Protocol van Ondertekening bij de Internationale Overeenkomst nopens het gebruik van [...] van herkomst en van de benamingen van kaassoorten, Stresa, 01-06-1951

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 28-11-1953 t/m heden

Protocol van Ondertekening bij de Internationale Overeenkomst nopens het gebruik van de aanduidingen van herkomst en van de benamingen van kaassoorten

Authentiek : FR

PROTOCOLE DE SIGNATURE

Les Parties Contractantes sont convenues de ce qui suit:

  • I. Les Représentants des quatre Etats ci-après: Autriche, Danemark, Norvège, Suède déclarent signer la présente Convention et son Protocole „ad référendum”. D'entente avec les quatre Etats susmentionnés il est convenu que dans un délai de deux mois à dater de la signature de la présente Convention ces Etats feront connaître individuellement leur décision à ce sujet au Gouvernement de la République Italienne.

  • II. Les Représentants des trois Etats ci-après: Danemark, Norvège, Suède déclarent signer; la présente Convention et son Protocole avec réserves spéciales quant aux deux dispositions qui suivent:

    • a) Deuxième alinéa de l'Article 4 de la Convention.

    • b) Section II du Protocole annexé à la Convention.

  • III. Les autres Parties Contractantes déclarent ne pas accepter les réserves mentionnées sous chiffre II lettres a) et b) ci-dessus et sont convenues de la procédure suivante à leur sujet:

    • A) En ce qui concerne la réserve formulée au deuxième alinéa de l'Article 4 de la Convention il est convenu qu'une Conférence réunira les Représentants des Gouvernements des Etats ayant signé ladite Convention au moment où se tiendra cette Conférence et qu'elle aura lieu dans la seconde quinzaine de juillet 1951, à la Haye, pour autant que le Gouvernement des Pays-Bas donne son agrément à ce choix: elle aura pour fin de chercher une solution au problème qui a donné lieu à l'enregistrement de ladite réserve;

      un délai de trois mois à dater de la signature de la présente Convention est accordé aux trois Etats ayant formulé la réserve pour faire connaître individuellement au Gouvernement de la République Italienne s'ils la lèvent ou la maintiennent.

    • B) En ce qui concerne la réserve formulée quant à la Section II du Protocole de la Convention, il est convenu qu'un délai de trois mois à dater de la signature de la présente Convention est accordé aux Etats l'ayant formulée pour faire connaître individuellement au Gouvernement de la République Italienne s'ils la lèvent ou la maintiennent.

    • C) La qualité de Partie Contractante sera reconnue à ceux des trois Etats ayant formulé des réserves qui les auront toutes deux levées.

  • IV. Les Parties Contractantes sont convenues en outre d'admettre à la signature de la présente Convention les Etats qui ont été invités à la Conférence Diplomatique de Stresa, ont pris part à ses travaux et n'ont pas signé la Convention ce jour.

    Ces Etats sont la Belgique, les Pays-Bas et le Royaume Uni de Grande-Bretagne et d'Irlande du Nord.

    Pour être valable leur signature devra être donnée à Rome au Ministère des Affaires Etrangères de la République Italienne le 15 juin 1951 au plus tard.

    Dès le 16 juin 1951 toute adhésion à la présente Convention sera réglée par les dispositions de l'Article 10 de la Convention.

EN FOI DE QUOI les soussignés, dûment autorisés par leurs Gouvernements respectifs, ont signé le présent Protocole de Signature.

FAIT à Stresa ce premier jour de juin 1951 en anglais et en français, les deux textes faisant également foi, en un seul exemplaire qui restera déposé aux Archives du Gouvernement de la République Italienne. Le Gouvernement de la République Italienne en transmettra des copies authentiques à tous les Gouvernements signataires et adhérents.

Vertaling : NL

PROTOCOL VAN ONDERTEKENING

De Overeenkomstsluitende Partijen zijn het volgende overeengekomen:

  • I. De Vertegenwoordigers van de vier volgende Staten: Oostenrijk, Denemarken, Noorwegen en Zweden, verklaren deze Overeenkomst en het daarbij behorende Protocol „ad referendum” te ondertekenen. In overleg met de bovengenoemde Staten is overeengekomen dat binnen twee maanden, te rekenen van de dag van ondertekening van deze Overeenkomst, deze Staten ieder afzonderlijk hun beslissing op dit punt aan de Regering van de Italiaanse Republiek kenbaar zullen maken.

  • II. De Vertegenwoordigers van de drie volgende Staten: Denemarken, Noorwegen en Zweden, verklaren deze Overeenkomst en het daarbij behorende Protocol te ondertekenen onder bijzonder voorbehoud ten aanzien van de beide volgende bepalingen:

    • a) Tweede lid van artikel 4 van de Overeenkomst.

    • b) Afdeling II van het bij de Overeenkomst behorende Protocol.

  • III. De andere Overeenkomstsluitende Partijen verklaren dat zij de onder no. II a) en b) genoemde voorbehouden niet aanvaarden en zijn dienaangaande het volgende overeengekomen:

    • A. Wat betreft het voorbehoud, gemaakt ten aanzien van het tweede lid van artikel 4 van de Overeenkomst, is overeengekomen dat er een Conferentie zal worden gehouden van de Vertegenwoordigers der Regeringen van de Staten die, op het ogenblik dat deze Conferentie plaats vindt, de Overeenkomst ondertekend hebben, en dat zij zal worden gehouden in de tweede helft van Juli 1951 te 's-Gravenhage, mits de Nederlandse Regering aan deze keuze haar goedkeuring hecht. Zij zal tot doel hebben een oplossing te vinden voor het probleem dat tot de opneming van bedoeld voorbehoud aanleiding heeft gegeven. Aan de drie Staten, die dit voorbehoud hebben gemaakt, wordt een termijn van drie maanden, met ingang van de dag van ondertekening van deze Overeenkomst, toegestaan, om ieder afzonderlijk aan de Regering van de Italiaanse Republiek kenbaar te maken of zij het intrekken dan wel handhaven.

    • B. Wat betreft het voorbehoud, gemaakt ten aanzien van afdeling II van het bij de Overeenkomst behorende Protocol, is overeengekomen, dat aan de Staten, die dit voorbehoud hebben gemaakt, een termijn van drie maanden, met ingang van de dag van ondertekening van deze Overeenkomst, is toegestaan, om ieder afzonderlijk aan de Regering van de Italiaanse Republiek kenbaar te maken of zij het intrekken dan wel handhaven.

    • C. De hoedanigheid van Overeenkomstsluitende Partij zal worden toegekend aan die der drie Staten, welke de beide door hen gemaakte voorbehouden hebben ingetrokken.

  • IV. De Overeenkomstsluitende Partijen zijn wijders overeengekomen, tot ondertekening van deze Overeenkomst die Staten toe te laten, welke tot de Diplomatieke Conferentie te Stresa waren uitgenodigd, aan haar werkzaamheden hebben deelgenomen en heden de Overeenkomst niet hebben ondertekend. Deze Staten zijn België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Britannië en Noord-Ierland.

    Hun ondertekening is geldig wanneer zij uiterlijk op 15 Juni 1951 te Rome, op het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Italiaanse Republiek, is geschied.

    Met ingang van 16 Juni 1951 valt iedere toetreding tot deze Overeenkomst onder het bepaalde van artikel 10 der Overeenkomst.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, behoorlijk gemachtigd door hun onderscheidene Regeringen, dit Protocol van Ondertekening hebben ondertekend.

GEDAAN te Stresa op de eerste Juni 1951, in de Engelse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek, in één exemplaar, dat in de archieven van de Regering van de Italiaanse Republiek zal worden nedergelegd. De Regering van de Italiaanse Republiek zal aan alle ondertekenende en tot de Overeenkomst toetredende Regeringen gewaarmerkte afschriften doen toekomen.

Naar boven