de controle, de autoriteit of functionaris die bevoegd is de controle uit te voeren en van de procedures en voorwaarden die bij de aangezochte partij vereist zijn voor de uitvoering van de controle. Alle beslissingen met betrekking tot de uitvoering van de controle worden genomen door de aangezochte partij die de controle uitvoert.

Artikel 8. Mogelijkheid een verzoek af te wijzen

  • 1 De bevoegde autoriteit van de aangezochte partij kan weigeren bijstand te verlenen indien het verzoek niet in overeenstemming met dit Verdrag is gedaan of indien openbaarmaking van de verzochte informatie in strijd zou zijn met de openbare orde (ordre public).

  • 2 De bepalingen van dit Verdrag verplichten een verdragsluitende partij niet informatie te verstrekken die een handelsgeheim, zakelijk geheim, industrieel, commercieel of beroepsgeheim (vertrouwelijke communicatie tussen een cliënt en een advocaat of een andere erkende juridische vertegenwoordiger, indien deze plaatsvindt ten behoeve van het verzoeken om of verstrekken van juridisch advies of ten behoeve van bestaande of mogelijk in te stellen gerechtelijke procedures) of een handelsproces zou onthullen, met dien verstande dat de in artikel 5, vierde lid, omschreven informatie niet uitsluitend op grond van dat feit als geheim of handelsproces wordt behandeld.

  • 3 Een verzoek om informatie wordt niet geweigerd op grond van het feit dat de belastingvordering die aanleiding gaf tot het verzoek wordt betwist.

  • 4 Van de aangezochte partij kan niet worden verlangd dat zij informatie verkrijgt en verstrekt die de verzoekende partij volgens haar wetten ten behoeve van de toepassing of handhaving van haar eigen belastingwetgeving of naar aanleiding van een geldig verzoek gedaan onder soortgelijke omstandigheden van de aangezochte partij ingevolge dit Verdrag niet zou kunnen verkrijgen.

  • 5 De aangezochte partij kan een verzoek om informatie afwijzen indien de informatie door de verzoekende partij wordt gevraagd teneinde een bepaling van de belastingwetgeving van de verzoekende partij ten uitvoer te leggen of te handhaven die, of een daarmee verband houdend vereiste dat, discriminatie inhoudt van een onderdaan van de aangezochte partij ten opzichte van een onderdaan van de verzoekende partij die zich in dezelfde omstandigheden bevindt.

Artikel 9. Vertrouwelijkheid

  • 1 Alle door de bevoegde autoriteit van een verdragsluitende partij verschafte of ontvangen informatie wordt vertrouwelijk behandeld.

  • 2 Aan de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij verschafte informatie kan uitsluitend voor andere dan de in artikel 1 vermelde doeleinden worden gebruikt na de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de aangezochte partij.

  • 3 Verstrekte informatie wordt uitsluitend bekendgemaakt aan personen of autoriteiten (met inbegrip van gerechtelijke en bestuursrechtelijke autoriteiten) die betrokken zijn bij de in dit Verdrag omschreven doeleinden en uitsluitend voor deze doeleinden door die personen of autoriteiten gebruikt. Voor deze doeleinden mag informatie worden onthuld tijdens openbare rechtszittingen of bij rechterlijke beslissingen.

  • 4 Uit hoofde van dit Verdrag aan een verzoekende partij verschafte informatie mag niet bekend worden gemaakt aan een andere rechtsmacht.

Artikel 10. Administratieve kosten

Gewone kosten gemaakt bij het verlenen van bijstand worden gedragen door de aangezochte partij. De aangezochte partij kan de verzoekende partij verzoeken om restitutie van directe buitengewone kosten die zijn gemaakt bij het verlenen van bijstand.

Artikel 11. Uitvoeringswetgeving

De verdragsluitende partijen stellen alle wetgeving vast die noodzakelijk is om te voldoen aan en ter uitvoering van de bepalingen van dit Verdrag. Dit omvat mede de beschikbaarheid van informatie, toegang tot informatie en uitwisseling van informatie.

Artikel 12. Regeling voor onderling overleg

  • 1 De bevoegde autoriteiten trachten moeilijkheden of twijfelpunten die mochten rijzen tussen de verdragsluitende partijen met betrekking tot de toepassing of de uitlegging van dit Verdrag in onderling overleg op te lossen.

  • 2 Naast de in het eerste lid bedoelde afspraken, kunnen de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen in onderling overleg overeenstemming bereiken over de krachtens de artikelen 5, 7 en 10 te hanteren procedures.

  • 3 De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen kunnen zich rechtstreeks met elkaar in verbinding stellen teneinde de overeenstemming als bedoeld in dit artikel te bereiken.

  • 4 De verdragsluitende partijen kunnen waar nodig schriftelijk ook overeenstemming bereiken over andere vormen van geschillenregeling.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand nadat beide verdragsluitende partijen elkaar langs diplomatieke weg schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat de vereiste interne procedures voor de inwerkingtreding ervan zijn voltooid. Vanaf de datum van inwerkingtreding is het van toepassing op:

  • a. strafrechtelijke belastingzaken vanaf die datum; en

  • b. alle overige aangelegenheden vanaf die datum waarop artikel 1 van toepassing is, zij het uitsluitend met betrekking tot belastingtijdvakken beginnend op of na die datum, of bij ontbreken van een belastingtijdvak, alle belastingvorderingen ontstaan op of na die datum.

Artikel 14. Beëindiging

  • 1 Elk van de verdragsluitende partijen kan dit Verdrag beëindigen door de andere partij daar langs diplomatieke weg schriftelijk van in kennis te stellen.

  • 2 Deze opzegging wordt van kracht op de eerste dag van de maand na het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving van beëindiging door de andere verdragsluitende partij.

  • 3 Indien het Verdrag wordt beëindigd, blijven de verdragsluitende partijen gebonden door de voorwaarden van artikel 9 ten aanzien van alle uit hoofde van dit Verdrag verkregen informatie. Alle verzoeken die worden ontvangen voor de datum waarop het Verdrag beëindigd is, worden behandeld in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door hun respectieve Regeringen, dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN in tweevoud te Den Haag op 14 november 2011, in de Nederlandse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba,

E. ABATH

Voor de Regering van de Franse Republiek,

P. MENAT

Naar boven