Geschillen, van welke aard ook tussen twee of meer Partijen, die tot deze Algemene
Akte zijn toegetreden, welke niet opgelost zijn kunnen worden langs de diplomatieke
weg, zullen, behoudens eventuele voorbehouden, bedoeld in artikel 39, worden onderworpen
aan de verzoeningsprocedure overeenkomstig de in dit Hoofdstuk vervatte regelen.
De in het vorige artikel bedoelde geschillen zullen voor een vaste of bijzondere Verzoeningscommissie
worden gebracht, door de bij het geschil betrokken partijen ingesteld.
Op het verzoek, dat te dien einde door een Verdragsluitende Partij tot een der andere
Partijen wordt gericht, zal binnen zes maanden een vaste Verzoeningscommissie moeten
worden ingesteld.
Tenzij de betrokken partijen anders overeenkomen, zal de Verzoeningscommissie worden
samengesteld als volgt:
-
1. De Commissie zal bestaan uit vijf leden. De partijen zullen ieder één hiervan benoemen,
die gekozen zal kunnen worden uit haar respectievelijke onderdanen. De drie andere
commissarissen zullen in gemeen overleg worden gekozen uit de onderdanen van derde
Mogendheden. Deze laatsten zullen van verschillende nationaliteit moeten zijn, zullen
niet hun gewoon verblijf moeten hebben op het grondgebied van de betrokken partijen
en zich niet in dienst van deze partijen mogen bevinden. De partijen zullen onder
deze drie commissarissen de voorzitter van de Commissie aanwijzen.
-
2. De commissarissen zullen benoemd worden voor drie jaar. Zij zullen herkiesbaar zijn.
De in gemeen overleg benoemde commissarissen zullen met goedvinden der partijen in
de loop van hun mandaat vervangen kunnen worden. Iedere partij zal intussen altijd
kunnen overgaan tot de vervanging van de door haar benoemde commissaris. Niettegenstaande
hun vervanging zullen de commissarissen in functie blijven voor de beëindiging van
de lopende werkzaamheden.
-
3. Er zal in zo kort mogelijke tijd voorzien worden in vacatures, die zich ten gevolge
van overlijden of ontslag of welke andere oorzaak ook mochten voordoen, op de wijze
vastgesteld voor de benoemingen.
Indien, wanneer een geschil ontstaat, een vaste Verzoeningscommissie, benoemd door
de bij het geschil betrokken partijen, niet bestaat, zal een bijzondere commissie
worden samengesteld voor het onderzoek van het geschil binnen drie maanden, te rekenen
van de datum waarop een der partijen het verzoek tot de andere heeft gericht. De benoemingen
zullen geschieden overeenkomstig de bepalingen van het vorige artikel, tenzij de partijen
anders beslissen.
-
1 Indien de benoeming van de commissarissen, die in gemeen overleg moeten worden aangewezen,
niet geschiedt binnen de in de artikelen 3 en 5 voorziene termijnen, zal het doen
van de nodige benoemingen worden toevertrouwd aan een derde Mogendheid, welke in gemeen
overleg door de partijen wordt gekozen of op verzoek van de partijen aan de Voorzitter
van de Algemene vergadering, of indien deze geen zitting heeft aan de laatste voorzitter.
-
3 Indien binnen een termijn van drie maanden deze twee Mogendheden niet tot overeenstemming
zijn kunnen komen, zal ieder van haar een aantal candidaten voorstellen gelijk aan
het aantal leden, dat moet worden aangewezen. Het lot zal bepalen, welke van deze
aldus voorgestelde candidaten zullen worden benoemd.
-
1 Geschillen zullen voor de Verzoeningscommissie gebracht worden door middel van een
rekest, door de twee partijen in gemeen overleg, of bij gebreke hiervan door één van
de partijen tot de voorzitter gericht.
-
2 Het rekest zal, na in het kort het onderwerp van het geschil te hebben uiteengezet,
de uitnodiging tot de Commissie bevatten, over te gaan tot alle maatregelen nodig
om tot een verzoening te geraken.
-
1 Binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen van de datum, waarop een der partijen
een geschil voor een permanente Verzoeningscommissie zal hebben gebracht, zal ieder
der partijen voor het onderzoek van dit bijzondere geschil haar commissaris mogen
vervangen door iemand, die bijzondere deskundigheid in de materie bezit.
-
2 De partij, die van dit recht gebruik maakt, zal hiervan onmiddellijk kennis geven
aan de andere partij; deze zal in zodanig geval het recht hebben hetzelfde te doen
binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen van de datum waarop de kennisgeving
haar zal hebben bereikt.
De werkzaamheden van de Verzoeningscommissie zijn slechts openbaar krachtens een beslissing,
welke door de Commissie met instemming der partijen wordt genomen.
-
2 De partijen zullen bij de Verzoeningscommissie vertegenwoordigd worden door agenten,
die de opdracht hebben als tussenpersoon te dienen tussen de partijen en de Commissie;
de partijen zullen zich bovendien kunnen doen bijstaan door raadslieden en deskundigen,
die door haar te dien einde worden benoemd en zullen kunnen vragen, dat alle personen,
wier getuigenis haar nuttig toeschijnt, worden gehoord.
-
3 De Commissie zal van haar kant de bevoegdheid hebben, mondelinge toelichtingen te
vragen aan de agenten, raadslieden en deskundigen van de twee partijen, evenals aan
alle personen, welke zij nuttig zou oordelen met toestemming van hun Regering te doen
verschijnen.
Tenzij de partijen anders overeenkomen, zullen de beslissingen van de Verzoeningscommissie
genomen worden met meerderheid van stemmen en de Commissie zal zich alleen kunnen
uitspreken over het eigenlijke geschil zelf, indien alle leden aanwezig zijn.
De partijen verbinden zich de werkzaamheden van de Verzoeningscommissie te vergemakkelijken
en in het bijzonder om haar in zo groot mogelijke mate alle stukken en inlichtingen,
die haar van dienst kunnen zijn, te verschaffen, alsmede om gebruik te maken van de
middelen waarover zij beschikken om het aan de Commissie mogelijk te maken op het
grondgebied der Regeringen en overeenkomstig haar wetgeving over te gaan tot het oproepen
en verhoren van getuigen of deskundigen en tot het onderzoek ter plaatse.
-
1 Gedurende de duur van de werkzaamheden van de Commissie zal ieder van de commissarissen
een vergoeding ontvangen, waarvan het bedrag in gemeen overleg zal worden vastgesteld
tussen de partijen, die ieder een gelijk deel er van zullen dragen.
-
1 De Verzoeningscommissie zal tot taak hebben de betwiste punten op te helderen, te
dien einde alle nodige inlichtingen door middel van enquête of op andere wijze te
verzamelen en te trachten de partijen te verzoenen. Zij zal, na onderzoek van de zaak,
aan de partijen de voorwaarden van de regeling kunnen mededelen, die haar billijk
zou voorkomen, en aan de partijen een termijn aanwijzen, waarbinnen zij zich hebben
uit te spreken.
-
2 Aan het einde van haar werkzaamheden zal de Commissie een proces-verbaal opstellen,
waarbij, al naar het geval is, zal worden vastgesteld, òf dat de partijen tot een
schikking zijn gekomen en, indien daartoe aanleiding bestaat, de voorwaarden van de
schikking, òf dat de partijen niet verzoend zijn kunnen worden. Het procesverbaal
zal niet vermelden, of de beslissingen van de Commissie met eenstemmigheid of meerderheid
zijn genomen.
-
3 De werkzaamheden van de Commissie zullen, tenzij de partijen anders overeenkomen,
beëindigd moeten worden binnen een termijn van zes maanden, te rekenen van de dag,
waarop het geschil voor de Commissie zal zijn gebracht.
Het proces-verbaal van de Commissie zal onverwijld ter kennis van de partijen worden
gebracht. De partijen zullen beslissen, of het zal worden openbaar gemaakt.
HOOFDSTUK II.
Rechterlijke regeling
Alle geschillen, ten aanzien waarvan de partijen elkander een recht zouden betwisten,
zullen, behoudens eventuele voorbehouden, bedoeld in artikel 39, ter beoordeling aan
het Internationale Gerechtshof worden voorgelegd, tenzij de partijen overeenkomen,
op de wijze als hieronder voorzien, een beroep te doen op een scheidsgerecht. Het
is wel verstaan, dat de hierboven bedoelde geschillen met name omvatten die geschillen,
welke artikel 36 van het Statuut van het Internationale Gerechtshof vermeldt.
Bij gebreke van overeenstemming tussen de partijen nopens het in het vorige artikel
bedoelde compromis of bij gebreke van aanwijzing van scheidsrechters, zal ieder van
beide partijen, drie maanden na van haar besluit te hebben kennisgegeven, het recht
hebben het geschil rechtstreeks bij rekest voor het Internationale Gerechtshof te
brengen.
-
1 In afwijking van artikel 1 zullen de in artikel 17 bedoelde geschillen, die ontstaan
tussen partijen, welke zijn toegetreden tot de in dit hoofdstuk vervatte verbintenissen,
alleen bij onderlinge overeenstemming aan de verzoeningsprocedure worden onderworpen.
-
3 In geval van beroep op de verzoeningsprocedure en van het mislukken daarvan zal geen
van de partijen het geschil voor het Internationale Gerechtshof mogen brengen of de
instelling van het in artikel 18 bedoelde scheidsgerecht mogen vragen, vóórdat een
maand zal zijn verlopen na de beëindiging van de werkzaamheden van de Verzoeningscommissie.
HOOFDSTUK III.
De scheidsrechterlijke regeling
Alle andere geschillen dan die welke bedoeld zijn in artikel 17, ten aanzien waarvan
binnen een maand na de beëindiging van de werkzaamheden van de in Hoofdstuk I bedoelde
Verzoeningscommissie de partijen niet tot overeenstemming mochten zijn gekomen, zullen
behoudens eventuele voorbehouden bedoeld in artikel 39, gebracht worden voor een scheidsgerecht,
dat, tenzij de partijen anders overeenkomen, zal worden samengesteld op de wijze als
hieronder is aangegeven.
Het scheidsgerecht zal bestaan uit vijf leden. De partijen zullen ieder één hiervan
benoemen, die gekozen zal kunnen worden uit haar respectieve onderdanen. De beide
andere scheidsrechters en de opperscheidsrechter zullen in gemeen overleg worden gekozen
uit de onderdanen van derde Mogendheden. Deze laatsten zullen van verschillende nationaliteit
moeten zijn, zullen niet hun gewoon verblijf moeten hebben op het grondgebied van
de betrokken partijen en zich niet in dienst van deze partijen mogen bevinden.
-
1 Indien de benoeming van de leden van het scheidsgerecht niet tot stand komt binnen
een termijn van drie maanden te rekenen van de datum, waarop de éne partij tot de
andere het verzoek heeft gericht een scheidsgerecht samen te stellen, zal aan een
derde Mogendheid, die in gemeen overleg door de partijen zal worden gekozen, worden
verzocht tot de nodige benoemingen over te gaan.
-
3 Indien binnen een termijn van drie maanden de twee aldus aangewezen Mogendheden niet
tot overeenstemming hebben kunnen komen, zullen de nodige benoemingen worden gedaan
door de Voorzitter van het Internationale Gerechtshof. Indien deze verhinderd is,
of indien hij onderdaan is van een der partijen, zullen de benoemingen worden gedaan
door de ondervoorzitter. Indien deze verhinderd is, of indien deze onderdaan is van
een der partijen, zullen de benoemingen worden gedaan door het lid van het Hof dat
het oudste is in jaren en dat niet onderdaan is van een van de partijen.
Er zal binnen een zo kort mogelijke termijn voorzien worden in vacatures, die zich
tengevolge van overlijden of ontslag of welke andere oorzaak ook mochten voordoen,
op de wijze vastgesteld voor de benoeming.
De partijen zullen een compromis opstellen, dat het onderwerp van het geschil en de
te volgen procedure zal omschrijven.
Indien een compromis niet wordt gesloten binnen een termijn van drie maanden, te rekenen
van de datum van de samenstelling van het scheidsgerecht, zal het geschil bij rekest
door een van de partijen voor het scheidsgerecht kunnen worden gebracht.
Indien het compromis hierover niets bevat of indien het compromis niet tot stand is
gekomen, zal het scheidsgerecht de in artikel 38 van het Statuut van het Internationale Gerechtshof vermelde grondregelen toepassen. Voorzover zodanige regelen, welke op het geschil
zouden kunnen worden toegepast, niet bestaan, zal het scheidsgerecht oordelen ex aequo et bono.
HOOFDSTUK IV.
Algemene bepalingen
-
1 Geschillen, voor de oplossing waarvan een bijzondere procedure is voorzien in andere
verdragen, welke van kracht zijn tussen de bij het geschil betrokken partijen, zullen
overeenkomstig de bepalingen van deze verdragen worden geregeld.
-
2 Deze Algemene Akte maakt geen inbreuk op van kracht zijnde overeenkomsten, welke tussen
de Partijen een verzoeningsprocedure instellen of inzake scheidsrechterlijke of rechterlijke
regeling verbintenissen medebrengen, welke de oplossing van het geschil verzekeren.
Indien echter zodanige overeenkomsten alleen een verzoeningsprocedure voorzien, zullen,
nadat deze procedure zal zijn mislukt, de bepalingen van deze Algemene Akte met betrekking
tot de rechterlijke of scheidsrechterlijke regelingen toepassing vinden voorzover
de betrokken partijen daartoe zullen zijn toegetreden.
Indien een van de partijen voor de Verzoeningscommissie een geschil brengt, dat de
andere partij, zich beroepend op tussen de partijen van kracht zijnde verdragen, gebracht
heeft voor het Internationale Gerechtshof of voor een scheidsgerecht, zal de Commissie
het onderzoek van het geschil uitstellen, totdat het Hof of het scheidsgerecht over
het competentiegeschil zal hebben beslist. Hetzelfde zal geschieden, indien een der
partijen zich tot het Hof of het scheidsgerecht wendt gedurende de verzoeningsprocedure.
-
1 In geval van een geschil, waarvan het onderwerp volgens de nationale wetgeving van
een van de partijen behoort tot de bevoegdheid van de rechterlijke of administratieve
autoriteiten, zal deze partij zich er tegen kunnen verzetten, dat dit geschil wordt
onderworpen aan de verschillende in deze Algemene Akte voorziene procedures, voordat
een definitieve beslissing binnen een redelijke termijn zal zijn gegeven door de bevoegde
autoriteit.
-
2 De partij, die in zodanig geval zal willen overgaan tot de in deze Algemene Akte voorziene
procedures, zal van haar voornemen aan de andere partij moeten kennisgeven binnen
de termijn van één jaar, te rekenen van de datum van de bovenbedoelde beslissing.
Indien in een rechterlijk of scheidsrechterlijk vonnis wordt verklaard, dat een door
een rechterlijke autoriteit of door een andere autoriteit van een der betrokken partijen
genomen beslissing of gelaste maatregel geheel of gedeeltelijk in strijd is met het
internationale recht en indien het grondwettelijke recht van genoemde partij niet
of althans niet volledig zou toelaten, dat de gevolgen van deze beslissing of maatregel
worden te niet gedaan, komen de partijen overeen, dat de rechterlijke of scheidsrechterlijke
beslissing aan de benadeelde partij een billijke genoegdoening zal verschaffen.
-
1 In alle gevallen, waarin het geschil het onderwerp uitmaakt van een scheidsrechterlijke
of rechterlijke procedure, en in het bijzonder indien de vraag ten aanzien waarvan
de partijen verdeeld zijn, voortvloeit uit handelingen, welke reeds zijn verricht
of op het punt zijn te worden verricht, zal het Internationale Gerechtshof, beslissende
overeenkomstig artikel 41 van zijn Statuut, of het scheidsgerecht binnen de kortst mogelijke tijd aangeven, welke voorlopige
maatregelen moeten worden genomen. De bij het geschil betrokken partijen zullen verplicht
zijn zich dienovereenkomstig te gedragen.
-
2 Indien een geschil gebracht is voor een Verzoeningscommissie, zal deze aan de partijen
de voorlopige maatregelen, welke zij nuttig oordeelt, kunnen aanbevelen.
-
3 De partijen verbinden zich zich te onthouden van iedere maatregel, die zou kunnen
prejudiciëren op de uitvoering van de rechterlijke of scheidsrechterlijke beslissing
of op de door de Verzoeningscommissie voorgestelde regelingen en in het algemeen om
niet over te gaan tot enige handeling, van welke aard ook, welke ten gevolge zou kunnen
hebben het geschil te verscherpen of uit te breiden.
In geval tussen meer dan twee partijen, welke tot deze Algemene Akte zijn toegetreden,
een geschil ontstaat, zullen de volgende regelen worden in acht genomen voor de toepassing
van de in de voorafgaande bepalingen beschreven procedures:
-
a) Voor de verzoeningsprocedure zal altijd een bijzondere commissie worden ingesteld.
De samenstelling hiervan zal verschillend zijn naar gelang de partijen alle afzonderlijke
belangen hebben of twee of meer van haar gemeenschappelijk optreden.
In het eerste geval zullen de partijen ieder een commissaris benoemen en gemeenschappelijk
commissarissen aanwijzen, welke onderdanen zijn van derde Mogendheden, die niet bij
het geschil zijn betrokken, van welke het aantal altijd één meer zal bedragen dan
dat van de door de partijen afzonderlijk benoemde commissarissen.
In het tweede geval zullen de partijen, die gemeenschappelijk optreden, in onderling
overleg gezamenlijk haar eigen commissaris benoemen en zullen zij met de andere partij
of partijen samenwerken voor de aanwijzing van derde commissarissen.
Zowel in het ene als in het andere geval zullen de partijen, tenzij zij anders overeenkomen,
artikel 5 en volgende van deze Akte toepassen, voorzover deze verenigbaar zijn met
de bepalingen van dit artikel.
-
b) Voor de rechterlijke procedure zal het Statuut van het Internationale Gerechtshof worden toegepast.
-
c) Voor de scheidsrechterlijke procedure zal bij gebreke van overeenstemming tussen de
partijen nopens de samenstelling van het scheidsgerecht, in geval van geschillen welke
bedoeld zijn in artikel 17, ieder van de partijen het recht hebben rechtstreeks bij
rekest het geschil voor het Internationale Gerechtshof te brengen; in geval van geschillen
welke bedoeld zijn in artikel 21, zullen artikel 22 en volgende worden toegepast,
maar ieder van de partijen, die afzonderlijke belangen heeft, zal een scheidsrechter
benoemen en het aantal van de afzonderlijk door de partijen benoemde scheidsrechters
zal altijd één minder zijn dan dat van de andere scheidsrechters.
-
1 Deze Algemene Akte zal van toepassing zijn tussen de Partijen die daartoe zijn toegetreden,
ook wanneer een derde Mogendheid, al dan niet Partij bij de Akte, belang heeft bij
het geschil.
-
1 Bij de rechterlijke of scheidsrechterlijke procedure zal een derde Mogendheid, indien
deze van oordeel is, dat in een geschil voor haar een rechtsbelang betrokken is, aan
het Internationale Gerechtshof of aan het scheidsgerecht een verzoek richten om te
mogen tussenkomen.
-
1 Indien het betreft de uitlegging van een verdrag, waaraan andere Staten dan de partijen
in het geschil betrokken hebben deelgenomen, stelt de Griffier van het Internationale
Gerechtshof of het scheidsgerecht zonder verwijl deze Staten hiermede in kennis.
De toetredingen tot deze Algemene Akte zullen betrekking kunnen hebben:
-
A. hetzij op de Akte in haar geheel (Hoofdstukken I, II, III en IV);
-
B. hetzij alleen op de bepalingen betreffende de verzoening en de rechterlijke regeling
(Hoofdstukken I en II), te zamen met de algemene bepalingen betreffende deze procedures
(Hoofdstuk IV);
-
C. hetzij alleen op de bepalingen betreffende de verzoening (Hoofdstuk I), te zamen met
de algemene bepalingen betreffende deze procedure (Hoofdstuk IV).
De Verdragsluitende Partijen kunnen zich slechts op de toetreding van andere Partijen
beroepen in zoverre zij zelf dezelfde verbintenissen hebben aanvaard.
-
3 Indien een van de partijen, die bij het geschil betrokken zijn, een voorbehoud heeft
opgesteld, zullen de andere partijen zich ten aanzien van deze partij op hetzelfde
voorbehoud kunnen beroepen.
-
4 Voor de Partijen, die zijn toegetreden tot de bepalingen van deze Algemene Akte, welke
betrekking hebben op de rechterlijke of scheidsrechterlijke regeling, zullen de voorbehouden,
welke zij mochten hebben gemaakt, behoudens uitdrukkelijke vermelding, geacht worden
zich niet uit te strekken tot de verzoeningsprocedure.
Een Partij, die slechts tot een gedeelte of onder voorbehoud is toegetreden, zal op
ieder ogenblik door middel van een eenvoudige verklaring, hetzij de draagwijdte van
haar toetreding kunnen uitbreiden, hetzij afstand kunnen doen van alle of een gedeelte
van haar voorbehouden.
Geschillen, welke betrekking hebben op de uitlegging of toepassing van deze Algemene
Akte, met inbegrip van die betrekking hebbende op de qualificatie van de geschillen
en de draagwijdte van voorbehouden, zullen aan het Internationale Gerechtshof worden
onderworpen.
Deze Algemene Akte zal de dagtekening dragen van 28 april 1949.
-
1 Tot deze Algemene Akte zullen kunnen toetreden de Leden van de Verenigde Naties, Staten
niet-Leden, welke partij zijn geworden bij het Statuut van het Internationale Gerechtshof of aan wie de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties te dien einde een afschrift
zal hebben toegezonden.
-
2 De aktes van toetreding, evenals de aanvullende verklaringen, welke bedoeld zijn in
artikel 40, zullen worden toegezonden aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde
Naties, die van de ontvangst hiervan zal kennisgeven aan alle Leden van de Verenigde
Naties en aan de Staten niet-Leden bedoeld in het vorige lid.
-
3 De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties zal drie lijsten maken, aangeduid met
de letters A, B, C, welke overeenkomen met de drie wijzen van toetreding voorzien
in artikel 38 van deze Akte en waarop de toetredingen en de aanvullende verklaringen
van de Verdragsluitende Partijen zullen worden vermeld. Deze lijsten, welke voortdurend
zullen worden bijgehouden, zullen in het jaarrapport, dat de Secretaris-Generaal aan
de Algemene Vergadering der Verenigde Naties overlegt, worden openbaar gemaakt.
-
2 Iedere toetreding, die zal plaats hebben na de inwerkingtreding van deze Akte overeenkomstig
het voorgaande lid, zal van kracht worden met ingang van de negentigste dag na de
datum, waarop de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties bericht van deze toetreding
zal hebben ontvangen. Hetzelfde zal het geval zijn met de aanvullende verklaringen
van de Partijen, welke voorzien zijn in artikel 40.
-
3 De opzegging zal geschieden door middel van een schriftelijke mededeling, welke gericht
moet worden tot de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, die alle Leden van
de Verenigde Naties en de Staten niet-Leden, welke bedoeld worden in artikel 43, hiermede
in kennis zal stellen.
-
5 Niettegenstaande de opzegging door een van de Verdragsluitende Partijen, welke bij
een geschil betrokken zijn, zullen alle procedures, welke op het ogenblik van het
verstrijken van de lopende termijn van de Algemene Akte aan de gang zijn, worden voortgezet
totdat zij op normale wijze beëindigd zijn.
Een exemplaar van deze Algemene Akte, voorzien van de ondertekening van de Voorzitter
van de Algemene Vergadering en van die van de Secretaris-Generaal van de Verenigde
Naties, zal worden nedergelegd in het archief van het Secretariaat. Eensluidend gewaarmerkt
afschrift van de tekst zal door de Secretaris-Generaal worden toegezonden aan elk
der Leden van de Verenigde Naties, aan de Staten niet-Leden, welke partij zijn geworden
bij het Statuut van het Internationale Gerechtshof of door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties zijn aangewezen.
Deze Algemene Akte zal door de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties op de datum
van haar inwerkingtreding worden geregistreerd.