De Overeenkomstsluitende Partijen zijn het volgende overeengekomen:
-
I. De Vertegenwoordigers van de vier volgende Staten: Oostenrijk, Denemarken, Noorwegen
en Zweden, verklaren deze Overeenkomst en het daarbij behorende Protocol „ad referendum”
te ondertekenen. In overleg met de bovengenoemde Staten is overeengekomen dat binnen
twee maanden, te rekenen van de dag van ondertekening van deze Overeenkomst, deze
Staten ieder afzonderlijk hun beslissing op dit punt aan de Regering van de Italiaanse
Republiek kenbaar zullen maken.
-
II. De Vertegenwoordigers van de drie volgende Staten: Denemarken, Noorwegen en Zweden,
verklaren deze Overeenkomst en het daarbij behorende Protocol te ondertekenen onder
bijzonder voorbehoud ten aanzien van de beide volgende bepalingen:
-
III. De andere Overeenkomstsluitende Partijen verklaren dat zij de onder no. II a) en b) genoemde voorbehouden niet aanvaarden en zijn dienaangaande het volgende overeengekomen:
-
A. Wat betreft het voorbehoud, gemaakt ten aanzien van het tweede lid van artikel 4 van
de Overeenkomst, is overeengekomen dat er een Conferentie zal worden gehouden van
de Vertegenwoordigers der Regeringen van de Staten die, op het ogenblik dat deze Conferentie
plaats vindt, de Overeenkomst ondertekend hebben, en dat zij zal worden gehouden in
de tweede helft van Juli 1951 te 's-Gravenhage, mits de Nederlandse Regering aan deze
keuze haar goedkeuring hecht. Zij zal tot doel hebben een oplossing te vinden voor
het probleem dat tot de opneming van bedoeld voorbehoud aanleiding heeft gegeven.
Aan de drie Staten, die dit voorbehoud hebben gemaakt, wordt een termijn van drie
maanden, met ingang van de dag van ondertekening van deze Overeenkomst, toegestaan,
om ieder afzonderlijk aan de Regering van de Italiaanse Republiek kenbaar te maken
of zij het intrekken dan wel handhaven.
-
B. Wat betreft het voorbehoud, gemaakt ten aanzien van afdeling II van het bij de Overeenkomst
behorende Protocol, is overeengekomen, dat aan de Staten, die dit voorbehoud hebben
gemaakt, een termijn van drie maanden, met ingang van de dag van ondertekening van
deze Overeenkomst, is toegestaan, om ieder afzonderlijk aan de Regering van de Italiaanse
Republiek kenbaar te maken of zij het intrekken dan wel handhaven.
-
C. De hoedanigheid van Overeenkomstsluitende Partij zal worden toegekend aan die der
drie Staten, welke de beide door hen gemaakte voorbehouden hebben ingetrokken.
-
IV. De Overeenkomstsluitende Partijen zijn wijders overeengekomen, tot ondertekening van
deze Overeenkomst die Staten toe te laten, welke tot de Diplomatieke Conferentie te
Stresa waren uitgenodigd, aan haar werkzaamheden hebben deelgenomen en heden de Overeenkomst
niet hebben ondertekend. Deze Staten zijn België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk
van Groot-Britannië en Noord-Ierland.
Hun ondertekening is geldig wanneer zij uiterlijk op 15 Juni 1951 te Rome, op het
Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Italiaanse Republiek, is geschied.
Met ingang van 16 Juni 1951 valt iedere toetreding tot deze Overeenkomst onder het
bepaalde van artikel 10 der Overeenkomst.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, behoorlijk gemachtigd door hun onderscheidene
Regeringen, dit Protocol van Ondertekening hebben ondertekend.
GEDAAN te Stresa op de eerste Juni 1951, in de Engelse en de Franse taal, zijnde beide
teksten gelijkelijk authentiek, in één exemplaar, dat in de archieven van de Regering
van de Italiaanse Republiek zal worden nedergelegd. De Regering van de Italiaanse
Republiek zal aan alle ondertekenende en tot de Overeenkomst toetredende Regeringen
gewaarmerkte afschriften doen toekomen.