Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering [...] spoor op Nederlands grondgebied op het station Coevorden, Bonn, 25-09-1979

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-10-1979 t/m heden

Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland inzake de samenvoeging van de grenscontrole in het goederenverkeer per spoor op Nederlands grondgebied op het station Coevorden

Authentiek : NL

Nr. LXXXIII

AUSWÄRTIGES AMT

510-511.13/1 NLD

Verbalnote

Das Auswärtige Amt beehrt sich, der Königlich Niederländischen Botschaft unter Bezugnahme auf Artikel 1 Absatz 5 des Abkommens vom 30. Mai 1958 zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande über die Zusammenlegung der Grenzabfertigung und über die Einrichtung von Gemeinschafts- oder Betriebswechselbahnhöfen an der deutsch-niederländischen Grenze mitzuteilen, dass die Regierung der Bundesrepublik Deutschland das Schreiben des Bundesministers der Finanzen vom 9. April 1979 - III B 8 - Z 1108 (Nie) - 5/79 - und das Schreiben des Ministers der Finanzen des Königreichs der Niederlande vom 31. Mai 1979 - 279-9648 - zur Kenntnis genommen hat, durch welches gemäss Artikel 1 Absatz 4 Buchstabe a) des Abkommens folgende Vereinbarung getroffen wird:

I.

Im Bahnhof Coevorden werden die deutsche und die niederländische Grenzabfertigung im Eisenbahngüterverkehr auf niederländischem Gebiet zusammengelegt.

II.

  • (1) Die Zone im Sinne des Artikels 3 des Abkommens umfasst:

    • a) die zur Durchführung der Grenzabfertigung des Güterverkehrs erforderlichen Anlagen des Bahnhofs Coevorden und

    • b) die Strecke zwischen der Grenze und dem Bahnhof Coevorden.

  • (2) Die Einzelheiten zu Absatz 1 Buchstabe a) legen die Oberfinanzdirektion Hannover und der Directeur van 's Rijks Belastingen in Zwolle fest. Sie versichern sich vorher des Einvernehmens der Bentheimer Eisenbahn und der zuständigen niederländischen Behörden.

III.

Diese Vereinbarung wird gemäss Artikel 1 Absatz 5 des Abkommens bestätigt und in Kraft gesetzt. Der Zeitpunkt des Inkrafttretens wird in den diplomatischen Noten festgelegt.

IV.

Diese Vereinbarung kann jederzeit schriftlich gekündigt werden. Sie tritt 6 Monate nach ihrer Kündigung ausser Kraft.

Die Regierung der Bundesrepublik Deutschland geht davon aus, dass vorstehende Vereinbarung gemäss Artikel 1 Absatz 5 des Abkommens vom 30. Mai 1958 durch diese Verbalnote und die Antwortnote der Königlich Niederländischen Botschaft bestätigt wird und dass die Vereinbarung am 1. Oktober 1979 in Kraft treten wird.

Das Auswärtige Amt benutzt auch diesen Anlass, die Königlich Niederländische Botschaft erneut seiner ausgezeichneten Hochachtung zu versichern.

Bonn, 25. September 1979

An die

Königlich Niederländische Botschaft

Nr. LXXXIV

AMBASSADE VAN HET

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

No. 8843

Note verbale

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken de ontvangst te bevestigen van zijn Note verbale no. 510-511.13/1 NLD van 25 september 1979, waarvan de tekst in het Nederlands luidt als volgt:

„Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de eer de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden, onder verwijzing naar artikel 1, vijfde lid, van de Overeenkomst van 30 mei 1958 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens de samenvoeging van de grenscontrole en de instelling van gemeenschappelijke spoorwegstations of van grensaflosstations aan de Nederlands-Duitse grens, mede te delen dat de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland kennis heeft genomen van het schrijven van de Bondsminister van Financiën van 9 april 1979 - III B 8 - Z 1108 (Nie) 5/79 en van het schrijven van de Nederlandse Minister van Financiën van 31 mei 1979 - 279 - 9648, waarbij overeenkomstig artikel 1, vierde lid, letter a) van de Overeenkomst de volgende regeling wordt getroffen:

I.

Op het station Coevorden worden de Nederlandse en de Duitse grenscontrole in het goederenverkeer per spoor op Nederlands grondgebied samengevoegd.

II.

  • (1) De zone in de zin van artikel 3 van de Overeenkomst omvat:

    • a. de voor het verrichten van de grenscontrole van het goederenverkeer vereiste aanhorigheden van het station Coevorden, alsmede

    • b. het traject tussen de grens en het station Coevorden.

  • (2) De bijzonderheden inzake het eerste lid, sub a, worden door de „Oberfinanzdirektion Hannover” en de directeur van 's Rijks Belastingen te Zwolle vastgesteld. Dezen verzekeren zich van tevoren van de instemming van de „Bentheimer Eisenbahn” en van de bevoegde Nederlandse instanties.

III.

Deze regeling wordt overeenkomstig artikel 1, vijfde lid, van de Overeenkomst bevestigd en in werking gesteld. Het tijdstip van de inwerkingtreding wordt vastgelegd in de diplomatieke nota's.

IV.

Deze regeling kan te allen tijde schriftelijk worden opgezegd. Zij treedt dan 6 maanden na opzegging buiten werking.

De Regering van de Bondsrepubliek Duitsland gaat ervan uit dat de bovenstaande regeling overeenkomstig artikel 1, vijfde lid, van de Overeenkomst van 30 mei 1958 wordt bevestigd door deze Note verbale en de antwoordnota van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden en dat de regeling op 1 oktober 1979 in werking treedt.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken maakt tevens van deze gelegenheid gebruik, de Ambassade van de Koninkrijk der Nederlanden opnieuw te verzekeren van haar bijzondere hoogachting.”.

De Ambassade heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken mede te delen dat de Nederlandse Regering ermede instemt dat de Note verbale van het Ministerie van Buitenlandse Zakenen deze antwoordnota de ingevolge artikel 1, vijfde lid, van de genoemde Overeenkomst voorziene bevestiging van de hierboven weergegeven briefwisseling tussen de Bondsminister van Financiën en de Nederlandse Minister van Financiën vormen en dat deze regeling op 1 oktober 1979 in werking treedt.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik, het Ministerie van Buitenlandse Zaken opnieuw te verzekeren van haar bijzondere hoogachting.

Bonn, 25 september 1979

An das Auswärtige Amt

5300 BONN 1

Naar boven