De Overeenkomstsluitende Partijen, met uitzondering van Oostenrijk, dat hier niet
is vertegenwoordigd, die op 1 Juni 1951 te Stresa de Internationale Overeenkomst voor het gebruik van de aanduidingen van herkomst en van
de benamingen van kaassoorten hebben ondertekend, alsmede Nederland, zijn het volgende overeengekomen:
-
I. De termijn, in afdeling I van het Protocol van Ondertekening toegestaan aan de vier
Staten die „ad referendum” hebben ondertekend, wordt verlengd tot 1 September 1951.
-
II. De twee in de afdelingen II en III genoemde voorbehouden worden ingetrokken door de
Staten die hen hebben gemaakt; derhalve wordt de status van Overeenkomstsluitende
Partij toegekend aan deze Staten, te weten: Denemarken, Noorwegen en Zweden.
-
III. Met betrekking tot de tweede alinea van artikel 4 der Overeenkomst wordt het volgende nader bepaald:
-
a) in geval de volgende Overeenkomstsluitende Partijen: Denemarken, Noorwegen en Zweden,
overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 van de Overeenkomst, een benaming zouden gebruiken welke, krachtens het Protocol van 1 Juni 1951 en dit Protocol, door een andere Overeenkomstsluitende Partij in
Bijlage B is opgenomen, zal haar een termijn van drie jaar, met ingang van heden,
worden toegestaan om het vetgehalte van haar kaas in overeenstemming te brengen met
het vetgehalte, genoemd in de in Bijlage B te vermelden kenmerken;
-
b) in overeenstemming met de te Stresa aan artikel 4 van de Overeenkomst gegeven uitlegging en ongeacht de bescherming, verleend aan de in dat artikel vermelde
benamingen, kunnen nieuwe benamingen worden gegeven aan kaassoorten die dezelfde kenmerken
hebben als die, welke vermeld zullen worden voor een kaassoort die reeds vroeger in
Bijlage B is opgenomen; deze nieuwe benamingen kunnen worden opgenomen in Bijlage
B, in overeenstemming met de voorschriften van artikel 5 der Overeenkomst; het is echter wenselijk, dat de voor deze nieuwe benamingen te vermelden kenmerken
zo veel mogelijk verschillen van die welke reeds in Bijlage B zijn opgenomen, met
dien verstande, dat een verschil in de voor het vetgehalte gestelde grenzen geacht
zal worden een voldoende onderscheiding te zijn.
-
IV. De in afdeling IV van het Protocol van Ondertekening vastgestelde termijn, gedurende
welke de Overeenkomst voor de drie volgende Staten: België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Britannië
en Noord-Ierland, ter ondertekening openstaat, wordt met vier maanden verlengd tot
15 October 1951.
-
V. De volgende toevoegingen en de volgende wijziging worden aangebracht in de lijst van
kaasbenamingen, vermeld in afdeling III van het bij de Overeenkomst behorende Protocol,
en worden opgenomen in Bijlage B:
-
VI. Nader wordt bepaald, dat de bepaling van de tweede alinea van artikel 2 der Overeenkomst betrekking heeft op het gebruik van het woord „kaas” ter aanduiding van melkproducten
of producten die zouden kunnen worden verward met kaas als bedoeld in de bepalingen
van de artikelen 1, 2 en 7 der Overeenkomst, en niet op het figuurlijke gebruik ter aanduiding, bijvoorbeeld, van vleesproducten,
zoals „Fromage de porc” of „Fromage de tête” (Hoofdkaas).
-
VII. Dit Protocol staat open tot 15 October 1951 ter ondertekening door Oostenrijk, België
en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Britannië en Noord-Ierland.
-
VIII. Dit Protocol vormt een wezenlijk deel van de Overeenkomst en de Protocollen welke op 1 Juni 1951 te Stresa zijn ondertekend en is onderworpen
aan de daarin genoemde bepalingen.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, behoorlijk gemachtigd door hun onderscheidene
Regeringen, dit Protocol hebben ondertekend.
GEDAAN te 's-Gravenhage, de achttiende Juli 1951, in de Engelse en de Franse taal,
zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek, in een exemplaar, dat in de Archieven
van de Italiaanse Republiek zal worden nedergelegd. De Regering van de Italiaanse
Republiek zal aan alle ondertekenende en tot de Overeenkomst toetredende Regeringen
gewaarmerkte afschriften doen toekomen.