MINISTERIE VAN
BUITENLANDSE ZAKEN EN
BUITENLANDSE HANDEL
Algemene Directie C
3de Bureel
nr. 3816/P.B./5
Brussel, 4-2-1958
Mijnheer de Ambassadeur,
Met verwijzing naar Uwer Excellentie's schrijven van 14 januari 1958, nr. 413.132
- 24989, heb ik de eer Haar ter kennis te brengen dat de Belgische Regering bereid
is met de Nederlandse Regering de volgende overeenkomst te sluiten betreffende de
verwijdering van ongewenste personen uit België naar Nederland en uit Nederland naar
België.
[Red: (Volgt hetzelfde als hetgeen is opgenomen in nr. I, van „Afdeling A” af tot
en met de woorden „dat de overeenkomst de in Nederland grondwettelijk vereiste goedkeuring
heeft verkregen”.)]
Uwer Excellentie's hogerbedoeld schrijven en onderhavig antwoord worden beschouwd
een overeenkomst te vormen tussen onze beide Regeringen.
Gelieve, Mijnheer de Ambassadeur, de hernieuwde verzekering mijner zeer bijzondere
hoogachting wel te willen aanvaarden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
(w.g.) V. LAROCK
Aan Zijne Excellentie
Jonkheer E. Teixeira de Mattos,
Ambassadeur der Nederlanden,
te Brussel.